Poldertheater

Poldertheater vraagt een bijdrage voor de inzet van cultuurcoaches op zeven scholen: Iedersland College, Hogelant, De Heldring, Orion College Drostenburg, Praktijkcollege de Atlant, Kiem Montessori en Yuverta Amsterdam West.

Vormgeving van het aanbod

De commissie beoordeelt de vormgeving van het aanbod als zeer goed.

De commissie is overtuigd dat Poldertheater haar doelgroep met de activiteiten weet te enthousiasmeren en inspireren voor kunst en cultuur. De theatervoorstellingen en educatieprogramma's zijn gericht op het beleven van succeservaringen door leerlingen, door hen kansen te geven om creatieve vaardigheden te vergroten en hen tools aan te reiken om hun leven buiten school in te vullen met creatieve activiteiten. De persoonlijke begeleiding die Poldertheater voorstaat, spreekt voor de commissie uit het plan. Het plan geeft hier verschillende voorbeelden van, zoals de leerling die na een periode van het binnenschools schrijven en produceren van muziek, werd begeleid naar een uiteindelijk optreden in de Melkweg. Dat persoonlijke maatwerk is volgens de commissie ook een goede manier om kunst toegankelijk te maken voor kinderen met een verhoogde kans op een onderwijsachterstand. Het naschoolse aanbod binnen de schoolmuren halen vindt de commissie ook een goede aanpak hiertoe.
In de afgelopen periode hebben coaches leerlingen en hun talenten leren kennen en wensen en behoeftes in kaart gebracht. Daar komt voor de commissie logisch uit voort dat er nu ingezet wordt op uitbreiding van buitenschoolse activiteiten. Met het brede aanbod, naast theater bijvoorbeeld ook muziek en dans, verwacht de commissie dat Poldertheater aansluiting weet te vinden bij de leerlingen. Wat hier ook aan bijdraagt is dat de organisatie leerlingen altijd betrekt als medeschepper van de voorstelling.

Met het binnen- en buitenschoolse aanbod, waaronder het opzetten van nieuwe theatergroepen, realiseert Poldertheater een uitbreiding op het cultuuraanbod op de scholen.
De aanvraag getuigt van een duidelijke visie van Poldertheater op de rol van de coach en de samenwerking tussen coach en school. In het geval van Yuverta bijvoorbeeld neemt de coach niet de taken van een cultuurcoördinator over, maar ontwikkelt in cocreatie met de school een langere leerlijn om kunstvakken te verweven in het reguliere onderwijs. De commissie is er daardoor van overtuigd dat de cultuurcoaches en het aanbod goed zullen worden ingebed in het totale cultuurbeleid van de scholen.

Verbinding en doorstroom

De commissie beoordeelt de verbinding en doorstroom als goed.

De cultuurcoaches van Poldertheater spelen volgens de commissie een actieve rol in de verbinding met en doorverwijzing naar buiten- en naschools cultureel aanbod. Poldertheater geeft in het plan inzicht in hoe doorstroming voor haar doelgroep verloopt: anders dan in primair onderwijs is in voortgezet onderwijs een kleinere rol weggelegd voor ouderbetrokkenheid en wonen leerlingen niet in de buurt maar door de hele stad. En er is een grotere rol voor maatwerk en persoonlijk contact met leerlingen. Van dat laatste geeft Poldertheater treffende voorbeelden, zoals het coachen van zelfstandig filmbezoek.
De commissie is positief over de specifieke ambities per school. Zo zijn er op Hogelant individuele trajecten opgezet voor doorstroming naar buitenschoolse talentontwikkeling. Bij Yuverta realiseert de coach een naschoolse community, waar leerlingen in contact komen met docenten uit andere disciplines, peer educators of jonge ervaringsdeskundigen. Die kunnen voor de doelgroep deuren openen naar buitenschoolse lessen. Alle coaches zijn intermediairs bij Jeugdfonds Sport en Cultuur. De commissie is van mening dat dat bevorderlijk is voor de doorstroom van leerlingen van minder kapitaalkrachtige ouders/verzorgers naar naschools aanbod.

Wat samenwerking betreft reflecteert Poldertheater in het plan zorgvuldig op de ontwikkelingen en ervaring in de afgelopen periode. De organisatie heeft ervaren dat zij meer impact kan maken wanneer de lijnen kort zijn en de coach een zichtbare positie in de school kan innemen. De keuze voor het ‘inruilen’ van een groot college voor een kleine praktijkschool vloeit hier voor de commissie logisch uit voort en is aansprekend. Samenwerkingen met andere scholen krijgen een duurzaam vervolg. Het netwerk van de coaches bevat verschillende culturele organisaties, zoals de jeugdtheaterscholen, Nowhere, The Beach en Meervaart Studio. Ook staan de coaches in verbinding met individuele kunstenaars uit verschillende disciplines. Dat is positief, maar de commissie had de rol van deze partners graag duidelijker omschreven willen zien in het plan. Zeker nu Poldertheater meer inzet op doorverwijzing is de commissie benieuwd naar concrete plannen om, zoals de organisatie zelf zegt, jongeren op een veilige manier verder te helpen.

Profiel van de cultuurcoach(es)

De commissie beoordeelt het profiel van de cultuurcoach(es) als goed.

De commissie is van oordeel dat de cv’s van de cultuurcoaches blijk geven van het benodigde vakmanschap voor de activiteiten. Ze sluiten aan bij de leerbijeenkomsten vanuit de Denktank Cultuureducatie Vmbo & Pro. De coaches hebben werkervaring als theaterdocent en zijn al langer verbonden aan Poldertheater en de scholen. Ze zijn een bekend gezicht op de scholen en het plan geeft rake voorbeelden van de manier waarop deze coaches eerder leerlingen begeleidden naar theater- en filmaudities, pianoles of museumbezoek. De coaches hebben een sterk netwerk; behalve als coach werken ze ook als maker, regisseur of acteur in de theaterpraktijk. De commissie is er daarom van overtuigd dat deze coaches verbinding en doorstroom tot stand weten te brengen.

Poldertheater reflecteert in het plan niet expliciet op de wijze waarop de Code Diversiteit en Inclusie wordt toegepast bij de werving en selectie van cultuurcoaches. Uit de selectie van de cultuurcoaches leest de commissie echter wel af dat Poldertheater zich met succes heeft ingezet om bij de werving en selectie van de cultuurcoaches te zorgen voor diversiteit in gender en culturele achtergrond.

Financiële uitwerking

De commissie beoordeelt de financiële uitwerking als zeer goed.

De commissie vindt het overzicht van de verwachte werkzaamheden en de bijbehorende kosten overtuigend en realistisch. Poldertheater licht het urenoverzicht goed toe, door te benoemen wat de verschillende soorten uren behelzen. Zo beschrijft de aanvraag duidelijk dat onder begeleidingsuren ook de uren voor de community’s en uitjes vallen. De organisatie wijkt af van de richtlijn voor de verhouding tussen lesuren en doorverwijsuren (50-50%). De commissie vindt dat dit goed is toegelicht: er is aangegeven dat bij elke school eigen accenten worden gelegd en dat er bijvoorbeeld soms meer nadruk ligt op doorverwijzen of juist op onderschoolse lessen. De commissie constateert dat de inzet van de cultuurcoaches per school minimaal acht uur per week is. Er wordt ruimte geboden aan uren voor deskundigheidsbevordering bij Mocca en voor coördinatie. De aanvraag is duidelijk wat betreft de concrete verloning c.q. het uurtarief voor de coaches. De commissie stelt vast dat deze bedragen in lijn zijn met de richtlijnen voor fair pay.

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Poldertheater te honoreren met het gevraagde bedrag van € 113.725 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Meerjarige subsidies Cultuurcoach 2025-2028.