Nowhere
Nowhere vraagt een bijdrage voor de inzet van cultuurcoaches op Luca Praktijkschool, Terra Nova Montessori Lyceum, College ZUYD & De Indische Buurtschool.
Vormgeving van het aanbod
De commissie beoordeelt de vormgeving van het aanbod als goed.
Het cultuurcoachaanbod van Nowhere is een trapsgewijs programma. In een binnenschools carrouselmodel maken leerlingen kennis met disciplines als mode, theater, graphic design en dans. In de hierop volgende keuzemodule ontwikkelen ze zich in hun favoriete discipline. Wie meer wil, sluit zich aan bij een ‘community class’, een buitenschools verdiepingsprogramma op maat. De commissie denkt dat deze zorgvuldig opgebouwde aanpak geschikt is om leerlingen te enthousiasmeren voor kunst en cultuur. De community classes kunnen inspirerend zijn omdat leerlingen daar gemotiveerde leeftijdsgenoten treffen met dezelfde interesses.
Op de Luca Praktijkschool zitten volgens Nowhere veel leerlingen die nog maar kort in Nederland zijn en een klein sociaal netwerk hebben. De keus voor workshops die taal en cultuur combineren vindt de commissie daarom een goede manier om kunst toegankelijk te maken voor deze doelgroep, die een verhoogde kans heeft op een onderwijsachterstand. Zo worden er in de theaterlessen taalspelletjes gespeeld en bij muziek afwisselend Nederlandstalige liedjes en liedjes in de moedertaal gemaakt. Wat het aanbod volgens de commissie bij alle scholen toegankelijk maakt, zijn de condities die Nowhere creëert voor creatieve ontwikkeling: een gevoel van saamhorigheid, thuisgevoel, herkenning, veiligheid en acceptatie. Dit doet Nowhere door peers in zetten: mensen die voor de leerlingen herkenbaar zijn door de verhalen en perspectieven die ze meebrengen. Hierdoor durven leerlingen zich open te stellen en sneller mee te doen. De commissie ziet dit bevestigd in de woorden van een aantal deelnemers dat wordt geciteerd in het plan. Daaruit blijkt dat leerlingen zich thuis voelen bij Nowhere.
De commissie verwacht dat het brede aanbod van verschillende disciplines aansluiting vindt bij de diverse doelgroep, omdat Nowhere haar oor te luisteren legt bij de doelgroep en het programma ruimte biedt aan de culturen die leerlingen in zich dragen.
De commissie constateert dat door de inzet van de coaches het aanbod op alle scholen wordt uitgebreid en/of geïntensiveerd. Op de Luca praktijkschool bijvoorbeeld is er sprake van intensivering van het theater- en muziekonderwijs. College ZUYD is voor Nowhere een nieuwe school; hier wordt het aanbod uitgebreid door het opstarten van het cultuurcoachprogramma. De commissie had graag meer willen lezen over het programma op deze school. Het is de commissie duidelijk hoe Nowhere op de andere scholen werkt, en die werkwijze geeft vertrouwen. Of Nowhere op College ZUYD op dezelfde manier te werk gaat en hoe het programma daar vorm krijgt, blijkt echter niet duidelijk uit het plan.
Het aanbod krijgt volgens de commissie goede inbedding in het totale cultuurbeleid van de scholen. Uit het plan blijkt dat er per school wordt gekeken naar de invulling van het programma en naar de aansluiting van het aanbod op het curriculum. Er is sprake van overleg over de kenmerken en focuspunten per school en hoe die tot hun recht kunnen komen in het aanbod. Ook is er sprake van kennisdeling en gezamenlijke evaluaties.
Verbinding en doorstroom
De commissie beoordeelt de verbinding en doorstroom als voldoende.
Om doorverwijzing naar buiten- en naschools cultureel aanbod te realiseren, zet Nowhere twee doorstroomcoaches in. Deze nemen werkzaamheden rond verbinding en doorverwijzing op alle scholen op zich, in nauw overleg met de reguliere cultuurcoaches. Nowhere wil hiermee versnippering tegengaan. De doorstroomcoaches zijn volgens Nowhere een vast gezicht in het hele traject van het binnenschoolse naar het buitenschoolse aanbod. Zij organiseren bijvoorbeeld de community classes en ook de expedities naar verschillende cultuuraanbieders. De commissie vindt dit goed klinken, maar krijgt geen goed beeld bij de manier waarop een vertrouwensband tussen leerling en doorstroomcoach tot stand komt tijdens de binnenschoolse lessen, omdat de rol van de doorstroomcoaches tijdens die lessen niet duidelijk beschreven is. Op de Indische Buurt School (DIBS) krijgt het aanbod gestalte in de DIBS cultuurdagen, die tweemaal per schooljaar gedurende een week plaatsvinden op het natuurspeelterrein Jeugdland. Voor de commissie is het onduidelijk of de cultuurcoach enkel tijdens deze cultuurdagen aanwezig is en welke rol de cultuurcoach buiten de cultuurdagen speelt op DIBS. Daardoor is zij er niet van overtuigd dat de coaches zichtbaar en bereikbaar zijn voor de leerlingen gedurende de rest van het schooljaar en of ze dan effectief kunnen werken aan doorverwijzing.
Wat samenwerkingen betreft ziet de commissie dat de partnerschappen met de scholen duurzaam zijn. Nowhere reflecteert openhartig over de opstartproblemen op verschillende scholen, die na intensief overleg hebben geleid tot aanpassingen in het programma. De commissie vindt het een goed teken dat de scholen de samenwerking willen continueren.
Op het eerste gezicht vindt de commissie partners zoals ISH Dance Collective, Poldertheater en Framer Framed goed gekozen. Het zijn volgens haar passende organisaties omdat ze net als Nowhere vertrekken vanuit de verhalen van de leerlingen en die vertalen in een kunstvorm. De commissie mist in het plan echter onderbouwing en inhoudelijke uitwerking van de partnerschappen. Het plan vermeldt alleen dat leerlingen er op ‘expeditie’ gaan ter kennismaking en dat Nowhere zal kijken wat voor doorstroom er per leerling mogelijk is.
Nowhere licht in het plan toe dat er geen samenwerking is met het Jeugdfonds Cultuur en Sport, omdat het eigen buitenschoolse aanbod gratis is. De commissie merkt op dat veel doorstroomaanbod wel geld kost en mist reflectie op de gevolgen van het niet samenwerken met dit fonds voor de doorstroom naar betaald aanbod van derden.
Profiel van de cultuurcoach(es)
De commissie beoordeelt het profiel van de cultuurcoaches als goed.
De commissie concludeert uit het plan dat het benodigde vakmanschap voor de activiteiten aanwezig is, zoals expertise in houtbewerking, zang en textielbewerking. Een aantal coaches is gediplomeerd docent op het gebied van bijvoorbeeld dans, theater en skating. Coaches staan in duo’s voor een groep. Door gediplomeerde en autodidacte coaches te koppelen, garandeert Nowhere dat er per groep genoeg leservaring is. Dat sommige coaches minder ervaring in het onderwijs hebben, is volgens de commissie dankzij die constructie niet bezwaarlijk. Nowhere kijkt bij de werving van coaches niet alleen naar diploma’s en ervaring. Ook enthousiasme en herkenbaarheid voor de doelgroep wegen mee, evenals het vermogen om echt contact te maken met leerlingen. Het adagium van Nowhere is ‘relatie voor prestatie’. Dat vindt de commissie goed onderbouwd vanuit de behoefte van de doelgroep aan veiligheid en herkenbaarheid. De commissie vindt dat de organisatie succesvol in die behoefte voorziet. Zo ziet zij dat er cultuurcoaches worden ingezet met bijvoorbeeld ervaring als dansdocent en afkomstig uit de dancehall community of met ervaring als rap artiest en afkomstig uit Amsterdam Nieuw-West.
Het is de commissie niet duidelijk wie van de coaches zullen fungeren als doorstroomcoaches. Op basis van de beschikbare informatie over de coaches heeft de commissie echter het vertrouwen dat zij in principe allemaal in staat zijn om leerlingen te begeleiden bij de doorstroom. Verschillende coaches hebben in hun cv aantoonbare ervaring met begeleiding van jongeren in hun ontwikkeling en veel van hen beschikken over een goed netwerk. Voor alle coaches geldt dat ze herkenbaar zijn voor de doelgroep. De commissie acht hen daarom in staat om de vertrouwensband op te bouwen die nodig is om de leerlingen goed te leren kennen, een passend aanbod voor hen te kunnen vinden en hen daarnaartoe te begeleiden.
De commissie stelt vast dat de groep cultuurcoaches van Nowhere een grote mate van diversiteit kent in gender en culturele achtergrond. Hoewel de Code Diversiteit & Inclusie niet met zoveel woorden wordt genoemd als leidraad bij de werving, vindt de commissie het duidelijk dat Nowhere geheel in de geest van de code werkt. Nowhere geeft aan succesvol te werven uit haar eigen netwerk. Het profiel is hierbij leidend, met een sterke nadruk op herkenbaarheid, diversiteit en representativiteit in relatie tot de leerlingenpopulatie. Coaches met talent en onderwijsambitie stromen door naar de programma’s van Nowhere op scholen. Door het werken in duo’s krijgen ook mensen met weinig leservaring en eventueel zonder diploma’s een kans. De commissie vindt het sterk dat Nowhere op deze manier ook kan werken met jonge autodidacte docenten, die vaak zelf ook maker zijn en die nieuwe, jonge cultuurvormen en subculturen representeren.
Financiële uitwerking
De commissie beoordeelt de financiële uitwerking als goed.
De commissie vindt het overzicht van de verwachte werkzaamheden en kosten grotendeels realistisch en onderbouwd. Het plan heeft een heldere urenspecificatie van kennismakings- en verdiepingsmodules per school. De verschillende soorten uren, zoals voor begeleiding en samenwerking, krijgen goede toelichting in het plan. Ook zijn er uren begroot voor deskundigheidsbevordering bij Mocca en voor coördinatie. De commissie constateert dat Nowhere voldoet aan de eis om per school minstens acht uur per week cultuurcoaches in te zetten. Nowhere maakt goed inzichtelijk hoeveel leerlingen er worden bereikt en hoeveel lesuren er worden besteed. De commissie vindt de toelichting voor het werken met kleine groepen per coach beknopt; deze gaat niet verder dan dat persoonlijke aandacht en vertrouwen nodig is. Voorts stelt de commissie vast dat Nowhere onderbouwd afwijkt van de richtlijn voor de verhouding tussen uren voor lesgeven en doorverwijzen (50-50%). Nowhere geeft hiervoor als reden dat er door het concentreren van de doorstroomrol minder doorverwijsuren nodig zijn.
Tot slot constateert de commissie dat het plan een uurtarief vermeldt en dat dit tarief voldoet aan de richtlijnen voor fair pay.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Nowhere te honoreren met het gevraagde bedrag van € 147.971 per jaar.*
*De commissie adviseert een volledige toekenning, maar het jaarbedrag is anders dan het aangevraagde bedrag. Dat heeft te maken met de hoogte van het aangevraagde bedrag voor 2025, dat niet gelijk is aan de helft van het jaarbedrag. In de berekening is het bedrag voor de volledige periode door 3,5 gedeeld.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Meerjarige subsidies Cultuurcoach 2025-2028.