Muziekcentrum Zuidoost

Aangevraagd: € 143.616
Toegekend: € 0

Muziekcentrum Zuidoost vraagt een bijdrage voor de inzet van vijf cultuurcoaches op ABBS Het Gein, Basisschool Achtsprong, De Schakel, OBS Holendrecht, Van Houteschool, Shri Laksmi School, Het Klaverblad en OBS De Tamboerijn.

Vormgeving van het aanbod

De commissie beoordeelt de vormgeving van het aanbod als voldoende.

Muziekcentrum Zuidoost (hierna: MZO) gelooft dat muziekeducatie de kracht heeft om persoonlijke en sociale ontwikkeling te stimuleren. De organisatie biedt binnen- en buitenschoolse muziekeducatie aan. Voor het binnenschoolse aanbod werkt MZO met de doorlopende leerlijn MuziekMozaïek, waarin zingen, luisteren, bewegen en instrumentaal spelen aan bod komen. MZO heeft deze leerlijn zelf ontwikkeld en zet deze al lange tijd in op verschillende scholen. In deze leerlijn komen veel verschillende facetten en disciplines aan bod. Dit bestaande binnenschoolse aanbod wordt, afgaande op de aanvraag, onderdeel van het cultuurcoachaanbod. De commissie is positief over de veelzijdigheid van deze leerlijn en ze verwacht dat deze de doelgroep kan enthousiasmeren.

MZO is op alle scholen al actief met binnenschools aanbod, maar de cultuurcoach is voor MZO nieuw. De aanvraag geeft aan dat de cultuurcoach werkt aan een vernieuwend programma, maar dit wordt verder niet geconcretiseerd. Er wordt vooral verwezen naar de bestaande leerlijn en bestaande activiteiten. De aanvraag noemt een aantal bestaande activiteiten, zoals de wijkorkesten en de Zomerschool- en Winterschoolprogramma’s, waarmee kinderen buitenschools hun muzikale vaardigheden verder kunnen verdiepen. Ook deze bestaande activiteiten zijn onderdeel van deze aanvraag. De organisatie wil met alle programma’s en projecten een bijdrage leveren aan het versterken van de culturele gemeenschap en het vergroten van de toegankelijkheid van kunst en cultuur in Zuidoost. Het is de commissie niet duidelijk wat hierin de toegevoegde waarde is van de cultuurcoach aangezien dit aanbod al bestond. Het plan maakt ook niet duidelijk op welke manier de cultuurcoach zal zorgen voor uitbreiding en intensivering van het bestaande aanbod. Het plan geeft wel denkrichtingen aan zoals de oprichting van schoolkoren of een talentenshow, maar deze ideeën krijgen in het plan geen uitwerking. De commissie leest in de aanvraag niet terug hoe het binnen- en buitenschoolse aanbod wordt gekoppeld aan elkaar. Er wordt ook niets gezegd over de belevingswereld van de leerlingen van de betrokken basisscholen en hoe de bestaande en/of nieuw te ontwikkelen activiteiten bij deze leerlingen aansluiten.

Het plan laat niet zien niet hoe het werk van de cultuurcoach en het vernieuwende programma zijn of worden ingebed in het cultuurbeleid van de school. Wel is duidelijk dat muziekonderwijs op alle betrokken scholen al aandacht krijgt en dat op verschillende scholen al docenten van MZO actief zijn. De commissie wijst erop dat een goede inbedding des te belangrijker is omdat de in de aanvraag opgenomen scholen (nog) niet gewend zijn aan de aanwezigheid van een cultuurcoach die meer doet dan het verzorgen van lessen. Hoe deze samenwerking vorm krijgt, wordt niet toegelicht.

Verbinding en doorstroom

De commissie beoordeelt de verbinding en doorstroom als zwak.

De commissie constateert dat de beoogde doorstroom met name plaats zal vinden naar het aanbod van MZO zelf. De rol die de cultuurcoach daarbij zal spelen, is niet concreet beschreven in methodiek, strategie en/of voorbeelden. De commissie krijgt op basis van de aanvraag geen goed beeld van de manier waarop de doorstroom wordt bevorderd. De coaches krijgen als taak leerlingen te helpen om hun weg te vinden binnen het aanbod van MZO. Ook gaan zij mee naar culturele partners in de buurt. MZO zegt op zoek te gaan naar zelfstandige kunstdocenten in de buurt om extra aanbod te creëren voor de doorstroom. De commissie vindt dat positief, maar de aanvraag beschrijft niet wat voor docenten dat zijn, welke lesvormen ze gebruiken of welke disciplines ze bestrijken, en of ze bijvoorbeeld ook gastlessen gaan geven op de scholen. Waar MZO schrijft dat zijn aanpak structurele participatie van leerlingen in bestaande en nieuwe initiatieven waarborgt, is de commissie hier niet van overtuigd, omdat zowel de aanpak als de rol van de cultuurcoach hierin onderbelicht blijven.

MZO wil een aantal samenwerkingen aangaan met het oog op de doorstroom van leerlingen naar buitenschools aanbod, waaronder (de eigen) wijktalentorkesten, Leerorkest, ZOJazz Stage, Bijlmer Parktheater, Conservatorium van Amsterdam, Cello Biënnale en Klassiek op het Amstelveld. De commissie vindt deze namen in eerste instantie aansprekend, maar stelt vast dat de samenwerkingen slechts summier worden toegelicht en onderbouwd. De commissie vindt samenwerkingen zoals die met het maandelijkse open podium van ZOJazz Stage inspirerend, maar leest niet van welke scholen daar leerlingen naar begeleid worden, op welke manier of wat de rol van de cultuurcoach daarin is. De aanvraag gaat ook niet in op de vraag of deze samenwerkingen duurzaam zijn of worden.

De samenwerkingen van MZO met Projectbureau Primair Onderwijs Zuidoost en de partners van Alliantie Muziekeducatie Amsterdam zijn wel onderbouwd. Deze zijn volgens MZO van belang omdat ze bijdragen aan een breed en toegankelijk muziekprogramma voor de jeugd. De commissie onderschrijft dat, maar stelt ook vast dat het plan niet duidelijk maakt wat de rol en de meerwaarde van de cultuurcoach hierin is.

De commissie constateert dat er een samenwerking is met het Jeugdfonds Cultuur en Sport. MZO werkt voor de eigen talentprogramma’s al met het fonds samen en ziet een kans om deze samenwerking uit te breiden voor de doorstroom naar reguliere muzieklessen van MZO. De commissie had ook graag willen lezen hoe, in het kader van de doorstroom, de cultuurcoach het Jeugdfonds kan gebruiken voor laagdrempelige toeleiding naar aanbod van derden.

Profiel van de cultuurcoach(es)

De commissie beoordeelt het profiel van de cultuurcoaches als voldoende.

De commissie leest in de cv’s en de toelichting in het plan dat de cultuurcoaches ervaren zijn en uiteenlopende achtergronden hebben. Ze zijn afkomstig uit (het netwerk van) MZO en beschikken over overtuigende ervaring als uitvoerend maker in muziek en dans. Enkelen van hen hebben ervaring met lesgeven en docentschap in binnenschools aanbod. De commissie ziet in de cv’s niet veel aanwijzingen dat de coaches ervaring hebben in het begeleiden van leerlingen uit deze doelgroep naar doorstroom. De commissie constateert ook dat de cv’s minder overtuigend zijn als het gaat om de binding met het stadsdeel. Zij is van mening dat ook dit belangrijk is met het oog op de doorstroom naar ander aanbod en het zoeken naar extra zzp-docenten waarmee MZO wil samenwerken om het aanbod te verbreden. Om die op het spoor te komen, moeten de cultuurcoaches goed de weg weten in het stadsdeel en daar een goed relatienetwerk hebben. De commissie is er daarom niet van overtuigd dat al het vakmanschap voor de taken en activiteiten aanwezig zal zijn. De aanvraag maakt niet duidelijk hoe MZO te werk gaat bij de werving van cultuurcoaches en hoe het daarbij de Code Diversiteit en Inclusie toepast. De commissie ziet op basis van de cv’s dat de in te zetten cultuurcoaches wel uiteenlopende achtergronden hebben.

Financiële uitwerking

De commissie beoordeelt de financiële uitwerking als zwak.

De commissie vindt de opgenomen urenbegroting weliswaar overzichtelijk, maar omdat het plan niet goed duidelijk maakt wat de cultuurcoach gaat doen, vindt zij de onderbouwing van het geraamde aantal uren tekortschieten en kan zij niet goed beoordelen of die raming realistisch is. De commissie ziet bijvoorbeeld niet duidelijk terug wat er in de doorverwijsuren gebeurt. MZO geeft aan dat een van de cultuurcoaches grotere scholen bedient en daarom meer uren heeft dan de anderen. De commissie vindt dat weliswaar logisch klinken, maar had hier graag een nadere onderbouwing gezien waaruit blijkt dat de werklast per coach in verhouding is met het aantal klassen waaraan les wordt gegeven en het aantal leerlingen dat wordt begeleid.

De commissie stelt vast dat de verdeling van de lesuren en doorverwijsuren 50/50 is en daarmee in lijn is met de regeling. Zij constateert ook dat er in de urenbegroting conform de regeling uren zijn opgenomen voor deskundigheidsbevordering en dat de coaches per school meer dan acht uur per week worden ingezet. In het plan wordt geen uur- of verloningstarief genoemd. MZO verwijst ook niet naar een cao of richtlijn. Alleen door het aangevraagde bedrag te delen door het aantal gevraagde uren heeft de commissie een beeld kunnen krijgen van het mogelijke uurtarief voor de cultuurcoach. Zij constateert op basis daarvan dat dit aan de lage kant is, maar wel voldoet aan de eisen van fair pay.

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Muziekcentrum Zuidoost niet te honoreren omdat deze minder dan twaalf punten heeft behaald.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Meerjarige subsidies Cultuurcoach 2025-2028.