Jeugdtheaterschool Zuidoost

Jeugdtheaterschool Zuidoost (hierna: JTSZO) vraagt een bijdrage voor de inzet van cultuurcoaches op scholen in speciaal onderwijs. Voor primair onderwijs zijn dit de Van Koetsveldschool en Drostenburg. In het voortgezet onderwijs Orion College Zuidoost en Orion College Noord.

Vormgeving van het aanbod

De commissie beoordeelt de vormgeving van het aanbod als zeer goed.

JTSZO heeft een breed lesaanbod van theater aangevuld met elementen uit andere disciplines, zoals dans, spoken word en rap. De activiteiten dagen kinderen uit zichzelf te ontwikkelen in een leeromgeving die herkenning, herhaling en vertrouwen biedt; belangrijke elementen voor leerlingen in het speciaal onderwijs, vindt de commissie. JTSZO maakt in de ogen van de commissie gerichte keuzes om het aanbod toegankelijk te maken voor kinderen met een verhoogde kans op een onderwijsachterstand, zoals met een grotendeels non-verbale lesmethode. De commissie verwacht daarom dat de activiteiten van de cultuurcoaches deze leerlingen zullen enthousiasmeren en inspireren voor kunst en cultuur.

Het plan getuigt volgens de commissie van de sterke drive van de jeugdtheaterschool om zich in te zetten voor leerlingen van het speciaal onderwijs, om hen binnen hun mogelijkheden volwaardig mee te laten doen. JTSZO heeft met het oog op deze doelgroep twee multisensorische voorstellingen ontwikkeld. De ontwikkeling van twee nieuwe staat op de planning. Deze voorstellingen prikkelen alle zintuigen en geven leerlingen verschillende mogelijkheden: om te observeren, mee te doen en alles daartussenin. De commissie vindt dat dat goed aansluit bij de leerlingen. Met de voorstellingen en de binnen- en naschoolse lessen realiseert JTSZO een mooie uitbreiding van het cultuuraanbod op de scholen.
De commissie is positief over de wijze waarop de cultuurcoach en het aanbod worden ingebed in het cultuurbeleid van de scholen. De cultuurcoach-activiteiten worden opgenomen in het schoolportfolio van leerlingen, als onderdeel van hun ontwikkeling. Het uitgangspunt dat de coach aansluit bij en meedenkt met het cultuurbeleid, maar er niet eindverantwoordelijk voor is, toont betrokkenheid en realiteitszin. De organisatie reflecteert op afgelopen periode, waarin de rol van de cultuurcoach op scholen is uitgekristalliseerd. Samenwerken met scholen in speciaal onderwijs vraagt volgens JTSZO om vertrouwen en geduld. De keuze voor het continueren van de al bestaande samenwerkingen vloeit hier volgens de commissie logisch uit voort. Ze vindt het een mooi gevolg dat bij meer scholen nu naschools aanbod is opgestart, door positieve ervaringen van binnenschools aanbod of doordat scholen zijn komen kijken bij het naschoolse aanbod van JTSZO elders.

Verbinding en doorstroom

De commissie beoordeelt de verbinding en doorstroom als goed.

De commissie is overtuigd dat de coaches een actieve rol spelen in het verbinden met en doorverwijzen naar buiten- en naschools cultureel aanbod. De coaches zijn ervaren in het werken met de doelgroep en JTSZO geeft in het plan goed inzicht in wat doorverwijzing en verbinding in het speciaal onderwijs behelst en vergt, namelijk veel aandacht, coaching en ondersteuning. Positieve binnenschoolse ervaringen ziet JTSZO, zeker voor deze leerlingen, als een opstap naar en een voorwaarde voor doorstroom naar buitenschoolse activiteiten. De organisatie reflecteert op drempels die juist deze leerlingenpopulatie ervaart, zoals vervoer of het niet kennen van de locatie, de docent en het aanbod. Daaruit komt logisch voort dat de organisatie ervoor kiest om naschools aanbod binnen de muren van de school te verzorgen, gegeven door de eigen cultuurcoach. Mooi dat daar bovenop alsnog doorstroom naar ander aanbod gerealiseerd wordt, zoals naar het lesaanbod van Wilde Kunst. De commissie vindt het positief dat de coaches zich in de komende periode ook zullen inzetten voor voorstellingsbezoek van de leerlingen buiten de schoolsetting. Bewonderenswaardig vindt de commissie de plannen voor een gemixte productiegroep met leerlingen van regulier en speciaal onderwijs.
De commissie vindt dat het plan goed is ingericht op duurzame samenwerking met scholen. De scholen staan in het plan vermeld als volwaardige pedagogische partners met een eigen plan van aanpak. Ook is er sprake van een nauwe samenwerking met het Jeugdfonds Cultuur en Sport. Cultuurcoaches ondersteunen actief bij het aanvragen van financiële steun bij het fonds om doorstroom te bevorderen van leerlingen van minder kapitaalkrachtige ouders/verzorgers. Samenwerkingen buiten de buurt krijgen onderbouwing, zoals de samenwerking met Poldertheater om een theatervoorstelling met vso-leerlingen te realiseren. In Zuidoost werkt JTSZO samen met verschillende culturele partners van verschillende disciplines. Maar met formuleringen als ‘nauwe banden met’ of ‘intensief overleg’ krijgen deze samenwerkingen in de ogen van de commissie minder sterke onderbouwing. Zij is benieuwd hoe de mooie ambitie vorm gaat krijgen om kennis en expertise over de doelgroep en de lesmethode uit te wisselen met collega-instellingen.

Profiel van de cultuurcoach(es)

De commissie beoordeelt het profiel van de cultuurcoach(es) als zeer goed.

De commissie maakt uit de cv’s en de biografieën in het plan op dat het benodigde vakmanschap voor de activiteiten aanwezig is. De vier coaches zijn gediplomeerd theaterdocent en hebben ruime ervaring als theatermaker. Ook is er genoeg kennis en ervaring aanwezig op het gebied van het speciaal onderwijs en de zorg, zodat de commissie het vertrouwen heeft dat de coaches inzicht hebben in de doelgroep. De commissie is positief over de interne intervisie en deskundigheidsbevordering, die specifiek gericht zijn op het speciaal onderwijs. Ook heeft de commissie waardering voor het peerprogramma dat jonge professionals praktijkervaring op speciaal onderwijs biedt.

De commissie leest in het plan sterke reflectie op de wijze waarop JTSZO de Code Diversiteit en Inclusie toepast bij de werving en selectie van cultuurcoaches. De theaterschool toont zich zelfkritisch wat betreft de eerdere wat beperkte werving voor coaches en heeft direct actie ondernomen door breder te werven via zowel het eigen netwerk als dat van oud-leerlingen en gemeenschappen in Zuidoost. JTSZO geeft aan dat mannelijke docenten schaars zijn in het theateronderwijs, maar wel een belangrijk rolmodel kunnen zijn in het speciaal onderwijs. Goed dat de organisatie zich ook richt op het vergroten van genderdiversiteit.
Het peerprogramma biedt kansen om de diversiteit van de groep coaches te vergroten. De commissie vindt het overtuigend beschreven hoe diversiteit, inclusie en kansengelijkheid uitgangspunten vormen in het peerprogramma, waarin ook ruimte is voor autodidacten. De commissie stelt vast dat de huidige samenstelling van het team van cultuurcoaches en de deelnemers aan het peerprogramma goed passen bij de diversiteit van de samenleving in Amsterdam als geheel en Zuidoost in het bijzonder.

Financiële uitwerking

De commissie beoordeelt de financiële uitwerking als goed.

De commissie vindt het overzicht van de verwachte werkzaamheden en bijbehorende kosten grotendeels realistisch en onderbouwd. De Jeugdtheaterschool wijkt af van de richtlijn voor de 50-50% verhouding tussen de uren voor lesgeven en doorverwijzen. In verhouding gaat er meer tijd naar de lesuren. De commissie ziet hiervoor voldoende onderbouwing in het plan. Het is duidelijk dat het belang van binnenschoolse lessen voor deze doelgroep groot is, aangezien dit een opstap naar en voorwaarde voor doorstroom is. Positief is ook dat er ruimte geboden wordt aan deskundigheidsbevordering van de cultuurcoaches door Mocca (binnen het gestelde maximum van vijf procent van het urentotaal) en coördinerende taken. Ook constateert de commissie dat de inzet van de cultuurcoaches per school minimaal acht uur per week is.
Het valt de commissie wel op dat JTSZO in het plan per school verschillende aantallen klassen en leerlingen noemt, terwijl alle scholen evenveel cultuurcoachuren toebedeeld krijgen. Het plan geeft geen toelichting op de reden daarvoor en de eventuele consequenties daarvan voor de aanpak en het aanbod.

Het plan maakt wel duidelijk wat de uurtarieven zijn. De commissie stelt vast dat deze voldoen aan de richtlijnen voor fair pay.

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Jeugdtheaterschool Zuidoost te honoreren met het gevraagde bedrag van € 106.753* per jaar.

*De commissie adviseert een volledige toekenning, maar het jaarbedrag is anders dan het aangevraagde bedrag. Dat heeft te maken met de hoogte van het aangevraagde bedrag voor 2025, dat niet gelijk is aan de helft van het jaarbedrag. In de berekening is het bedrag voor de volledige periode door 3,5 gedeeld.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Meerjarige subsidies Cultuurcoach 2025-2028.