Fotografiemuseum Amsterdam
Fotografiemuseum Amsterdam (hierna: Foam) vraagt een bijdrage voor de inzet van zes cultuurcoaches op ’t Koggeschip, De Knotwilg en De Leertuin.
Vormgeving van het aanbod
De commissie beoordeelt de vormgeving van het aanbod als voldoende.
De focus van de activiteiten van de cultuurcoaches van Foam ligt op fotografie. Foam maakt hierbij een koppeling met de huidige, massaal toegepaste vormen van fotografie via de telefoon. Met het voorgestelde aanbod wil Foam invulling geven aan het begrip ‘visuele geletterdheid’, of zoals ze zelf zegt ‘begrijpend kijken’, en burgerschap. Het aanbod speelt in op de impact van nieuwe technologie, zoals AI, op de maatschappij, de fotografie en op de leerling en dienst toekomst. De commissie heeft er vertrouwen in dat het museum met deze op de actualiteit gerichte benadering de aansluiting met de leerlingen zal weten te vinden. Zij vindt dat fotografie zo alomtegenwoordig en laagdrempelig is, dat verwacht mag worden dat jongeren zich aangesproken voelen door het aanbod.
Foam biedt de leerlingen behalve het vertrouwde werken met de telefoon ook de mogelijkheid om gebruik te maken van professionele apparatuur. De commissie denkt dat dat enthousiasmerend en activerend kan werken, omdat deze apparatuur uitdagend is en meer creatieve mogelijkheden biedt. De camera geeft leerlingen een instrument om op een andere manier naar de wereld om hen heen te kijken. Ook het toewerken naar een fototentoonstelling aan het einde van de projecten, biedt volgens de commissie vertrouwen in het enthousiasmeren van de leerlingen.
Door aan de ene kant het ambacht van fotografie te belichten (standpunt, licht, schaduw, perspectief en kader) en aan de andere kant fotografie in te zetten als middel om crossovers te maken met andere schoolvakken, doen leerlingen op een andere manier kennis en ervaring op. De commissie vindt de aanvraag op dit punt goed uitgewerkt en is van mening dat de aansluiting met de leerlingen daarmee geborgd is. Foam werkt met kleine groepen (maximaal vijftien leerlingen) en zorgt ervoor dat leerlingen groepsgewijs aan de opdracht werken. Foam geeft daarnaast aan dat de museumdocenten getraind zijn in de methode van Visual Thinking Strategies en dat deze methode kan helpen bij taalontwikkeling van nieuwkomers. De commissie vindt beide punten positief voor kinderen met verhoogde kans op een onderwijsachterstand.
De commissie krijgt op basis van de aanvraag weinig inzicht in de manier waarop de coaches en het aanbod zijn of worden ingebed in het beleid van de betrokken scholen. Dat het schoolteam volgens het plan weinig betrokken is bij wat de cultuurcoaches op school doen, laat volgens de commissie zien dat die inbedding beter moet. Het plan maakt niet inzichtelijk welke stappen Foam hiertoe wil zetten.
De commissie vindt dat Foam wel goed reflecteert op het wisselen van scholen. Twee van de scholen waarmee het museum eerder samenwerkte stopten de samenwerking, omdat bij die scholen de wens leeft om met theatermakers te gaan werken. Foam werkt de komende periode op een nieuwe school en zet de samenwerking met twee andere scholen voort. Het is voor de commissie duidelijk dat Foam met twee cultuurcoaches per school werkt, maar dat wordt niet onderbouwd. Het is daarom voor de commissie niet duidelijk of het cultuuronderwijs op de betrokken scholen door het aanbod van Foam wordt uitgebreid of geïntensiveerd.
Verbinding en doorstroom
De commissie beoordeelt de verbinding en doorstroom als zwak.
De commissie vindt de rol van de cultuurcoach in de doorstroom en toeleiding naar na- en buitenschools aanbod zwak uitgewerkt in het plan. Deze rol wordt in louter algemene bewoordingen beschreven. De aanvraag focust met name op de binnenschoolse lessen. Die vindt de commissie sterk, maar zij krijgt op basis van het plan weinig grip op de concrete activiteiten die ontplooid worden rondom doorstroom. Foam geeft wel aan dat beeldende kunst in het aanbod is opgenomen. Dat biedt aanknopingspunten voor de doorstroom, maar ook hiervoor geldt dat het verder niet wordt uitgewerkt. Positief vindt de commissie dat Foam voor de cultuurcoaches een rol ziet in het vergroten van de betrokkenheid van ouders. Ook hiervoor geldt echter dat de aanvraag niet concreet wordt en daardoor niet voldoende overtuigend is.
Het plan geeft enkele voorbeelden van naschools aanbod met samenwerkingspartners, zoals het Meervaart Jong programma ‘Express’ en het ‘Best of the West Festival’ van Podium Mozaïek. In de publieke ruimtes van Podium Mozaïek kan het werk van leerlingen worden tentoongesteld. De commissie vindt deze samenwerkingen met de genoemde activiteiten voldoende onderbouwd, maar het is haar niet duidelijk wat de concrete rol van de cultuurcoaches hierbij is en hoe zij denken te zorgen dat leerlingen hier aan deel gaan nemen. Foam noemt ook MAQAM en Bureau Yan als samenwerkingspartners. De commissie vindt dit aansprekende namen. De korte beschrijvingen van de activiteiten die in het verleden samen zijn ontplooid spreken tot de verbeelding en voortzetting van deze samenwerkingen vindt de commissie dan ook logisch en passend. MAQAM is een grassroots wijkcentrum dat workshop- en tentoonstellingsruimte biedt. Samen met Bureau Yan ontwikkelden de cultuurcoaches van Foam eerder al maatschappelijke projecten (bijvoorbeeld met als thema mode en identiteit) die leerlingen kunnen empoweren. Foam beschrijft echter niet hoe deze samenwerkingen georganiseerd zijn en verduurzaamd worden. De keuze voor nieuwe partners, zoals OBA en Junior Fashion College, worden nauwelijks onderbouwd. De commissie constateert ook dat er geen samenwerkingen zijn met partners in de buurt van de scholen. De commissie constateert dat het plan niet beschrijft of Foam samenwerkt met het Jeugdfonds Cultuur en Sport.
Profiel van de cultuurcoach(es)
De commissie beoordeelt het profiel van de cultuurcoaches als goed.
De commissie maakt uit de cv’s op dat Foam ervaren museumdocenten inzet als coaches. Hun kennis en ervaring sluiten voor het grootste deel goed aan op de in het plan genoemde activiteiten. De cv’s zijn aangevuld met korte biografieën, met daarin voorbeeldprojecten en werkervaring die tot de verbeelding spreken. Zo is een van de coaches ook NT2-docent. Deze ervaring komt van pas bij leerlingen met een taalachterstand. Een van de coaches organiseerde eerder samen met MAQAM en Pepper het project ‘Kolenkids’, waarin een groep kinderen met een biculturele achtergrond door middel van fotografie de thema’s eten, vriendschap, verkeer en cultuur onderzocht. Het project werd afgesloten in het bijzijn van de ouders. De commissie is mede door dit soort informatie overtuigd van het artistieke vakmanschap, maar mist bij enkele coaches ervaring in doorstroom en verbinding.
De commissie vindt de aandacht voor diversiteit en inclusie binnen de beschrijving van het profiel van de cultuurcoaches overtuigend, hoewel het plan niet benoemt of en hoe de Code Diversiteit en Inclusie wordt toegepast bij de werving van coaches. Foam geeft aan ruimte te maken ‘voor verschillen in seksediversiteit, biculturaliteit, genderidentiteit, seksuele oriëntatie en (a)religieuze/spirituele voorkeur.’ Onder de museumdocenten bevinden zich neurodivergente personen en een auditief beperkte docent. Foam zegt dat het team cultuurcoaches een afspiegeling is van dit divers samengestelde museumdocententeam. De commissie vindt het goed dat het plan aandacht besteedt aan safe/brave handelen en het vormgeven van safe en brave spaces, waarbij de cultuurcoaches zich bewust zijn van de positie van de macht en geprivilegieerde groepen.
Financiële uitwerking
De commissie beoordeelt de financiële uitwerking als zwak.
De commissie vindt de urenbegroting niet voldoende realistisch en onderbouwd. Zij constateert dat de aanvraag uitgaat van twee cultuurcoaches per school. Waarom dit zo is, wat de meerwaarde van twee cultuurcoaches is en om hoeveel leerlingen en/of groepen het gaat, wordt verder niet toegelicht. Daarnaast is de verhouding tussen lesuren en doorverwijsuren bij geen enkele cultuurcoach hetzelfde. De verhouding is in geen enkel geval 50-50%. Er is zelfs een cultuurcoach zonder doorverwijsuren. De ureninzet, de verschillen in de verhouding tussen les- en doorverwijsuren en de afwijking van de 50-50% regel worden niet onderbouwd. De commissie mist ook gereserveerde uren voor deskundigheidsbevordering en coördinatie. Wel voldoet de inzet van de cultuurcoaches aan de minimale vereiste van acht uur per week per school.
Foam maakt gebruik van twee uurtarieven, waarbij de voorbereidings-, begeleidings- en doorverwijsuren lager beloond worden dan de lesuren. De achtergrond hiervan wordt niet toegelicht. De bedragen zijn wel alle conform fair pay.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van Fotografiemuseum Amsterdam niet te honoreren omdat deze minder dan twaalf minder punten heeft behaald.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Meerjarige subsidies Cultuurcoach 2025-2028.