Trouble Man

Theater
Aangevraagd: € 65.000
Toegekend: € 65.000

Inleiding

De missie van Trouble Man is om voorstellingen te maken, vertrekkend vanuit de belevingswereld van Sadettin Kirmiziyüz. Hiermee gunt hij zijn publiek een blik door de ogen van een Amsterdammer met een biculturele achtergrond. Trouble Man wil deze blik met een zo breed mogelijk publiek delen: zowel om de blik van het traditionele theaterpubliek te verruimen, als om Amsterdammers met diverse achtergronden een theatrale vertelling te laten zien waaraan zij zich kunnen spiegelen.

In de periode 2021-2024 maakt Trouble Man vier nieuwe voorstellingen: Bekeerlingen, over de rol van traditie, gemeenschap en rituelen in onze samenleving; Mijn Schuld, over schuldenproblematiek en het effect ervan op je zijn; somedaymyprincewill.com/again, het vervolg op de hitvoorstelling somedaymyprincewill.com, en De Kinderen Kirmiziyüz over de vraag hoe we opgroeien en hoe we onze kinderen laten opgroeien. Daarnaast maakt hij één nieuwe coproductie met de Toneelmakerij voor de grote zaal: 1001 Nacht, naar aanleiding van de klassieke sprookjesverzameling. Bovendien zijn er twee hernemingen gepland en is er ruimte in de planning voor nog twee.

Trouble Man ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020. 
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 65.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan. 


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
De commissie vindt dat Trouble Man een herkenbare en specifieke artistieke signatuur heeft met voorstellingen die vertrekken vanuit de belevingswereld van artistiek leider Sadettin Kirmiziyüz. De commissie vindt de voorstellingen persoonlijk, authentiek, sociaal-maatschappelijk, relevant en herkenbaar. Inherent aan de werkwijze van Trouble Man is dat vooraf nog veel open ligt en de voorstelling zich vormt in een korte repetitieperiode. Daarmee vindt de commissie het verklaarbaar dat er nog weinig uitwerking te lezen is van de voorstellingsplannen voor komende periode. De plannen voor de producties voor komende periode worden vooral beschreven aan de hand van de persoonlijke motivatie van Kirmiziyüz voor het maken ervan en nog niet zozeer theatraal uitgewerkt. De commissie vindt de persoonlijke motivaties echter een grote inhoudelijke gedrevenheid en ideeënrijkdom ademen. Dit ziet de commissie bijvoorbeeld terug in de motivatie voor een voorstelling als Bekeerling, waarin Kirmiziyüz de rol van tradities en gemeenschap in ons leven wil onderzoeken en daarbij verschillende perspectieven van mensen die hij ontmoette weergeeft. De commissie heeft op grond van de originele thema’s, de gedrevenheid van de artistiek leider en de producties die hij al op zijn naam heeft staan, vertrouwen dat ook de voorstellingen voor komende periode theatraal prikkelend zullen zijn. 

Trouble Man heeft, vindt de commissie, een overtuigende visie op waarom en voor wie het gezelschap zijn voorstellingen maakt. De artistieke betekenis voor het beoogd publiek spreekt duidelijk uit het plan en de voorstellingen. Trouble Man richt zich op zowel het traditionele theaterpubliek, wiens blik Kirmiziyüz wil verruimen, als op Amsterdammers met diverse achtergronden, om hen een theatrale vertelling te bieden waaraan zij zich kunnen spiegelen. Kirmiziyüz kiest daartoe overtuigend voor thema’s zoals identiteit, schulden, tradities en religie die hem persoonlijk aangaan, maar door een toegankelijke theatrale uitwerking herkenbaar worden voor anderen, zelfs voor publiek dat wat verder afstaat van het onderwerp. De commissie is van mening dat die toegankelijkheid voor een breed publiek soms een zekere inhoudelijke gelaagdheid belemmert. Echter, de commissie ziet dat de voorstellingen een grote impact op het publiek hebben doordat Kirmiziyüz zich kwetsbaar opstelt in de wijze waarop hij de onderwerpen op het podium behandelt. Hierdoor krijgen zijn voorstellingen een diep menselijk karakter. Dit wordt versterkt doordat de maker zijn voorstellingen vaak nog verder opentrekt door op toneel in dialoog te gaan. Op deze manier krijgt Kirmiziyüz zijn publiek zover om ook kritisch naar zichzelf te kijken en met een empathische houding naar de ander. Hiermee neemt de maker het publiek daadwerkelijk mee in zijn verhaal.

De commissie waardeert de wijze waarop Trouble Man in het plan een grote mate van zelfreflectie toont en over de afgelopen periode zowel positieve als negatieve aspecten benoemt. De artistieke ambities voor de langere termijn zijn volgens de commissie duidelijk op deze ervaringen gebaseerd. Doordat de voorstelling Metropolis 1 naar eigen zeggen een ‘misser’ werd, is Trouble Man teruggekeerd naar zijn oorspronkelijke manier van werken, en verdiept hij de focus op persoonlijke thema’s in verbinding met een nog universeler verhaal. Omdat de vele samenwerkingen in afgelopen periode het voor de maker lastig maakten zijn eigen artistieke rol te vinden en zijn signatuur vast te houden, wordt komende periode het aantal coproducties teruggebracht. De commissie vindt de beoogde artistieke ontwikkeling doordacht en overtuigend. .  De organisatie investeert daarnaast in de artistieke ontwikkeling van Kirmiziyüz, door hem de ruimte te geven om in 2023 en 2024 gedetacheerd als acteur bij een ander gezelschap te werken in twee projecten. Bovendien gaat Trouble Man met een dramaturg werken aan de beoogde artistieke verdieping. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
Trouble Man verbindt zich in zekere zin inhoudelijk via de stedelijke thematiek van zijn voorstellingen met de biculturele jonge stedeling in Amsterdam en met culturele en maatschappelijke organisaties. Trouble Man maakt in samenwerking met het Bijlmer Parktheater en Meervaart Theater contextprogramma’s rondom de thematiek van zijn voorstellingen. Voor zijn voorstelling Mijn Schuld loopt Kirmiziyüz bijvoorbeeld een tijd mee met medewerkers van Civic, een Amsterdamse organisatie gespecialiseerd in schuldhulpverlening. Deze samenwerkingen betreffen volgens de commissie vooral onderzoek voor de voorstellingen van Trouble Man of zijn gericht op randprogramma’s rond de voorstellingen. Trouble Man gaat niet op andere wijze direct een verbinding aan met de bewoners van de stad. 

Een aanzienlijk deel van de activiteiten van Trouble Man vindt plaats in het centrum, waar ook het grootste aandeel publiek wordt bereikt. Trouble Man draagt volgens de commissie toch in redelijke mate bij aan spreiding van het aanbod en publiek, dankzij speelbeurten op podia in stadsdeel West en Zuidoost. Met  Meervaart Theater en het Bijlmer Parktheater wordt in komende periode ook meer ingezet op het gezamenlijk organiseren van context- en randprogrammering voor het publiek in die stadsdelen.  


Trouble Man heeft wat betreft het eigen accent gekozen voor het thema Leefbare stad. 
De uitwerking van dit thema in het plan vindt de commissie niet heel overtuigend. Daarbij accentueert Trouble Man vooral dat het werk van Sadettin Kirmiziyüz oproept tot meer empathie, inlevingsvermogen en medemenselijkheid in een land waar verschillende culturen samenleven.  De commissie herkent dit ook terug in het plan doordat Trouble Man in de voorstellingen thema’s behandeld als identiteit, cultuurverschillen, migratie en religie. De commissie ziet echter niet hoe Trouble Man hiermee concreet bij zal dragen aan de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de leefomgeving van de bewoners van Amsterdam.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
Het plan is realistisch en uitvoerbaar als het gaat om de hoeveelheid projecten, de omvang van het goed op elkaar ingespeelde team, en de deskundigheid en ervaring van de betrokkenen. Dat er komende periode een vaste dramaturg wordt aangetrokken vergroot volgens de commissie het vakmanschap op artistiek vlak binnen de organisatie. De projecten zijn overtuigend en helder uitgewerkt en passen bij de omvang van de organisatie. De commissie oordeelt in dat licht ook positief over de focusverschuiving van kwantiteit naar kwaliteit voor komende periode. De keuze om het aantal coproducties met de Toneelmakerij te beperken tot een à twee is goed overwogen en gemotiveerd. De vermindering van het aantal producties zal ook de druk op Kirmiziyüz en zijn team verlagen. Daarnaast gaat de organisatie steviger inzetten op ‘procesregie’: een vorm van maken waarbij de regisseur degene is die het maakproces inricht en begeleidt en vanaf de start ook het eerste aanspreekpunt is van bijvoorbeeld marketing en educatie. Daarmee zet Trouble Man een overzichtelijke werkwijze binnen de organisatie neer. 

De bedrijfsvoering is voldoende gezond om de voornemens uit te voeren. Trouble Man heeft in de afgelopen periode dankzij structurele subsidie van het Fonds Podiumkunsten een goede financiële basis verworven met genoeg eigen vermogen om tegenvallende resultaten op te kunnen vangen. Trouble Man komt bovendien met een risicoanalyse. Zo onderkent de organisatie als blijvend risico dat zij grotendeels artistiek afhankelijk is van het talent van Kirmiziyüz, hetgeen inderdaad een risico kan zijn voor het functioneren van de organisatie op lange termijn. Voor het risico dat er subsidie zou kunnen wegvallen kiest de organisatie een realistische, praktische strategie: in dat geval schrapt het gezelschap ten minste één productie en zoekt het naar een coproducent. 

De begroting is passend en realistisch bij de aard en omvang van het gezelschap en de voorgenomen activiteiten. De commissie vindt de stijging in kosten ten opzichte van voorgaande periode door een personeelsuitbreiding aanvaardbaar in het licht van de plannen voor komende periode. Ze vindt de noodzaak om een marketeer en een dramaturg aan te nemen goed onderbouwd. Een kanttekening zet de commissie wel bij de sterke toename in de totale beheerslasten ten opzichte van voorgaande periode, die ze niet heel helder gemotiveerd vindt. 
De commissie is van mening dat de financieringsmix divers is, met inkomsten uit coproductie en detachering en private middelen, waarmee de eigen inkomsten volgens de commissie goed in balans zijn met de aangevraagde subsidiebedrag bij het AFK. 

Het marketingplan is realistisch en passend om het beoogde publiek te bereiken. Trouble Man heeft duidelijk zijn publiek, bestaande uit het traditionele theaterpubliek en Amsterdammers met diverse achtergronden, in beeld. In het plan worden deze verder uitgesplitst in subdoelgroepen, die beschreven worden aan de hand van personages, de zogenaamde persona’s. Daarbij wordt het bestaande publiek beschreven aan de hand van de personages ‘jong en hoopvol’, ‘stedelijke dynamiek’ en ‘luxe leven’. Trouble Man wil dit graag uitbreiden met nieuw publiek dat ze als ‘dromen en rondkomen’ typeert. Trouble Man verbindt deze segmentering van doelgroepen aan de speelplekken waar deze groepen dichtbij wonen, gebruikt daarbij doelgroeponderzoek en past de marketing daarop aan. Zo wil de organisatie de beoogde doelgroep ‘dromen en rondkomen’ vooral vinden rondom speelplekken als Meervaart Theater en het Bijlmer Parktheater. Trouble Man kiest daarbij in de communicatiemiddelen voor de zogeheten direct approach: het gezelschap duikt in een community rondom de speelplekken en maakt vertegenwoordigers tot ambassadeur. De commissie vindt deze persoonlijke benadering een bij de organisatie passende wijze van marketing.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
Het plan draagt in artistieke zin in hoge mate bij aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. Culturele diversiteit is onlosmakelijk verbonden met het programma en de thematiek die Trouble Man in de voorstellingen aankaart. In de komende periode zullen in elk geval de voorstellingen Bekeerlingen, Somedaymyprincewill.com/again expliciet over thema’s rondom culturele diversiteit en identiteit gaan en wordt met de coproductie 1001 Nacht een niet-westerse klassieker gebracht.

Met het plan draagt Trouble Man in zeer bescheiden mate bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. Hoewel de onderwerpen die Kirmiziyüz aansnijdt cultureel divers zijn, bestaat het publiek nog voornamelijk uit regulier theaterpubliek dat over het grote geheel niet cultureel divers is samengesteld. Trouble Man geeft zelf aan dat er een kleine, trouwe groep binnen het huidige publiek een cultureel diverse achtergrond heeft en wil daarin groei bewerkstelligen. Daarom wil Trouble Man komende periode ook spelen op plekken als Meervaart Theater en Bijlmer Parktheater en daarmee samenwerken in randprogramma’s. De commissie vindt dit realistische stappen, maar verwacht wel dat het een actievere rol van Trouble Man zal vragen om, buiten de inspanningen van de theaters om, de communities in West en Zuidoost te bereiken. Daar geeft het plan nu geen concreet houvast voor. 

Trouble Man heeft volgens de commissie een visie op en een plan van aanpak voor de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het bestuur, dat heldere uitgangspunten heeft maar weinig concreet is. Het personeel van de kleine organisatie is met de artistiek leider enigszins cultureel divers. Trouble Man geeft aan dat de kantoorfuncties op zakelijke leiding en marketing al jaren door dezelfde mensen worden vervuld, maar dat, mocht hier een vacature ontstaan, het principe van diversiteit en inclusie een belangrijke rol zal spelen. Onlangs is in het bestuur iemand toegetreden met een cultureel diverse achtergrond. De organisatie moet nog besluiten over een mogelijke uitbreiding van het bestuur en zal dan ook zoeken naar meer diversiteit. De commissie leest hier nog geen concrete mogelijkheden voor. 


Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen om de aanvraag van Trouble Man te honoreren met het gevraagde bedrag van € 65.000 per jaar.

De aanvraag is behandeld in de adviescommissie Theater.