Third Space

Theater
Aangevraagd: € 95.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Stichting Third Space richt zich op de ontwikkeling en uitvoering van dialogical art en noemt het gezelschap vanaf komende periode Building Conversation. Het gezelschap voert patroon-doorbrekende performatieve gesprekken uit, binnen uiteenlopende maatschappelijke domeinen en inspireert met zijn werk naar eigen zeggen een levendige gesprekscultuur die veranderlijk, dynamisch en krachtig is, waarin we tegenstand verduren, ruimte creëren voor verschil en nieuwe werkelijkheden scheppen. Het deelnemende publiek betrekt Building Conversation direct bij de totstandkoming van het werk; als mede-maker en gesprekspartner. Building Conversation combineert kunst en betrokken communitywerk.

In het plan voor 2021-2024 bestendigt en verdiept het gezelschap de positie. Building Conversation zal zich blijvend toeleggen op de ontwikkeling en uitvoering van dialogical art in binnen- en buitenland én ziet het als haar taak om te voorzien in onderzoek en reflectie op deze in Nederland in zijn ogen nog onderbelichte kunstvorm. Building Conversation voert zijn reeds bestaande repertoire uit en vult dit aan met nieuw werk. Om de impact en het bereik te vergroten, maakt het gezelschap zijn werkveld in de komende periode diverser: naast het (inter)nationale culturele veld waarin het opereert, zal het actief zijn op onder meer scholen, hogescholen en universiteiten. Ook ontwikkelt Building Conversation proposities voor het bedrijfsleven en zal samenwerken met gemeenten rond diverse participatievraagstukken.

Building Conversation werkt vanuit de thuisbasis in Amsterdam-Noord en bespreekt in zijn werk de stedelijke thema’s over schurend sociaal contact en de ecologische uitdagingen van het stedelijke leven. Als tegenhanger van de stedelijke dynamiek zoekt het gezelschap ook een plek op ver van de Randstad, in het grensdorp Ter Apel.

Stichting Third Space (Building Conversation) ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 84.873 per jaar (incl. indexatie 2020). 
Voor de periode 2021-2024 vraagt Stichting Third Space (Building Conversation) bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 95.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan. 


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
Building Conversation heeft volgens de commissie een unieke artistieke signatuur in de ontwikkeling en uitvoering van dialogical art, waarbij gespreksvormen het uitgangspunt vormen. Het leidt tot performances in een bijzondere combinatie van kunst en communitywerk, werkend vanuit een sterke inhoudelijke thematiek en een groot maatschappelijk engagement.
De opzet van Building Conversation vindt de commissie absoluut origineel te noemen. Het focust zich in zijn vorm op de interactie met het publiek, dat niet alleen deelgenoot is van het kunstwerk, maar het kunstwerk zelf vormt. De commissie vindt dat het gezelschap daarmee een herkenbare signatuur heeft in de vorm die het kiest. Het plan geeft voor de komende plannen veel theoretische en filosofische context en die wordt in de ideeën voor de projecten volgens de commissie vaak prikkelend vertaald, zoals het behandelen van het milieuvervuilende gedrag van de mens als een verslaving. De commissie vindt de artistieke eigenheid van de projecten voor komende periode in theatraal opzicht echter nog weinig overtuigend. Weliswaar worden de projecten van het gezelschap volgens de commissie vormgegeven in een theatrale setting, maar Building Conversation richt zich komende periode zoveel op de toepasbaarheid van de gespreksmethode buiten een culturele context, dat dit het artistieke karakter van de projecten minder evident maakt. De theatrale ruimte wordt in de plannen volgens de commissie meer als middel gebruikt om verbinding en dialoog op gang te brengen, dan dat hij dient als creatieruimte. Niet duidelijk wordt wat dit aan prikkelende nieuwe artistieke creaties oplevert.

De commissie ziet dat de impact van de performances van Building Conversation groot kan zijn bij het publiek. De deelnemers aan de projecten zijn direct betrokken bij de totstandkoming van het werk en krijgen zowel de rol van mede-maker als die van gesprekspartner. De inhoud en vorm van de gesprekken hebben een grote mate van maatschappelijke noodzaak. De impact die de groep bij het publiek wil creëren is het startpunt voor het gezelschap. Het publiek wordt echt uitgenodigd om stil te zitten en na te denken, en op wie zich ervoor open stelt kan dat een diepe indruk maken. De commissie vindt wel dat de makers in de setting die de projecten bieden in grote mate gespreksleiders zijn geworden, in plaats van performers, waardoor dit het beoogd publiek wellicht een psychologische of filosofische betekenis geeft, die niet per definitie als artistieke betekenis kan worden beleefd. 

Building Conversation heeft volgens de commissie vanuit een zeer sterk engagement de dialogical art (her)ontdekt en zich deze compleet eigen gemaakt. Dit heeft geleid tot een tiental beproefde, thematische gespreksmodellen die steeds opnieuw inzetbaar zijn al naar gelang de situatie. Dit geeft Building Conversation een artistieke basis waar zij verder op kan bouwen. 
De organisatie wil zich ontwikkelen door een platform te zijn voor dialogical art en een blijvende factor in het verbinden door middel van gesprekken. Zij wil nieuwe onderwerpen benaderen met reeds ontwikkelde gespreksmethodes. Deze plannen tonen voldoende basis en reflectie op het verleden, maar de commissie mist de ambitie bij het gezelschap naar verdere artistieke ontwikkeling. Dat het gezelschap zijn methode naar een nieuwe doelgroep wil verleggen, vindt de commissie een positieve en spannende ontwikkeling. Wat haar minder overtuigt in het licht van de aanvraag bij het AFK, is dat de theatrale ruimte in de plannen volgens haar steeds minder van belang wordt. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
De commissie vindt dat Building Conversation zich sterk verbindt met de stedelijke samenleving. De dialogical art die Building Conversation ontwikkelt en presenteert vormt altijd een directe verbinding met de samenleving omdat de makers de deelnemers - het publiek - direct betrekken in de producties en deze producties altijd door een inhoudelijk actueel thema bepaald worden. De performances blijven op het repertoire en blijven op maat 'gespeeld' voor andere instellingen. In die zin gaat het gezelschap in op tal van maatschappelijke vraagstukken en betrekt het in zijn voorstellingen direct het Amsterdamse publiek. Building Conversation wordt uitgenodigd door veelal culturele organisaties als het Tropenmuseum, Artis, Theaterfestival, AHK en de VU om hen te ondersteunen in het vormgeven van de dialoog. De commissie ziet weinig verbindingen met sociaal-maatschappelijke organisaties in het plan terug, behalve dat er performatieve gesprekken worden gevoerd op minder voor de hand liggende plekken zoals de Eltheto Kerk en Akwaaba Zorg. 

Building Conversation draagt volgens de commissie sterk bij aan de spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan. De groep gaat projecten en samenwerkingen aan in de gehele stad, waardoor verspreid over de stad publiek wordt bereikt. De thuisbasis Amsterdam-Noord krijgt daarbij net iets meer aandacht. De stadstrajecten die in Noord en Oost zijn gestart staan de komende periode ook gepland voor Nieuw-West en Zuidoost. Daarnaast wordt voor het project Empty Chair vmbo-scholen in de stad benaderd. 
 
Building Conversation heeft als eigen accent gekozen voor het thema Leefbare stad. Ook al is dit accent in het plan nauwelijks uitgewerkt, toch herkent de commissie het thema in het plan. Het gezelschap staat in direct contact met stedelijke communities en met de performatieve gesprekken die vaak aan de thema’s van de leefbare stad raken. Building Conversation creëert zo op actieve wijze sociale cohesie, verbinding en begrip tussen haar bezoekers. Zo gaat het performatieve gesprek De-privatising thought onder meer over het je ontdoen van je eigen projectie op anderen en zo het creëren van verbinding.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.
De commissie vindt het plan van Building Conversation realistisch en uitvoerbaar wat betreft organisatie, werkwijze en vakmanschap, doordat het ten opzichte van de afgelopen jaren geen grote wijzigingen in aanpak toont. De makers en het artistieke team hebben eerder bewezen dat zij in staat zijn om dit soort performances op te zetten. Artistiek leider Lotte van den Berg heeft volgens de commissie een goed netwerk van instanties die graag met haar werken en de zakelijk leider is ervaren. Het aantal voorgenomen producties en het aantal uitvoeringen daarvan geeft een helder en haalbaar beeld. Ook de inhoudelijke (coproductie)partners als de Oude Kerk, Nederlands Theater Festival en het Tropenmuseum zijn vakkundige partijen waar inhoudelijk en organisatorisch een goede samenwerking mee te verwachten valt. 

Building Conversation heeft een redelijk gezonde bedrijfsvoering. De jaarverslagen van 2017 en 2018 geven een helder beeld van de bedrijfsvoering, die voldoende flexibel blijkt bij tegenvallers en waarbij er een reserve is opgebouwd om eventuele tegenvallers op te kunnen vangen. Het netwerk van de landelijke en internationale organisaties die de performatieve gesprekken van de organisatie afnemen is gegroeid. Dit geeft ook in financieel opzicht een stabiele basis. Wel ziet de commissie een zeker risico op spanning tussen de uitvoering van de meer commerciële activiteiten binnen de organisatie en de artistieke opdracht, waarbij onderzoek wordt gedaan naar de theatrale vorm. Hoe hier binnen de bedrijfsvorming mee wordt omgegaan, zodat de activiteiten gericht op het toepasbaar maken van de methodiek voor commerciële doeleinden bijvoorbeeld geen belemmering wordt voor mogelijke subsidiënten, is niet duidelijk. 

De commissie vindt de begroting van Building Conversation in het algemeen realistisch en passend bij de plannen, maar heeft kanttekeningen bij het dekkingsplan. De begroting is in redelijke verhouding met het aantal producties en de inzet van de medewerkers; de kosten passen bij de plannen. 
De financieringsmix vindt de commissie niet realistisch. De publieksinkomsten bestaan volledig uit de uitkoopsommen die theaters en festivals betalen. De commissie ziet een risico in deze afhankelijkheid, doordat de commissie uit het plan niet kan herleiden of Building Conversation met de beoogde vorm als hoofdprogramma te programmeren is en daar niet overtuigd van is. De commissie vindt daarnaast de bijdrage van het AFK erg hoog is, zeker gelet op het beperkte publieksbereik. De commissie meent bovendien dat er nog mogelijkheden benut kunnen worden voor inkomsten uit sponsoring of overige inkomsten vanwege de vele op een corporate afzetmarkt gerichte activiteiten. 

De commissie vindt het marketingplan van Building Conversation weinig realistisch en passend om het beoogde publiek te bereiken. De organisatie specificeert haar doelgroepen verdeeld in partners/opdrachtgevers enerzijds en deelnemend publiek anderzijds. De marketinginspanningen zijn meer gericht op de verkoop van projecten dan op het publieksbereik. Voor de marketing zoekt Building Conversation begrijpelijkerwijs samenwerking met het bedrijfsleven, maar deze plannen zijn in de ogen van de commissie nog vooral intentioneel en onvoldoende concreet. 
In het plan ziet de commissie geen marketingstrategie gericht op het deelnemend publiek. Temeer daar Building Conversation dalende publieksaantallen kende in voorgaande periode, vindt de  commissie het ontbreken van een gericht marketingplan, voortkomend uit reflectie op deze daling, niet erg vertrouwenwekkend. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak. 
Building Conversation levert een bijdrage aan het vergroten van de culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. Het gezelschap heeft geen omschreven visie op culturele diversiteit. De inhoudelijke uitgangspunten die het gezelschap hanteert zoals uitsluiting, ongelijke machtsverhouding, migratie en racisme sluiten hier echter wel bij aan. Ook een aantal van de voorgenomen projecten draagt concreet bij aan een cultureel divers aanbod. In het project Empty Chair produceert het gezelschap een performatief gesprek voor vmbo-scholen ter nagedachtenis van uitgeprocedeerde kinderen uit asielzoekerscentra. Het gaat actief naar deze verhalen op zoek en zet deze als performance in de klas. Ook staat een reeks performatieve gesprekken over slavernij bij het Tropenmuseum op het programma. 

Het plan van Building Conversation draagt in de ogen van de commissie matig bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. Hoewel de organisatie in het plan aangeeft dat haar performatieve gesprekken gebaat zijn bij een divers publiek, bevat het geen duidelijke visie hoe de organisatie dat cultureel divers publiek wil bereiken. Het gezelschap gaat komende periode bewust op zoek naar partijen en presentatieplekken zoals het Tropenmuseum, Studio52 en DEGASTEN waar het verwacht een meer divers publiek aan te treffen. Maar een plan om dit cultureel diverse publiek zelf te bereiken ontbreekt.

Het plan van Building Conversation toont geen sterke visie op de diversiteit van het personeelsbestand en bestuur, al is het gezelschap zich naar eigen zeggen bewust van de benodigde ontwikkeling op dit gebied. De organisatie geeft aan nu prioriteit te geven aan een wijziging in de samenstelling van bestuur en (tijdelijk) personeel. De commissie vindt het dan een gemiste kans dat bij de recente uitbreiding van het bestuur met twee leden, geen bestuursleden met een biculturele achtergrond zijn aangetrokken. 


Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Stichting Third Space (Building Conversation) te honoreren met een lager bedrag dan aangevraagd, vooral omdat een verhoging van de bijdrage van het AFK niet in lijn is met het gedaalde publieksbereik in Amsterdam in de voorgaande periode.  De commissie adviseert daarom de aanvraag van Stichting Third Space (Building Conversation) gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 85.000 per jaar.

De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.