Theater De Krakeling

Theater
Aangevraagd: € 1.388.999
Toegekend: € 1.160.000

Inleiding

Theater De Krakeling (De Krakeling) is in zijn eigen woorden al meer dan veertig jaar hét theater voor jeugd en jongeren in Amsterdam en Nederland. Jaarlijks toont het theater meer dan 350 voorstellingen voor 50.000 bezoekers. Dagelijks toont het kwalitatief jeugdtheater van Nederland en ver daarbuiten voor kinderen en jongeren van twee tot en met zestien jaar. De voorstellingen die De Krakeling programmeert moeten verbeeldingskracht tonen en uitdagend zijn: voorstellingen die net iets verder gaan dan wat je al kende.

De komende periode ligt de focus op programmeren voor alle Amsterdammers, door toegankelijkheid, herkenning en representatie; door differentiatie en verdieping in festivals; door gesprekken met partnergezelschappen over aanbod en door meer programmeren en meer zichtbaar zijn buiten het eigen pand. De Krakeling wil de sector aanjagen en samen met het publiek inspireren door jaarlijks een eigen coproductie en een Krakeling Festival op meerdere locaties in de stad te organiseren. Daarnaast wil het theater het internationale aanbod versterken. 
De terreinen van educatie en participatie wil het verder integreren en versterken door onder andere meer verdiepende projecten te organiseren voor onderwijs, door het project voor primair onderwijs voort te zetten en door het aanbod voor voortgezet onderwijs uit te breiden. Ook richt De Krakeling zich daarbij op publiek dat op eigen gelegenheid naar de Krakeling komt. Het publiek wil het theater verbreden via de focus op toegankelijkheid in communicatie en programmering en door de bezoekbeleving te verbeteren. 
Tot slot wil De Krakeling de organisatie en huisvesting toekomstbestendig maken door de verhuizing naar het Westergasterrein. Om meerdere zalen en een groter publieksbereik aan te kunnen zal de organisatie worden aangepast. 

Theater De Krakeling ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van 
€ 1.159.854 per jaar (incl. indexatie 2020). 
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld
€1.388.999 per jaar in het kader van het Kunstenplan. 


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
Theater De Krakeling heeft volgens de commissie een specifieke, herkenbare artistieke signatuur als podium dat zich richt op hoogwaardig theater voor uitsluitend kinderen en jongeren en hun begeleiders. Ze hanteert een heldere artistieke visie op (jeugd)theater. De Krakeling wil voorstellingen laten zien vanuit een herkenbaar artistiek uitgangspunt: het theater wil het onbekende tonen, zodat kinderen worden uitgedaagd en nieuwe perspectieven, meningen en andere werelden leren kennen. Dit uitgangspunt wordt volgens de commissie in het plan herkenbaar en prikkelend vertaald in de programmering en activiteiten. Zo programmeert Theater De Krakeling toonaangevende theater- en dansgezelschappen als de Toneelmakerij, AYA en DOX die met hun diverse cast grootstedelijke verhalen vertellen. De Krakeling is daarbij ook een duidelijke aanjager in de sector. Ze geeft bijvoorbeeld ruimte aan vernieuwing en diversiteit door jonge en Amsterdamse initiatieven te stimuleren en te programmeren, zoals Lost Project, DEGASTEN en George & Eran Producties, waarvan de laatste de komende periode vanuit de vraag van De Krakeling voor het eerst een jeugdvoorstelling gaat maken. Ook in de coproducties kiest De Krakeling voor verhalen waarmee kinderen en jongeren worden uitgedaagd tot nieuwe perspectieven, zoals de succesvolle productie Martin Luther King in voorgaande periode in samenwerking met Urban Myth en STIP Theaterproducties. Tevens bestendigt De Krakeling zijn aanjagende positie door vanaf 2018 het Krakeling Festival te organiseren en andere (thema)festivals per jaar te presenteren als NTF Jong en Pop Arts Festival. 

De Krakeling heeft naar mening van de commissie een overtuigende visie op wat het maakt en voor wie. De Krakeling richt zich op alle leeftijdsgroepen tussen de twee en zestien jaar en de programmering sluit daarop aan. Met zijn toegankelijke programmering, die volgens inschatting van de commissie vanwege de thematiek en vorm goed aan zal sluiten op de culturele interesses van diverse doelgroepen, bereikt ze een publiek uit alle stadsdelen van Amsterdam. De educatieprogramma’s, bestaande uit schoolvoorstellingen met theaterlessen in de klas voor leerlingen uit het primair en het voorgezet onderwijs, vormen hierop een goede aanvulling. De leerlingen leren te reflecteren op wat ze hebben gezien en naar elkaar te luisteren. De commissie vindt dat door deze verdiepende aanpak de artistieke betekenis van de inhoudelijke verhalen van de voorstellingen wordt vergroot. 

De Krakeling reflecteert goed op de ervaringen in afgelopen periode, waarbij artistieke ontwikkelingen die in de voorgaande jaren zijn ingezet, de komende periode verder worden uitgebreid of versterkt. Dat is bijvoorbeeld het geval voor de coproducerende taak die De Krakeling in de voorgaande periode voor het eerst is gestart in samenwerking met Urban Myth en STIP en die heeft geresulteerd in de succesvolle productie Martin Luther King. Deze nieuwe taak krijgt nu een vervolg; De Krakeling wil jaarlijks een coproductie realiseren. Tevens wil ze jaarlijks het Krakeling Festival produceren, een eigen jeugdtheaterfestival dat in 2018 voor het eerst plaatsvond en het internationaal aanbod op zijn podium vergroten. 
De Krakeling heeft daarbij de ambitie om naar het Westergastheater te verhuizen. Binnen de huidige locatie zijn de grenzen in de groei inmiddels bereikt. De commissie verwacht dat de nieuwe huisvesting ook een aanjagende rol zal kunnen spelen, zoals de mogelijkheid die het biedt het aanbod te verbreden naar zomerprogrammering. De Krakeling heeft aandacht voor de professionele ontwikkeling van de medewerkers. Allen krijgen jaarlijks coaching aangeboden en het volgen van opleidingen wordt sterk gestimuleerd. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
Met de actieve manier waarop De Krakeling jeugdtheater toegankelijk probeert te maken voor alle Amsterdamse kinderen en jongeren, ongeacht uit welk stadsdeel en met welke achtergrond, verbindt de organisatie zich in de ogen van de commissie met de stedelijke samenleving. Een goed voorbeeld hiervan is het locatieprogramma Naar de Amsterdammers toe. Hierin worden in samenwerking met jeugdtheatergezelschap BonteHond drie ‘voetbalvoorstellingen’ en een voorstelling in een milieustraat met jongeren in de reclassering gemaakt. Door de programmering op locatie en door de coproducties met verschillende cultureel diverse partnerinstellingen (zoals Urban Myth en het Amsterdams Andalusisch Orkest), legt het theater zowel inhoudelijke als praktische verbindingen met bewoners. Deze verbinding is vooral gericht op het eigen publiek en in het kader van zijn artistieke taak als podium voor jeugdtheater. Daarnaast wordt geïnvesteerd in de verbinding met maatschappelijke organisaties. Door zijn gespecialiseerde functie voor jeugd en jongeren speelt het onderwijs hierin een belangrijke rol voor het theater. Het Amsterdamse onderwijs wordt betrokken via een gezamenlijke inschrijving voor basisscholen die De Krakeling met andere Amsterdamse podia organiseert. Maar ook met andere partijen, zoals het Wereldnatuurfonds in het kader van een onderwerp als duurzaamheid, en Studio 52nd met betrekking tot vraagstukken over gender, vindt verbinding met de stad plaats. 

Het merendeel van de activiteiten van De Krakeling vindt plaats in zijn eigen pand in het centrum van Amsterdam, waar het meeste publiek wordt bereikt. Met die activiteiten kan De Krakeling weinig bijdrage leveren aan de spreiding van het aanbod en het publiek. Na de verhuizing naar de Westergasfabriek, al vroeg in de komende periode, zal het overgrote deel van de activiteiten in West plaats vinden en daar het meeste publiek worden bereikt. Met de educatieprogramma’s in samenwerking met scholen trekt De Krakeling daarnaast ook de stadsdelen in Noord, Nieuw-West, West, Zuid en Zuidoost in. Met het instapprogramma Een kleine brief aan de grote stad gaat De Krakeling bijvoorbeeld naar scholen toe om de klas in het lokaal met een acteur kennis te laten maken met theater en met heel de stad Amsterdam. 
Het is de ambitie om via het eerdergenoemde locatieprogramma ook vaker op plekken buiten Centrum en Zuid te zien te zijn. Er zal bijvoorbeeld in samenwerking met de Toneelmakerij een voorstelling plaats vinden op locatie bij Broedplaats Lely en in Westpoort. Daarmee levert De Krakeling volgens de commissie een reële en haalbare bijdrage aan de spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan in Amsterdam. 

Theater De Krakeling heeft voor wat betreft het eigen accent gekozen voor het thema Leefbare stad. De verbinding met dit thema komt helder naar voren uit de onderwerpen van de voorstellingen, waarin regelmatig vraagstukken rond sociale cohesie centraal staan. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het locatieproject met BonteHond in een milieustraat waar jongeren uit de reclassering meespelen, of de voorstelling ‘voor en door de stad’ in Westpoort met de Toneelmakerij. In de uitwerking van het thema in het plan gaat De Krakeling overtuigend en prikkelend in op het belang van de weerspiegeling van de multiculturele samenleving op het podium. Ieder kind heeft volgens De Krakeling het recht zichzelf op het podium gerepresenteerd te zien. En niet alleen zichzelf te herkennen, maar ook zijn klas- of stadsgenoot. Het theater wil de verbinding tussen Amsterdammers versterken via het leren kennen van elkaars verhalen. De Krakeling geeft dat ook aan als zijnde uitgangspunt voor de coproducties, zoals Martin Luther King en Gilgamesj. De commissie meent dat Theater de Krakeling op deze manier een bewuste bijdrage levert aan de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de leefomgeving van Amsterdammers. 


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
De commissie vindt het ambitieuze plan van De Krakeling veelomvattend, maar vanwege de heldere toekomstvisie, de professionele houding en de werkwijze, realistisch en uitvoerbaar. Zowel de artistieke als zakelijke betrokkenen kunnen bogen op jarenlange kennis en ervaring. Met de komst van een zakelijk directeur is de organisatie verder gestabiliseerd en verstevigd. Hierdoor is de organisatie klaar voor groei op een plek waar uitbreidingsmogelijkheden zijn, met meerdere zalen, repetitieruimtes en kantoren. De beoogde huisvesting op het Westergasterrein zal bovendien een stevige aantrekkingskracht hebben op de verschillende doelgroepen. 
De commissie is van mening dat, met het oog op de positie die de Krakeling ambieert als het jeugdtheater van Nederland, er nog kansen zijn voor samenwerking van het theater met andere partijen in en buiten de stad. De beoogde geïntensiveerde samenwerking met De Toneelmakerij is volgens de commissie een goede zet om meer kansen en mogelijkheden voor de positie van jeugd en jeugdtheater in de stad te creëren. Met de invulling van een jaarlijks Krakeling Festival laat het theater zien dat ze ook expertisecentrum en aanjager in de sector wil zijn. De commissie ziet nu in het plan weinig terug hoe De Krakeling anticipeert op wat op stedelijk en (inter)nationaal niveau wordt ontwikkeld en ontdekt aan jeugdtheater, om deze rol ook effectief te kunnen vervullen. Zo liggen er volgens de commissie nog kansen voor het bundelen van krachten met het oog op de coproducties en het gebruik maken van expertise op gebied van internationaal aanbod bij bijvoorbeeld Festival Tweetakt.

De Krakeling heeft volgens de commissie een gezonde bedrijfsvoering. Het heeft een stevig financieel management, waardoor de afgelopen periode jaarlijks saldo aan het vermogen en de bestemmingsreserve kon worden toegevoegd. Dit geeft voldoende basis om zowel de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen als de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren. De Krakeling heeft geen risico’s benoemd in het plan, maar de commissie verwacht dat deze risico’s beperkt zijn, aangezien de plannen voor komende periode in lijn liggen met voorgaande Kunstenplan. Daarnaast is er voldoende eigen vermogen om eventuele tegenvallers het hoofd te kunnen bieden. Met de financiële consequenties van de verhuizing heeft De Krakeling rekening gehouden in de begroting. 

De commissie vindt de begroting realistisch en passend bij het plan van De Krakeling. Er is rekening gehouden met de kosten die de noodzakelijke verhuizing met zich mee zal brengen en met een huurverhoging vanaf 2022. Hier staan nog vrij voorzichtig ingeschatte stijgingen in publieksinkomsten tegenover doordat in het nieuwe theater meer mensen bediend zullen kunnen worden en het theater daar ook in de zomerperiode wil programmeren. Bovendien zullen extra marketinginspanningen in combinatie met educatieactiviteiten en programmering naar verwachting leiden tot een groei in publieksbereik. 
De commissie plaatst een kanttekening bij de onderbouwing van een toename in personele inzet voor de fondsenwerving. Ook in de vorige periode is hierin geïnvesteerd. Een reflectie op de resultaten daarvan ontbreekt in het plan, waardoor de commissie niet kan beoordelen in hoeverre een nieuwe uitbreiding noodzakelijk en voldoende effectief is. Ook vindt de commissie onvoldoende in het plan gemotiveerd terug wat de noodzaak is van uitbreiding van personeel ten behoeve van de coproducties en het festival ten opzichte van de voorgaande periode waar dit met een vergelijkbare personele inzet is gerealiseerd. 
De financieringsmix is voldoende in balans. Er zijn verschillende bronnen van inkomsten waarmee risico’s gespreid worden. De commissie meent echter wel dat De Krakeling kansen laat liggen voor wat betreft de verhuur van de nieuwe locatie. De inkomsten die hieruit gegenereerd kunnen worden, zijn erg bescheiden begroot. De commissie verwacht dat via de (commerciële) verhuur veel meer verdiend kan worden. Ook kan er steviger worden ingezet op cofinanciering van de coproducties, waardoor de kosten voor deze producties gelijkelijk over de partijen verdeeld zijn. Omdat er afgelopen periode extra is geïnvesteerd in sponsorwerving en het leggen van duurzame sponsorrelaties had dit volgens de commissie ook al met meer inkomsten zichtbaarder in de begroting kunnen zijn. Het is volgens de commissie realistisch om te veronderstellen dat deze inspanningen bij elkaar ertoe kunnen leiden dat de aangevraagde verhoging van subsidie bij het AFK niet noodzakelijk is om de dekking rond te krijgen.  
 
De commissie acht het marketingplan in de basis realistisch en passend om het beoogde publiek te bereiken. Theater de Krakeling maakt in het plan een globale indeling van doelgroepen. De organisatie richt zich in algemene zin op alle Amsterdamse kinderen en jongeren van twee tot zestien jaar. Daarbij richt De Krakeling zich enerzijds op scholen en anderzijds op jong publiek met zijn begeleiders voor de vrije voorstellingen. De commissie vindt het voor de marketingkracht van het theater goed dat de Krakeling de nadruk nadrukkelijker legt op de positionering van De Krakeling als hét jeugdtheater van Nederland. Hier sluiten media als de website, de nieuwsbrief en andere online uitingen in de ogen van de commissie ook in beeldtaal goed op aan. Daarnaast heeft De Krakeling lange relaties met scholen opgebouwd, waarmee effectief publiek wordt bereikt voor de binnenschoolse voorstellingen en activiteiten. De commissie verwacht dat dit ook in de toekomst een effectieve werkwijze is voor deze activiteiten. Het plan gaat niet in op de strategie en het instrumentarium voor het bereiken van publiek voor de openbare voorstellingen. De commissie is hier kritisch over, gezien de professionaliteit en staat van dienst van het theater en het inzicht dat in de loop van zijn bestaan zal zijn opgebouwd in zijn doelgroepen. Het theater is voornemens met een herinrichting van de marketingafdeling en samen met bureau Bravoure meer stevigheid te geven aan de marketing voor de vrije voorstellingen. De commissie vindt deze inzet van externe expertise een passende stap. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.
Het plan stippelt volgens de commissie een effectieve koers uit voor de artistieke bijdrage aan de culturele diversiteit van het cultuuraanbod. In de programmering staat inclusiviteit in brede zin en culturele diversiteit in het bijzonder bovenaan de agenda. Theater De Krakeling beoogt een realistische stijging van de culturele diversiteit in het aanbod voor de jeugd. Dit is een directe aanleiding voor de ambitie om coproducties te maken. Zo gaat De Krakeling opnieuw een samenwerking aan met Urban Myth. Ook met George en Eran Producties en het Andalusisch Orkest staan coproducties op stapel, evenals een intensieve programmering en samenwerking met onder meer DOX, Lost Projects en makers als Charlie Duran. Door het creëren van nieuw aanbod samen met deze partners en voortzetten van eerdere samenwerkingen, wordt actief geïnvesteerd in de culturele diversiteit in de programmering en beleid. 

Theater De Krakeling bereikt met de combinatie van schoolvoorstellingen en vrije voorstellingen overtuigend een cultureel diverse groep jonge Amsterdammers uit alle stadsdelen. De organisatie vindt echter dat het beter kan. De commissie vindt de ambitie die hieruit spreekt lovenswaardig. Bij de schoolvoorstellingen wil het theater nog meer nadruk leggen op samenwerking met scholen in Noord, Nieuw West en Zuidoost, zodat de leerlingen van deze scholen de weg naar het theater en de Krakeling op locatie makkelijker kunnen vinden. 
Binnen de vrije voorstellingen zal de nadruk komen te liggen op toegankelijke instapvoorstellingen voor nieuw publiek. Ook door de wijze van programmeren te veranderen, kan de toegankelijkheid van het programma van vrije voorstellingen verder worden vergroot. De Krakeling gaat bijvoorbeeld meer participatieprojecten aan, en educatie en voorstellingsprogrammering meer verbinden. 

De organisatie heeft een visie op en een plan voor diversiteit van het personeelsbestand en de raad van toezicht. Hoewel De Krakeling zegt dat de gehele organisatie doordrongen is van het belang van diversiteit en inclusie onder het personeel, is er op dit moment nog maar beperkt sprake van feitelijke diversiteit in het personeel en bestuur. Daarom worden bij nieuwe vacatures minimaal twee kandidaten met een cultureel diverse achtergrond uitgenodigd en is een meetbare doelstelling geformuleerd voor de mate van culturele diversiteit van het personeelsbestand, hetgeen de commissie bescheiden, maar concrete eerste stappen vindt. De raad van toezicht is al wel divers samengesteld. 


Conclusie

De commissie is van mening dat de uitbreiding van personeel ten behoeve van de fondsenwerving, coproducties en het festival niet voldoende is onderbouwd. Bovendien verwacht de commissie dat met de verhuur van de nieuwe locatie op het Westergasterrein meer inkomsten gegenereerd kunnen en zullen gaan worden dan in de aanvraag zijn begroot. In combinatie met een steviger inzet op cofinanciering van de coproducties en op sponsorwerving, is de commissie daarom van mening dat de aangevraagde verhoging van subsidie bij het AFK niet voldoende is onderbouwd. De commissie adviseert de aanvraag van De Krakeling te honoreren met een bedrag dat vergelijkbaar is met het subsidieniveau van voorgaande periode. 
De commissie adviseert daarom om de aanvraag van De Krakeling gedeeltelijk te honoreren met een subsidiebedrag van € 1.160.000 per jaar.  

De aanvraag is behandeld binnen de adviescommissie Theater.