Stichting Art Zuid

BFNA
Aangevraagd: € 320.000
Toegekend: € 0

Inleiding 

Stichting Art Zuid is in 2008 ontstaan als bewonersinitiatief om Amsterdam-Zuid te verlevendigen door meer interactie met de omliggende stadsdelen. Tweejaarlijks organiseert de stichting de sculptuurtentoonstelling ARTZUID in de openbare ruimte van Berlage’s Plan Zuid. De organisatie toont bestaande kunstwerken van internationale, gevestigde makers en verleent opdrachten tot nieuwe werken aan jong talent. De artistieke leiding is telkens in handen van een wisselende gastcurator. Met de biënnale streeft de organisatie naar een ontmoetingsplek voor alle bewoners van de stad en wil zij de leefbaarheid bevorderen. 

In de komende periode vindt ARTZUID plaats in 2021 en 2023. De stichting streeft naar een evenwichtige samenstelling van deelnemende kunstenaars: mannen, vrouwen, jong en oud, kunstenaars met een migratieachtergrond en uit ontwikkelingslanden. Ook wordt het aantal bruiklenen van bestaande werken verminderd ten gunste van opdrachten voor nieuw werk. De stichting wil het referentiekader van kunstenaars verbreden door de curator op basis van cocreatie de biënnale te laten samenstellen. Hiervoor worden de banden aangehaald en uitgebreid met kunstinstituten in de stad, zoals de Gerrit Rietveld Academie, de Rijksakademie, het Prins Claus Fonds, de Ateliers, het Sandberg Instituut, de Thami Mnyele Foundation, Framer Framed, CBK Zuidoost, het Stedelijk Museum Amsterdam, het Tropenmuseum, broedplaatsen en andere instellingen en kenners. Tijdens de biënnale is er met ARTZUID junior een educatief programma voor het primair en voortgezet onderwijs. Daarnaast wordt een junior panel opgericht waarin jongeren eendaagse crossovers organiseren tussen de beelden.  

Stichting Art Zuid ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van 
€ 183.347 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 320.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.
Stichting Art Zuid wil kunst in de openbare ruimte tonen voor een groot publiek. De biënnale ARTZUID is inmiddels een beproefd concept. Er is waardering voor het feit dat de stichting investeert in nieuwe werken van bekende en minder bekende kunstenaars. De commissie is echter kritisch over de artistieke voornemens en de uitwerking daarvan. Zij constateert in het plan een gebrek aan een curatorische lijn van waaruit de organisatie een groter verhaal vertelt. Het Plan van Berlage wordt in de aanvraag benoemd, maar er wordt niet toegelicht hoe Art Zuid zich met sculptuurkunst tot die context verhoudt. De gastcurator vormt de artistieke leiding en bepaalt in grote mate de signatuur van een tentoonstellingseditie. Het is voor de commissie onduidelijk welke aanstellingscriteria Art Zuid hanteert of welke curatoren men voor komende edities op het oog heeft. De keuzes die de organisatie wel maakt - zoals meer cultureel diverse en vrouwelijke kunstenaars programmeren en meer ruimte maken voor experiment - missen een inhoudelijke onderbouwing of artistieke vertaalslag. Daardoor komen deze over als enkel extern gemotiveerd, bijvoorbeeld vanwege beleidsdoelstellingen of resultaten uit publieksonderzoek. De commissie is dan ook van oordeel dat het artistieke plan slechts in geringe mate een herkenbare artistieke signatuur heeft. Omdat alleen enkele grote lijnen voor de komende jaren bekend zijn, kan de commissie niet vaststellen dat de plannen prikkelend en ideeënrijk zijn. 

Met de biënnale streeft Art Zuid naar een laagdrempelig evenement. Met eerdere edities wist de organisatie een groot publiek te bereiken. In de komende periode richt de organisatie zich op een breder en meer divers publiek. Specifiek richt zij zich op meer mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, meer jongeren tussen de 18 en 30 jaar, meer kwetsbare bewoners, meer publiek dat nooit naar een museum gaat, meer scholen uit Amsterdam-Noord, Zuidoost, West en IJburg en meer toeristen. Via publieksonderzoek verdiept Art Zuid zich in de culturele interesses van haar bezoekers. Dat vindt de commissie in beginsel positief. Desondanks meent de commissie dat het artistieke plan de komende jaren beperkt aansprekend zal zijn voor het beoogde publiek. De commissie is van mening dat de tot nu toe getoonde kunst voor het algemene publiek vaak te autonoom is en veel uitleg vraagt. Voor een professioneel kunstpubliek ontbreekt het de biënnale daarentegen aan een verrassende interpretatie van kunst in de openbare ruimte. Uit het plan blijkt volgens de commissie niet dat de werken in de komende biënnale anders zullen zijn dan de voorgaande periode. Volgens de commissie zou een helder artistiek kader de organisatie meer richting kunnen bieden om inhoudelijke impact te maken en daarmee van artistieke betekenis te zijn voor het beoogde publiek. 

In 2021-2024 ontwikkelt de organisatie het educatief randprogramma ARTZUID junior, waarbij middelbare scholieren uit de hele stad een beeld ontwerpen voor een plein in hun buurt. Ook wordt er een junior panel van scholieren gevormd dat eendaagse crossovers organiseert. Op deze manier wil Art Zuid zich artistiek ontwikkelen via diversificatie en verjonging. Daarnaast wordt met cocreatie een nieuwe werkwijze voor de curator geïntroduceerd. In dit kader noemt Art Zuid verschillende kunstinstituten waarmee het langdurige samenwerkingen aan wil gaan. Omdat deze samenwerkingen nog niet zijn bevestigd en summier worden toegelicht in de plannen, is de commissie niet overtuigd dat hiermee een nieuwe werkwijze succesvol wordt geïntroduceerd. Gezien de beperkte inhoudelijke uitwerking van nieuwe programmaonderdelen en de werkwijze alsook de geringe opleidingsmogelijkheden voor artistieke medewerkers is de commissie van oordeel dat Art Zuid slechts in beperkte mate artistieke ontwikkeling laat zien. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.
In de aanvraag leest de commissie dat Art Zuid de komende jaren enkele stedelijke vraagstukken aanstipt, zoals het onthaasten in de grote stad, de oorspronkelijke visie van Berlage’s Plan Zuid en de toeristische drukte in het centrum van de stad. De organisatie gaat bovendien veel verschillende samenwerkingen aan met maatschappelijke partners uit bijvoorbeeld de zorg, het onderwijs en op het gebied van integratie. Toch is de commissie van mening dat Art Zuid zich inhoudelijk niet op overtuigende wijze verbindt met de stedelijke samenleving. In de referenties naar stedelijke thematieken mist de commissie een inhoudelijke uitwerking. De organisatie toont zich weliswaar bewust van dergelijke vraagstukken maar maakt niet duidelijk hoe zij hierin van betekenis wil of kan zijn. De inhoudelijke motivatie voor de samenwerkingen met maatschappelijke partners ontbreekt. De verschillende doelgroepen - zoals statushouders, ouderen en hun mantelzorgers, mensen met verstandelijke of lichamelijke beperkingen - krijgen nagenoeg hetzelfde programma voor speciale doelgroepen aangeboden. Daarmee oogt de interesse om specifiek te programmeren voor deze doelgroepen enigszins vrijblijvend. De commissie vindt dat uit het plan geen intrinsieke overtuiging spreekt om zich met hen te verbinden. 

Stichting Art Zuid voert haar activiteiten overwegend uit in stadsdeel Zuid. De commissie vindt dit een logisch vertrekpunt gezien Art Zuid’s oorspronkelijke bestaansreden. Zij leest in de aanvraag dat de stichting daarnaast ook de intentie heeft om Amsterdam-Zuid te verlevendigen door meer te interacteren met omliggende stadsdelen. De komende periode beoogt Art Zuid dit met name te realiseren via ARTZUID junior en een focus op Noord, Zuidoost, West en IJburg. De motivatie om zich in deze stadsdelen te manifesteren wordt in de aanvraag niet overtuigend onderbouwd. Over de manier waarop Art Zuid hierin te werk gaat is de commissie gematigd positief. Middelbare scholieren ontwikkelen in miniatuur beelden voor hun eigen omgeving. De tien werken met de meeste publieksstemmen worden werkelijk doorontwikkeld in het groot voor een presentatie op de biënnale. De commissie vindt het opmerkelijk dat de beelden daarmee van de plek gehaald worden waarvoor de scholieren deze hebben ontwikkeld. De commissie leidt hieruit af dat het zwaartepunt blijft liggen op de activiteiten in en het trekken van publiek naar Zuid. Zij is van oordeel dat Art Zuid beperkt bijdraagt aan de stedelijke spreiding van kunst en cultuur en het publieksbereik daarvan.

Als eigen accent kiest de aanvrager voor Leefbare stad. Art Zuid stelt een voorbeeld te willen zijn voor initiatiefvolle bewoners in andere wijken van de stad die de kwaliteit van hun woonomgeving willen verfraaien en sociale cohesie willen bevorderen. Op basis van het trackrecord van de organisatie onderschrijft de commissie dat Art Zuid op buurtniveau gemeenschapsgevoel weet te realiseren, bijvoorbeeld door veel vrijwilligers uit Zuid aan te trekken. Ook educatieve programma’s zoals ARTZUID junior dragen vanuit culturele invalshoek bij aan de aantrekkelijkheid van de leefomgeving voor Amsterdammers. Wel meent de commissie dat de organisatie nog een prikkelend plan voor het delen van kennis en kunde moet opstellen waarmee zij als voorbeeld kan dienen van een geslaagd buurtinitiatief voor de leefbare stad voor de buitenwereld. 

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
Gezien de ervaren organisatie heeft de commissie er vertrouwen in dat de biënnale productioneel uitgevoerd kan worden. De commissie is van mening dat het vaste team ondernemend is in het realiseren van sponsoring, partnerschappen en de marketing en communicatie van het evenement. Wel plaatst de commissie een kanttekening bij de omvang en vorm van de organisatie in relatie tot de biënnalestructuur. Art Zuid wil het vaste zakelijk-productionele team versterken tot 5 fte. Voor een tweejaarlijkse festivalorganisatie acht de commissie deze omvang van de organisatie niet in verhouding met de beoogde activiteiten. Opvallend vindt de commissie dat de artistieke leiding - dat wil zeggen de curator, kunstcommissie en werkgroepen met ambassadeurs - onder het uitvoerende projectteam vallen en dus geen kernfunctie bekleden in het vaste team. Om tot een consistent artistiek resultaat te komen, zou de organisatie en werkwijze volgens de commissie meer vormgegeven moet worden vanuit de artistieke inhoud. Hoewel het trackrecord toont dat eerdere edities met goede curatoren en kunstenaars tot stand kwamen, mist de commissie in de aanvraag selectiecriteria of namen van (beoogde) gastcuratoren. Hierdoor kan de commissie niet beoordelen of de plannen met artistiek vakmanschap worden gerealiseerd.

Bij de financiële bedrijfsvoering plaatst de commissie enkele kanttekeningen. De reservepositie is naar het oordeel van de commissie niet stabiel en de financiële verslaglegging daarvan geeft volgens de commissie een enigszins vertekend beeld. De liquiditeitspositie van de organisatie blijft een aandachtspunt. De stichting beschouwt deze zelf als adequaat, omdat ze uitgaat van een hoge waardering van de voorraad. Deze wordt veroorzaakt doordat de organisatie enkele beelden als voorraad opvoert. De commissie is van mening dat dit een onterecht positief beeld geeft van de liquiditeitspositie van de organisatie. Als deze beelden bij de berekening van de voorraad buiten beschouwing worden gelaten, blijkt volgens de commissie dat de mate waarin de organisatie aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen kwetsbaar is. De commissie leest niet dat Art Zuid voldoende zicht heeft op dergelijke risico’s en hoe de organisatie deze denkt te beheersen. Niettemin heeft de commissie ook waardering voor het feit dat Art Zuid het negatief eigen vermogen uit 2017 in 2018 heeft weten aan te zuiveren, waardoor de organisatie nu wat reserves heeft. De commissie oordeelt daarom dat de bedrijfsvoering een bescheiden basis geeft om de beoogde plannen uit te voeren.

De begroting vindt de commissie enigszins ruim opgezet, met een opvallende toename in de personeelskosten. Het valt de commissie vooral op dat de beheerslasten in festivaljaren even groot zijn als tijdens niet-festivaljaren. Volgens de commissie staat dit niet in verhouding tot de fluctuerende belasting in werkzaamheden die eigen zijn aan een biënnale. Voor de financiering van haar plannen toont Art Zuid zich in de ogen van de commissie een sterke netwerker die effectief sponsoring en partnerschappen aantrekt en de organisatie goed in de markt weet te zetten. Die ondernemende houding wordt door de commissie gewaardeerd. Wel merkt de commissie op dat de gevraagde bijdrage aan het AFK bijna verdubbelt. De aanvrager verklaart dit aan de hand van de doelstellingen op het gebied van diversiteit en inclusie. De commissie acht deze stijging echter niet in verhouding, omdat nog onvoldoende geconcretiseerd is hoe de organisatie zich hierin wil ontwikkelen. Niettemin oordeelt de commissie dat de begroting en het dekkingsplan over het algemeen voldoende realistisch zijn opgesteld. 

In de aanvraag worden verschillende marketinguitingen benoemd, maar de commissie mist een overkoepelende marketingstrategie. Art Zuid wil zich komende periode op veel verschillende, nieuwe doelgroepen richten. De organisatie beschrijft de bestaande en beoogde doelgroepen in algemene termen, en komt daardoor niet tot een helder en gesegmenteerd marketingbeleid dat passend is bij de activiteiten en de beoogde doelgroepen. Volgens de commissie gaat de aanvrager met betrekking tot het effect van verschillende communicatiemiddelen uit van niet-onderbouwde aannames, bijvoorbeeld dat jongeren in het junior panel hun achterban vanzelf zullen mobiliseren. De commissie concludeert op basis van het trackrecord van de organisatie dat zij in staat is de bestaande doelgroepen te bereiken, maar dat het plan ontoereikend is om nieuwe doelgroepen te bereiken. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.
Op het gebied van diversiteit en inclusie heeft Art Zuid naar eigen zeggen een inhaalslag te maken. De stichting stelt dat de beeldhouwkunst van oudsher gedomineerd wordt door westerse mannen. Daarom wil Art Zuid de komende periode samenwerken met organisaties als Thami Mnyele en Galerie 23, maar deze samenwerkingen zijn niet bevestigd. In de programmering wil Art Zuid Nederlandse kunstenaars met een migratieachtergrond opnemen en worden zij gevraagd aanvullende publieksactiviteiten zoals creatieve workshops te ontwikkelen. De ideeën om het aanbod te diversifiëren worden summier uitgewerkt. Er wordt alleen verwezen naar de culturele achtergrond van de maker en niet ingegaan op de mogelijk andere kunstvormen, inhoud of presentatiewijzen die uit deze samenwerkingen voort kunnen komen. Omdat de organisatie diversifiëring voor zichzelf als ontwikkeldoel heeft gesteld, had de commissie een plan van aanpak verwacht, met een concrete werkwijze, bevestigde partners, en een lijst van (potentiële) kunstenaars. De organisatie benoemt dat zij via een adviserende kunstcommissie expertise in huis haalt met betrekking tot Afrikaanse, Surinaamse en Caraïbische kunstenaars. Ook dit onderdeel wordt echter weinig uitgewerkt in de aanvraag en het is onduidelijk hoe deze commissie zich verhoudt tot de werkgroepen met leden van partnerinstellingen die zich over diversiteit in het programma gaan buigen. Het is voor de commissie daarom onduidelijk hoe deze kennis doorwerkt in de organisatie en de programmering. 

Art Zuid beoogt een cultureel divers publiek te bereiken door kunstenaars met een migratieachtergrond extra opdrachten te verstrekken om bijzondere publieksactiviteiten te organiseren en daarbij hun achterban betrekken. De commissie is kritisch over de slagingskans van dit voornemen. Zij leest in de aanvraag geen overtuigende onderbouwing voor de betreffende publieksgroep of een effectief plan voor het bereiken daarvan. De voorstellen waarmee Art Zuid hoopt bij te dragen aan een cultureel divers kunstenveld, bijvoorbeeld dat kunstenaars met een migratieachtergrond extra opdrachten krijgen om publieksactiviteiten te ontwikkelen waarbij zij hun achterban betrekken, sluiten volgens de commissie niet aan bij het hedendaagse debat. De commissie is van mening dat Art Zuid erbij gebaat is om op dit vlak samenwerkingen met derden aan te gaan om de expertise in de organisatie te vergroten en zodoende te komen tot meer realistische plannen.

Met betrekking tot samenstelling van het personeels- en vrijwilligersbestand onderkent Art Zuid dat mensen met een cultureel diverse achtergrond daarin ondervertegenwoordigd zijn. Daarom ambieert Art Zuid een nader te bepalen adviesbureau in te schakelen en trainingen voor personeel op het gebied van diversiteitsbewustzijn aan te bieden. Omdat deze intenties niet verder zijn toegelicht kan de commissie niet beoordelen in hoeverre hier zinvolle samenwerkingen aangegaan worden. Naast het bestuur, een raad van advies, een kunstcommissie en een comité van aanbeveling beoogt Art Zuid ook een ‘diversity board’ in te stellen. In deze ‘diversity board’ nemen vertegenwoordigers van alle lagen van de organisatie plaats. Zij adviseren over diversiteit en inclusie en functioneren als vertrouwensorgaan voor het personeel. De commissie heeft geen vertrouwen dat het instellen van nog een extra gremium voor deze relatief kleine organisatie een passende manier is om dit vraagstuk aan te pakken. Bovendien is de commissie er niet van overtuigd dat deze stap leidt tot structurele diversifiëring van het personeelsbestand en bestuur/toezicht, aangezien de ‘diversity board’ zal worden samengesteld uit de bestaande groep van betrokkenen die zoals de organisatie ook zelf stelt weinig divers is. 


Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van Stichting Art Zuid niet te honoreren.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie BFNA.