Oude Kerk

BFNA
Aangevraagd: € 250.000
Toegekend: € 250.000

Inleiding

De Oude Kerk positioneert zichzelf tussen musea en presentatie-instellingen in, met een programma dat aansluit op nieuwe artistiek-inhoudelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. De Oude Kerk ziet zichzelf als vertegenwoordiger van het zogenaamde ‘middenveld’ en als schakel in de keten van productie, programmering en presentatie van hedendaagse kunst. 
Met het tentoonstellingsprogramma wil de Oude Kerk een verbinding leggen tussen de historische plek en hedendaagse kunstenaars, tussen beeldende kunst en muziek, tussen de kunstsector en de monumentensector. De afgelopen decennia heeft de kerk naar eigen zeggen daarmee een bijdrage geleverd aan de ‘curatorial practice’ op het gebied van het samenkomen van erfgoed en kunst. Het programma stemt de Oude Kerk af op de pluriforme interesses van mensen. Daarmee hoopt de Oude Kerk een kleurrijk programma en een meerstemmig gesprek te realiseren dat zich soepel beweegt tussen disciplines, sectoren en gemeenschappen van mensen. De Oude Kerk wil een divers publiek op toegankelijke wijze toegang tot kunst, muziek en erfgoed geven.

De Oude Kerk wil met het plan voor de komende jaren de impact van het programma vergroten. Met een divers bereik, toegankelijkheid en zichtbaarheid wil de instelling de waarde van kunst delen met zoveel mogelijk mensen en diverse groepen in de stad. Dit wil zij doen door ten eerste het programma met hedendaagse kunst en muziek voort te zetten, met ruimte voor de ontwikkeling van kunstenaars en het mogelijk maken van grootschalige experimenten. Ten tweede zal de Oude Kerk veel aandacht geven aan diversiteit en inclusie: de helft van het programma stelt vragen en stimuleert het debat over het koloniaal verleden en een nieuwe marketingcommunicatie strategie is gericht op het bereiken van mensen met een cultureel diverse achtergrond. Ten derde zal de organisatie zorg dragen voor gebouw en collectie.

De Oude Kerk ontvangt een vierjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020 van € 185.662 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 250.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
De commissie is zeer positief over de bezield geschreven aanvraag, de bijzondere resultaten van de afgelopen jaren en de originele plannen voor de komende periode. De Oude Kerk introduceert het begrip ‘interhistorisch’ als drager van de artistieke visie. Volgens deze interhistorische visie van de organisatie levert elke tentoonstelling opnieuw een onderzoek van en een verbinding met het gebouw op in relatie tot hedendaagse maatschappelijke vraagstukken. De commissie vindt dat de Oude Kerk goed gebruik maakt van de gelaagde historie van het gebouw, door functie en architectuur te betrekken. Een volgens de commissie bijzonder uitgangspunt is dat kunstenaars de hele kerk tot hun beschikking krijgen om een locatiespecifieke installatie te maken. Door de combinatie van context en volume kunnen kunstenaars hier een uniek werk aan hun oeuvre toevoegen. De commissie vindt de eerder getoonde werken van bijvoorbeeld Adrián Villar Rojas en Christian Boltanski indrukwekkend, omdat de kerk elke keer opnieuw getransformeerd wordt en omdat de installaties tot in de kleinste details verweven zijn met het gebouw. Voor de komende periode staan er ook aansprekende namen op het programma. Zo zal de kerk in handen van Ibrahim Mahama transformeren tot een productiewerkplaats voor jute, en zal het werk van Susan Philipsz geluid gebruiken in relatie tot de architectuur van het gebouw om de positie van de vrouw in religieuze context te adresseren. Naast grote namen en aansprekende installaties is er ook ruimte voor kleinere werken, boekpresentaties en een muziekprogramma. De Oude Kerk laat in de ogen van de commissie zien dat ze hiermee een goede afwisseling aanbrengt tussen bekende en minder bekende kunstenaars. Ook in de formats draagt ze zorg voor gelaagdheid in het programma. De commissie vindt dat de Oude Kerk met de interhistoriciteit, de verschillende formats en de keuze voor de kunstenaars een zeer specifieke artistieke signatuur heeft, met internationale uitstraling.

De Oude Kerk heeft in de ogen van de commissie een brede opbouw van programma’s met een herkenbare structuur. Dit maakt dat het publiek goed de weg kan vinden binnen de programmering en zorgt er ook voor dat het de Oude Kerk goed lukt om verschillende groepen aan zich te binden. De locatiespecifieke installaties zorgen ervoor dat het publiek graag terugkomt, omdat het gebouw zo telkens andere aspecten van zijn geschiedenis en architectuur onthult. De commissie is zeer positief over de nadruk die de Oude Kerk legt op het herijken van hun programma - door middel van feedback, enquêtes, onderzoek en een adviescommissie - en hier steeds naar handelt bij het uitbouwen van hun programma’s. Zo voelt het publiek zich betrokken en gehoord, en krijgt de Oude Kerk inzicht in de culturele interesses van de doelgroepen. Hierbij gaat de Oude Kerk moeilijke onderwerpen niet uit de weg en ontstaan er regelmatig controverses. Dit is in de ogen van de commissie nooit een gevolg van bewuste provocatie, maar juist van het zichtbaar maken van tegenstellingen die het publiek uitnodigen om hier een gesprek over aan te gaan. Door deze sterke combinatie van inhoud en werkwijze vindt de commissie de artistieke betekenis voor het publiek van de Oude Kerk groot. 

De commissie vindt dat het voorliggende plan op heldere wijze is voortgekomen uit de ervaringen en presentaties van de afgelopen periode. Dit heeft beslag gekregen in de interhistorische visie waarin beeldende kunst en monument bijeenkomen, en waarin heden en verleden zich tot elkaar verhouden. De komende jaren gaat de Oude Kerk het begrip erfgoed nog verder uitdiepen, door ook de dialoog over de interhistorische kruispunten als immaterieel erfgoed toe te voegen aan de collectie. De commissie vindt dit een interessante ontwikkeling, omdat het heden daarmee onderdeel wordt van het verleden en omgekeerd. Hoe een dialoog over een kunstwerk tot nieuwe perspectieven en programma’s kan leiden ziet de commissie ook terug in het voorgestelde programma Anno, dat is voortgekomen uit de discussie rondom de installatie van Iswanto Hartono in 2017. Deze nieuwe programmareeks vertrekt vanuit het idee van veranderende cultuur en migrerende identiteit en herbergt onderwerpen als macht, meerstemmigheid en seksuele geaardheid. De commissie vindt het bijzonder hoe de kunstenaars met deze onderwerpen elke keer opnieuw een verrassende verbinding met de geschiedenis en de architectuur van het gebouw weten voor te stellen. In het creatieproces van nieuwe werken staat een intensieve samenwerking met de kunstenaars centraal. De medewerkers van de Oude Kerk doen hiervoor continu onderzoek naar onder andere het eigen erfgoed en laten zich verrassen door de blik van buiten die de kunstenaar meeneemt. Door open te staan voor meningen en wensen van kunstenaars, buurtbewoners en bezoekers kunnen de Oude Kerk en haar medewerkers zich, zo meent de commissie, voortdurend inhoudelijk blijven ontwikkelen.


Belang voor de Stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
De Oude Kerk verbindt zich intensief met de buurtbewoners en religieuze gebruikers van de kerk. Ontmoeting speelt een belangrijke rol in het programma. De Oude Kerk wil mensen uit de buurt die de kerk zien als hun buurthuis, maar ook bijvoorbeeld de grote christelijke gemeenschap in Amsterdam-Zuidoost die veel betekenis hecht aan de kerk als godshuis, betrekken bij het programma. Door deze gesprekken te documenteren en vervolgens in te brengen in de immateriële collectie maakt de Oude Kerk de samenleving van nu onderdeel van de collectie. In dit programma werkt de organisatie samen met kunstenaars Lotte van den Berg en Daan ’t Sas van Building Conversations, die verschillende gesprekstechnieken onderzoeken. De commissie merkt op dat de artistieke signatuur van de Oude Kerk hiermee zeer consistent in alle delen van de aanvraag is doorgezet en heeft daarom groot vertrouwen in de duurzaamheid van de verbinding die de aanvrager met de buurt en de gebruikers legt.

De Oude Kerk concentreert zich bij de activiteiten vooral op de eigen locatie in het centrum. De commissie vindt dit logisch omdat het gebouw een dragende rol speelt in de artistieke visie. Daarmee draagt de Oude Kerk vanzelfsprekend niet bij aan spreiding van culturele activiteiten over de verschillende stadsdelen buiten Centrum en Zuid.

De Oude Kerk heeft gekozen voor het accent Leefbare stad en dit sluit volgens de commissie goed aan bij het profiel en programma. Vanuit het onderzoeksprogramma  Straatwaarden heeft de Oude Kerk in het verleden onderzoek gedaan naar een mogelijke samenwerking met de Wallen. Hierdoor heeft de organisatie niet alleen inzicht gekregen in de blik van de omgeving op de Oude Kerk, maar ook mogelijkheden en methodes gevonden om onderwerpen die vanuit de buurt worden aangedragen te verweven in het programma. De organisatie geeft volgens de commissie hiermee blijk van een groot bewustzijn van de directe omgeving van de kerk en de situering in de historische binnenstad. Vraagstukken over de relatie van de waarde van erfgoed tot andere culturele achtergronden, zoals toeristen en/of nieuwe Nederlanders staan goed op het netvlies van de organisatie. Dit vindt de commissie een veelzijdige en actuele invulling van het accent Leefbare stad.

 

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zeer goed.
De afgelopen jaren heeft de Oude Kerk volgens de commissie met succes een ambitieus programma neergezet. De ontwikkeling van een projectgerichte organisatie naar een programmagerichte organisatie heeft de organisatie goed doorlopen, wat blijkt uit de continuïteit van het programma en de uitvoering. Zowel artistiek, zakelijk als productioneel heeft de organisatie laten zien het vakmanschap in huis te hebben om grote projecten te kunnen dragen. Dat vakmanschap uit zich niet alleen in de beeldendekunstprojecten, maar ook in de zorg voor het erfgoed van het gebouw. Zo is het grote orgel onlangs gerestaureerd. Ten behoeve van de educatie wil de Oude Kerk een bescheiden uitbreiding van de formatie. Dit vindt de commissie een logische stap. In het algemeen blijkt uit de aanvraag volgens de commissie een gezonde hoeveelheid zelfreflectie en zelfbewustzijn. Dat geeft de commissie het vertrouwen dat de nieuwe stappen een voortzetting betekenen van een consistent beleid. 

De commissie is positief dat de uitgangspunten voor het programma zoals openheid, eigenaarschap, verandering en contemplatie ook terugkomen als kwalitatieve benadering van de bedrijfsvoering. Hiermee draagt de kerk volgens haar een heel eenduidige boodschap uit: de verschillende doelstellingen zijn inhoudelijk toegelicht én helder gekwantificeerd. De Oude Kerk geeft inzicht in de reserves voor het gebouw en programma. De gelieerde stichting Restauratiefonds De Oude Kerk beschikt over een substantieel vermogen om onderhoudsprojecten en restauratie te financieren. De commissie ziet dit als een belangrijke en noodzakelijke voorziening. De commissie beschouwt de bedrijfsvoering als gezond: de Oude Kerk beschikt over voldoende liquide middelen en houdt een reserve aan ter hoogte van de vaste lasten van een half jaar. Gezien de hoge publieksinkomsten van de kerk vindt de commissie dit een goede en toekomstbestendige maatstaf.

De Oude Kerk heeft een gedetailleerde begroting en toelichting ingediend. Opvallend vindt de commissie de financieringsmix: de instelling weet een hoog percentage publieksinkomsten te genereren en ook de weg naar publieke en private fondsen te vinden. Bovendien neemt ze geen onnodige risico’s met de begroting. De voorgenomen stijging van inkomsten uit entree vindt de commissie bijvoorbeeld realistisch. De inkomsten van verhuur van de omliggende huisjes gaan iets omlaag. Met de buurt heeft de kerk afgesproken dat deze verhuurd worden aan kunstenaars en dat betaalbaarheid daarbij voorop staat. De Oude Kerk compenseert dit met een huurverhoging van de Koffieschenkerij. Ook hieruit blijkt volgens de commissie dat de organisatie de eigen waarden tot in de haarvaten van het bedrijf heeft doorgevoerd. 

De communicatiestrategie van de Oude Kerk gaat uit van activeren, verbinden, herhalen en kunstervaring. Elk onderdeel van de strategie heeft een kwalitatieve doelstelling ten aanzien van het effect bij het publiek. De commissie vindt deze strategie in lijn met het programma, waarin De Oude Kerk mensen uitnodigt om mee te praten en hen verleidt om vaker terug te komen. De afgelopen jaren heeft de Oude Kerk succesvol ingezet op het bereiken van meer Amsterdammers, naast de toeristen die deels vanuit interesse voor het gebouw komen. De commissie vindt dat de kerk een belangrijke presentatieplek is geworden voor kunst en erfgoed en constateert dat het Nederlandse publiek deze ook weet te vinden. Daarom heeft de commissie er vertrouwen in dat de voorgelegde strategie waarin inhoud prevaleert boven kwantiteit het beoogde publiek zal bereiken.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.
In alle lagen van de programmering laat de Oude Kerk volgens de commissie een brede culturele diversiteit zien. Voor het programma Anno, dat is gebouwd rondom meerstemmigheid, zijn enkel kunstenaars met een cultureel diverse achtergrond uitgenodigd, maar ook in de andere programmaonderdelen is diversiteit een vaste waarde. De commissie vindt het zeer bijzonder dat de Oude Kerk de samenhang van het programma met deze diversiteit goed blijft borgen omdat elke kunstenaar zich verhoudt tot de context, de levende geschiedenis van de kerk en haar omgeving. Ook waardeert de commissie dat de Oude Kerk in het museale overleg van Amsterdamse instellingen regelmatig aandacht vraagt voor cultureel diverse kunstenaars. Hiermee maakt de Oude Kerk volgens de commissie eens te meer duidelijk hoeveel waarde ze hecht aan diversiteit. 

De Oude Kerk heeft de ambitie om een groter cultureel divers publiek te bereiken. Hierbij gaat de organisatie uit van de wederkerigheid van het gesprek zodat ze mét in plaats van vóór de nieuwe doelgroepen werkt. Ook benoemt de Oude Kerk diverse concrete partners met wie ze wil gaan samenwerken, zoals organisaties voor de emancipatie van Turkse en Marokkaanse vrouwen, de OBA en religieuze partners van de kerkelijke gemeenschappen in Zuidoost. De commissie mist daarbij hoe deze initiatieven aansluiten op de specifieke programma’s en onderwerpen in de komende periode. De commissie vindt dat de Oude Kerk een groot bewustzijn heeft van de noodzaak van een divers publieksbereik en heeft de verwachting dat het inzetten van representatieve campagnes voor herkenbaarheid kan zorgen bij mensen die de Oude Kerk op dit moment nog niet bezoeken. Door te reflecteren op de gerealiseerde programma’s kan de organisatie het bereik van een divers publiek vergroten. De commissie ziet niettemin dat de organisatie, ondanks resultaten die de afgelopen jaren bereikt zijn, in de komende periode  een grote uitdaging heeft in het aantrekken van een cultureel divers publiek. Op basis van het plan heeft de commissie tegelijkertijd het vertrouwen dat de Oude Kerk hier de komende jaren verdere stappen in zal zetten. 

De Oude Kerk werkt naar eigen zeggen sinds 2016 aan een grotere diversiteit binnen de interne organisatie. Inmiddels zijn er volgens de organisatie vijf mensen met verschillende kenmerken van diversiteit werkzaam. Het is de commissie niet duidelijk hoeveel mensen hiervan een cultureel diverse achtergrond hebben, omdat de organisatie op dit punt een bredere definitie van diversiteit hanteert. Wel ziet de commissie dat de organisatie cultureel diverse curatoren als freelancer bij het programma betrekt, waardoor het meerstemmige perspectief ook in de organisatie doorklinkt. In de raad van toezicht komen in de komende jaren volgens het rooster van aftreden meerdere functies vrij. De instelling geeft aan dat diversiteit hierbij het belangrijkste criterium zal zijn. De Oude Kerk laat met het motto ‘wat vandaag gelukt is, heeft morgen aandacht nodig’ volgens de commissie zien dat het proces om te komen tot een diverse organisatie er één van vallen en opstaan is, waarbij voortdurend bewuste aandacht en acties nodig zijn. De acties die de Oude Kerk beschrijft, zoals de samenwerking met een wervingsbureau als Colourful People en het intern bespreken van ervaringen op het gebied van diversiteit en inclusie, geven de commissie het vertrouwen dat de organisatie gestaag verder zal bouwen aan een inclusieve organisatie.


Conclusie 

De commissie adviseert de aanvraag van de Oude Kerk te honoreren met het gevraagde bedrag van € 250.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie BFNA.

Adviseur Barbara Visser heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging.