Jeugdtheaterschool TIJ

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 110.000
Toegekend: € 110.000

Inleiding

Jeugdtheaterschool TIJ zet zich in voor de culturele vorming van kinderen en jongeren in Amsterdam. Dit doet zij door hen in binnen- en buitenschools aanbod kennis te laten maken met theatereducatie en hen de mogelijkheid te bieden door te stromen in naschoolse lessen of projecten, binnen de jeugdtheaterschool. Hier kunnen kinderen en jongeren hun talenten verder ontwikkelen.

In de komende periode wil Jeugdtheaterschool TIJ een meer diverse doelgroep bereiken in naschoolse activiteiten, door korte cursussen op andere locaties en door de representatie van culturele diversiteit in het bestuur en het docententeam te vergroten. Jeugdtheaterschool TIJ blijft langdurige theatereducatie aanbieden aan kinderen en jongeren in Amsterdam Oost. De organisatie wil dependances openen in Weesp, Zeeburgereiland en Centrumeiland en lobbyt voor een fysieke locatie als cultureel kloppend hart van IJburg. Het voornemen bestaat om deze op te richten in het ingetekende cultuurblok op Centrumeiland.
De aan te stellen cultuurcoach krijgt een verbindende rol tussen kinderen en de culturele aanbieders van IJburg.

Stichting Theatraal IJburg (Jeugdtheaterschool TIJ) ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 58.351 per jaar (incl. indexatie 2020). 
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 110.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
De commissie ziet genoeg artistieke eigenheid in het plan van TIJ. De visie en missie zijn helder uiteengezet, bezield en theoretisch onderbouwd, gericht op persoonlijke vorming, op verhalen van leerlingen en het centraal stellen van hun belevingswereld. De commissie vindt de leerlinggerichte aanpak met de speler als maker aansprekend, al maakt de aanvraag niet duidelijk hoe dit zich naar de praktijk vertaalt. Bovendien is de jeugdtheaterschool met deze aanpak niet onderscheidend ten opzichte van andere scholen in de stad. Wel eigen aan TIJ vindt de commissie de aandacht voor musical en incidenteel lessen voor volwassenen. Het aanbod is in het plan gedeeltelijk uitgewerkt. Van bijvoorbeeld de verdiepingsklas voor 12+ had de commissie uitwerking verwacht wat betreft thema, discipline of werkwijze.

Voor het beoogde publiek ziet de commissie artistieke betekenis in het van TIJ. De commissie vindt de visie op de doelgroep overtuigend genoeg. TIJ werkt leerlinggericht; de organisatie heeft als missie dat docenten leerlingen de tools geven om hun eigen verhaal te vertellen. Binnen de artistieke visie van de jeugdtheaterschool neemt de belevingswereld van de leerling een belangrijke plek in. Concrete voorbeelden uit die belevingswereld, of de wijze waarop deze verwerkt worden, hadden de artistieke betekenis nog meer kunnen vergroten, naar mening van de commissie. Een uitzondering zijn de goedgekozen thema’s voor 12+ zoals verandering in je lijf, vriendschappen en moraal. De commissie verwacht dat het plan aansprekend is voor beoogde deelnemers, doordat er in vaardigheden gedifferentieerd wordt tussen verschillende leeftijdsgroepen. In lessen voor jonge kinderen staat fantasie en spelplezier centraal (gericht op het ontdekken van de wereld om hen heen), bij oudere groepen komen theatrale vaardigheden als samenspel, improviseren of transformeren naar een personage aan bod (gericht op het onderzoeken van hun plek in de wereld). 

TIJ toont in het plan artistieke ontwikkeling, aldus de commissie. Er is sprake van reflectie op doelstellingen uit voorgaande periode. De commissie ziet dat die reflectie tot nieuwe keuzes leidt, zoals de verdiepingsmogelijkheden voor 12+. Maar de commissie is kritisch over het diversifiëren van de leerlijn, wat ook een nieuwe ontwikkeling is. Dat is een stap die TIJ volgens haar al eerder had mogen zetten. Verder biedt het plan volgens de commissie verschillende mogelijkheden voor de vakdocenten om zich professioneel te ontwikkelen: er zijn intervisiemomenten waarin coaching en evaluatie plaatsvindt en tijdens de maakprocessen begeleiden docenten elkaar, wat de onderlinge betrokkenheid kan vergroten. TIJ organiseert verder bijscholing, workshops en voorstellingsbezoek voor haar docenten. Naast de docenten krijgt het team van TIJ de ruimte om zich te ontwikkelen door onder meer conferenties en trainingen te volgen. Dit heeft waardering van de commissie.


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
TIJ heeft, in de ogen van de commissie een prima verbinding met de stedelijke samenleving. De organisatie wil komende periode haar buurtfunctie sterker vervullen, door meer lokale samenwerkingen aan te gaan en aandacht te geven aan nieuwe en kwetsbare doelgroepen. Zo is TIJ in contact met autistisch centrum Reager en ook met welzijnsorganisatie Dynamo en de buurtkamer om activiteiten voor de vrouwengroep en meidengroep op te zetten. De commissie waardeert dit positief. Met uiteenlopende culturele partners waaronder RIghtAboutNowINC, VRIJburcht, LOLAland en Dynamo, ontwikkelt Jeugdtheaterschool TIJ plannen voor de invulling van het cultuurblok op Centrumeiland. Omdat dit cultuurblok in de plannen ook een sociale functie voor IJburg kan gaan vervullen, dient TIJ met zijn inbreng in de realisatie hiervan in de ogen van de commissie ook het belang van de stad. 

Aan stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik ervan buiten stadsdelen Centrum en Zuid draagt TIJ behoorlijk bij. De organisatie richt zich op IJburg. Activiteiten vinden daar plaats, evenals in twee dependances in Watergraafsmeer en Zeeburgereiland. De commissie vindt de keuzes voor stadsdelen goed onderbouwd. TIJ opereert al langer in IJburg, heeft daar een netwerk en bereikt lokaal publiek. In de komende periode richt de organisatie zich tevens op onder meer Weesp. De commissie vindt het van ondernemerschap getuigen dat de organisatie kansen wil pakken in de groei van de stad. 

Jeugdtheaterschool TIJ heeft gekozen voor het thema Leefbare stad. De commissie vindt het thema passend bij de organisatie, omdat sociale cohesie een vraagstuk kan zijn in een snel groeiend stedelijk gebied als IJburg, waar ook veel jonge kinderen wonen. Maar in het plan werkt TIJ dit in de ogen van de commissie niet overtuigend uit. De organisatie legt daarin meer de nadruk op artistieke en individuele ontwikkeling dan op de maatschappelijke impact.


Uitvoerbaarheid


De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
Het plan voor de organisatie en de werkwijze van TIJ is volgens de commissie genoeg realistisch en uitvoerbaar. De commissie is positief over het artistieke vakmanschap van docenten, wat ook door bijscholing en intervisie goed op peil blijft. De commissie heeft er vertrouwen in dat de uitbreiding van het docententeam komende periode het aanbod artistiek nog kwalitatiever en gevarieerder kan maken. Ook op organisatorisch vlak vindt de commissie de deskundigheid toereikend. De organisatie is alert in het ‘vasthouden’ van leerlingen tot ze eventueel doorstromen van binnen- en buitenschools naar het naschoolse aanbod. De commissie vindt de organisatie passend bij het plan. De taken zijn herverdeeld, zo ligt fondsenwerving nu bij de zakelijk leider. Goede ontwikkelingen, vindt de commissie, al mist zij marketing in de taakverdeling. TIJ wil uitbreiden naar verschillende om IJburg gelegen stadsdelen. Dit zijn gebieden met veel gezinnen, en dus met een grote potentiële doelgroep. De organisatie heeft, na jarenlang actief te zijn in IJburg, in de ogen van de commissie ervaring op zak om te opereren in deze nieuwe stedelijke gebieden. Dat wekt op zich vertrouwen. Het plan gaat echter niet in op de kosten en inspanningen die hiermee gemoeid zullen zijn. In die zin vindt de commissie de begroting niet realistisch. 

De organisatie heeft een bedrijfsvoering die grotendeels een basis geeft om zowel de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen als de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren. De commissie vindt het goed dat TIJ inzicht geeft in enkele risico’s. Zo zijn er de afgelopen periode wisselingen in het team en bestuur geweest die de continuïteit in het geding hebben gebracht. Nu is er een nieuwe zakelijk leider, zijn taken herverdeeld en wil TIJ meer mensen in loondienst nemen. Dat is in de ogen van de commissie positief, net als het plan om het eigen team uit te breiden om zo eventuele uitval van docenten tegen te gaan. Een ander risico dat TIJ noemt zijn de verplichte kosten voor een pensioenfonds. De organisatie meldt dat de procedure die inzicht moet bieden in dit risico nog loopt, terwijl ze niet heeft geanticipeerd op een mogelijk negatieve uitkomst. Dit vindt de commissie risicovol, ook omdat het eigen vermogen, dat een tegenvaller als deze mogelijk zou kunnen opvangen, nog steeds erg beperkt is. 
Tot slot mist de commissie de financiële onderbouwing van de uitbreidingsplannen naar andere stadsdelen, TIJ wil zonder verdere toelichting voorsorteren op een toekomstige metropoolregeling en gaat verder niet in op de financiële kansen en risico’s de uitbreidingen met zich meebrengen. 

Op zich vindt de commissie de begroting realistisch en passend bij het plan. Een aantal zaken zijn echter niet helder uitgewerkt: aan de inkomstenkant mist de commissie een inschatting van de mogelijke inkomsten via sponsoring. Aan de kostenkant mist de commissie een toelichting op de verdubbeling van de huur. De commissie vindt de stijging in personeelskosten voldoende onderbouwd. Het is een goede ontwikkeling dat TIJ de cao Kunsteducatie gaat volgen, onderzoekt of er meer mensen in loondienst kunnen, de Fair Practice Code hanteert en het uurloon van freelance kunstdocenten, in samenspraak met de andere jeugdtheaterscholen, passend naar boven bijstelt. Overigens vindt de commissie dat TIJ, gelet op de begroting, onvoldoende prioriteit geeft aan het opbouwen van het eigen vermogen. Op dit moment is de organisatie niet weerbaar genoeg om eventuele tegenvallers op te vangen. 

Het marketingplan van TIJ vindt de commissie deels realistisch en passend om het beoogde publiek te bereiken. De aandacht voor marketing is in het plan erg beknopt. Het marketingplan bevat op het gebied van cultuureducatie geen specificatie van doelgroepen, terwijl die er gezien de differentiatie in aanbod en de uitbreidingen naar andere stadsdelen volgens de commissie wel benoemd hadden moeten worden. TIJ kiest, naast posters en flyers op scholen en online advertenties op social media, voor een persoonlijke benadering, real-life public relations. De jeugdtheaterschool zoekt kinderen op bij onder meer de BSO, de moskee en het schoolplein. Dat vindt de commissie een passende aanpak, maar ook een intensieve. Uit het plan blijkt niet wie dit binnen de organisatie op zich zal nemen. Wel verwacht de commissie dat de sleutelfiguren, die de organisatie zoekt om ingang tot een aantal gemeenschappen te krijgen, hier een positieve rol in kunnen spelen. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende. 
Het plan draagt op dit moment in artistieke zin gedeeltelijk bij aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. De inbreng van eigen verhalen van de cultureel diverse doelgroep die TIJ bereikt, draagt inhoudelijk aan bij aan culturele diversiteit. De verdere bijdrage is beperkt, maar de commissie vindt het positief dat de ambitie er wel is. De organisatie ambieert in 2020 middels een innovatiesubsidie de leerlijn te herschrijven, zodat er in de nieuwe periode een extra focus is op inclusief onderwijs en diversiteit in theatertraditie. Jeugdtheaterschool TIJ laat haar leerlijn beoordelen op diversiteit door critical friends (lokale culturele partners) en betrekt sleutelfiguren uit de Marokkaanse en Surinaamse gemeenschap, die nog gevonden moeten worden. Kennis wordt van buitenaf ingewonnen. De commissie had het sterker gevonden als die expertise in de eigen organisatie verankering zou krijgen. 

Het plan draagt bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek. Vooral met haar binnenschoolse aanbod weet Jeugdtheaterschool TIJ een divers publiek te bereiken. Dat geldt veel minder voor het naschoolse aanbod. De organisatie ambieert ook daar het bereiken van meer cultureel divers publiek. De commissie vindt dat Jeugdtheaterschool TIJ transparant en zelfkritisch is over de huidige resultaten maar beoordeelt de ambities als erg bescheiden, zeker gezien de cultureel diverse publiekssamenstelling op IJburg. De commissie is wel positief over het voornemen om het aanbod laagdrempeliger te maken door de leerlijn aan te passen, meer kortlopende cursussen te ontwikkelen en aanbod op locatie te realiseren. 

De commissie vindt de visie van TIJ op culturele diversiteit in het personeelsbestand en bestuur overtuigend. TIJ benadrukt dat representatie van culturele diversiteit in het personeelsbestand drempelverlagend kan werken en kinderen vertrouwen kan bieden. De organisatie heeft precieze en concrete actiepunten geformuleerd om de diversiteit in het docententeam, kantoorpersoneel en bestuur te vergroten. Hierbij richt zij zich op nieuw aan te stellen medewerkers met een Surinaamse of Marokkaanse achtergrond. De commissie vindt het positief dat diversiteit zichtbaar de aandacht heeft. Zij is echter kritisch op de wijze van formulering, die instrumenteel aandoet. De commissie vindt dat de organisatie hier al eerder stappen in had kunnen zetten gezien de doelstellingen in de vorige kunstenplanaanvraag. Daarom geeft het plan voor diversiteit van het personeelsbestand en bestuur weinig vertrouwen en is het plan voor de commissie niet overtuigend. 


Conclusie 

De commissie adviseert de aanvraag van Jeugdtheaterschool TIJ te honoreren met het gevraagde subsidiebedrag van € 110.000 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.