Stichting Memorabele Momenten Amsterdam

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 196.294
Toegekend: € 0

Inleiding

Stichting Memorabele Momenten Amsterdam (MEMO) biedt cultuureducatie voor kinderen van nul tot zes jaar in Amsterdam. De organisatie verzorgt wekelijkse interactieve muzikale ervaringen en beoogt hiermee de wereld van deze kinderen te vergroten, hun leeromgeving te verrijken en zo bij te dragen aan hun brede ontwikkeling. MEMO zet hiervoor professionele artiesten in die een divers repertoire aan (wereld)muziek brengen met verschillende muziekinstrumenten. Deze artiesten worden door MEMO intensief getraind. De producten van MEMO sluiten volgens de organisatie aan op de belevingswereld van kleine kinderen. Ze worden geïntegreerd aangeboden in de vertrouwde omgeving waar zij opgroeien; op het kinderdagverblijf en de (voor)school, thuis en in de buurt. MEMO betrekt hierbij ook de ouders. 

In de periode 2021-2024 wil MEMO de voorstellingsfrequentie per afnemer die dit niet al doet verhogen naar twintig per jaar. Dit vanuit de gedachte dat het herhaaldelijk aanbieden de ontwikkeling van het kind ondersteunt. Om kansengelijkheid te bevorderen beoogt MEMO kinderdagverblijven in aandachtswijken, medische kinderdagverblijven/woon- en zorginstellingen, voorscholen, de groepen 1 en 2 in het primair onderwijs en buurtactiviteiten voor kinderen die door doorvoering van de Wet Harmonisatie Kinderopvang niet naar opvang gaan, te bereiken. Voor deze gewenste schaalvergroting wil MEMO jaarlijks veertien nieuwe professionele artiesten aantrekken, opleiden en door kwaliteitsborging aan zich binden. Het wil daarbij het scala aan instrumenten en muziekstijlen dat het aanbiedt vervolledigen. MEMO zal enthousiast op de voorstelling reagerende, muzikaal talentvolle jonge kinderen uit gezinnen met een smalle beurs doorverwijzen naar het Jongerencultuurfonds, om hen zo een ingang te bieden naar buitenschoolse muziekeducatie.

Stichting Memorabele Momenten Amsterdam ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020. 
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een jaarlijkse bijdrage van gemiddeld € 196.294 in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
Het basisconcept van kleine, voornamelijk instrumentale muzikale interacties tussen een professioneel muzikant en de allerjongste kinderen levert volgens de commissie een waardevolle en prikkelende interactieve ervaring in de eigen leefomgeving van jonge kinderen op. MEMO benadrukt de positieve effecten van muziekeducatie voor het jonge kind en competenties die het bij kinderen ontwikkelt, zoals emotionele intelligentie, cognitieve en motorische ontwikkeling en sociale vaardigheden. Het plan schetst artistieke voorwaarden voor het slagen van de voorstelling, zoals authenticiteit van de artiest, sensitiviteit en vertrouwdheid en veiligheid. De commissie merkt op dat dit in vrij algemene, abstracte en vaak ook voorwaardelijke termen gebeurt. Het plan benoemt minder overtuigend hoe MEMO deze voorwaarden artistiek bewerkstelligt. De specifieke artistieke eigenheid voor het kind komt daardoor naar mening van de commissie uit het plan niet sterk naar voren. Deze artistieke signatuur spreekt wel uit het beeldmateriaal bij de aanvraag, dat een bevlogen muzikant toont die het muziekaanbod prikkelend aanbiedt. 

MEMO richt zich bewust op jonge kinderen die aan het begin staan van een muzikale ontwikkeling. Er is één vorm van aanbod. Dit zijn de voorstellingen die vanuit de authenticiteit van de professionele artiest-docenten ontwikkeld worden vanuit de Big Steps-methodiek, en daardoor uiteindelijk van elkaar verschillen. De commissie vindt dat de aanvraag deze verschillen te weinig specificeert. Het plan benoemt persoonlijke artistieke en communicatieve kwaliteiten van de artiest-docent, verschillende instrumenten en een divers repertoire. De commissie vindt dit nog vrij algemeen en mist de relatie tussen artistieke keuzes en de doelgroep. MEMO stelt dat deze voorstellingen aansluiten op de belevingswereld van jonge kinderen. Het plan benoemt echter geen onderscheid tussen het aanbod voor de verschillende type instellingen (zoals het primair onderwijs en medische kinderdagverblijven) en er wordt niet gedifferentieerd naar leeftijd. Dit vindt de commissie een gemis. MEMOthuis.nl biedt ouders naar mening van de commissie een mooie kans om samen met hun kind verder aan de slag te gaan met muziek en zo de impact en artistieke betekenis van het optreden te vergroten. 
    
MEMO stelt niet zozeer op zoek te zijn naar vernieuwing als wel naar gedegen verankering en uitwisseling van de vergaarde kennis en ervaring. MEMO heeft veel ervaring met het concept en wil zich ontwikkelen door het concept verder uit te bouwen en de impact ervan te vergroten. Dit wil ze bereiken door fors meer voorstellingen in een reeks te programmeren en nieuwe instrumenten en muziekstijlen toe te voegen. MEMO benadrukt in de plannen naar mening van de commissie met name de schaalvergroting. De commissie onderschrijft dat een herhalende reeks kan bijdragen aan het beter beklijven en verdiepen van het muziekaanbod. Ze constateert echter dat de beoogde explosieve schaalvergroting van het aantal af te nemen voorstellingen tot twintig op artistiek vlak nog niet wordt uitgewerkt. De onderbouwing dat dit MEMO de kans biedt het repertoire te vervolledigen vindt zij nog niet overtuigen. De commissie mist binnen de voorgenomen structurele series een artistieke opbouw en samenhang tussen de verschillende voorstellingen en een methodisch-didactische leerlijn die aansluit bij jonge kinderen. 
De organisatie investeert naar mening van de commissie goed in de professionele ontwikkeling van haar muzikanten door overtuigende coaching en intervisie, waardoor de professionals van elkaar kunnen leren. Het plan noemt geen ontwikkelingsmogelijkheden voor de overige medewerkers, wat de commissie een gemis vindt. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
MEMO verbindt zich naast de voorscholen, het primair onderwijs en kinderdagverblijven in de commerciële sector ook met meer welzijns-gerelateerde koepels als Akros, Dynamo en Partou Voorscholen. Het wil de komende periode met incidenteel aanbod uitbreiden naar 26 locaties van de Openbare Bibliotheek Amsterdam en naar 35 buurtspeeltuinen om een pop‐up MEMO te geven. Door deze samenwerkingen verbindt MEMO zich praktisch met de jongste Amsterdammers. MEMO betrekt naast de kinderen ook hun ouders via MEMOthuis.nl. Voor ouders wiens kind opmerkelijk positief op de voorstelling reageerde wil MEMO een complimentenkaart inzetten om kinderen met potentieel talent naar vervolgactiviteiten te verwijzen via het Jongerencultuurfonds Amsterdam. Door mee te betalen aan cursusaanbod voor kinderen van ouders met een laag inkomen bekleedt dit fonds een maatschappelijke functie. De commissie vindt deze doorverwijzing naar het Jongerencultuurfonds positief, maar ze vindt het opmerkelijk dat dit deze complimentenkaart niet voor alle kinderen voor wie dit financieel van toepassing is wordt ingezet. 
    
De activiteiten en bezoeken van MEMO vinden gespreid over heel Amsterdam plaats. Er wordt hierin de komende periode een lichte verschuiving naar de stadsdelen buiten Centrum en Zuid beoogd. Deze wordt naar de mening van de commissie voldoende onderbouwd vanuit het geven van meer prioriteit aan bepaalde doelgroepen in - onder andere - de wijk. Dit leidt tot een bereik van ruim driekwart buiten de stadsdelen Centrum en Zuid. Hiermee draagt MEMO naar de mening van de commissie goed bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het bereiken van publiek aldaar. 

MEMO kiest voor het thema de Leefbare stad. De commissie vindt dat een logische keuze omdat de organisatie hieraan wel enigszins bijdraagt door in de creatieve ontwikkeling van jonge kinderen te investeren. De uitwerking ervan is echter uiterst algemeen en beknopt, en direct gekoppeld aan de voorwaarde dat het aantal voorstellingen groeit. De commissie vindt de uitwerking daarom niet overtuigend aansluiten bij het thema. 
 

Uitvoerbaarheid 

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.
De commissie vindt het plan in de huidige vorm met name vanwege de beoogde schaalsprong van de organisatie niet realistisch en uitvoerbaar. MEMO wil het aantal activiteiten en het deelnemersbereik de komende periode fors verhogen: het aantal activiteiten verviervoudigt in 2024 ten opzichte van de realisatie in 2018. Het aantal bezoeken stijgt nog meer. De commissie vindt deze stijging te weinig onderbouwd. Er is een intentieverklaring bijgevoegd van één partij voor de afname van twintig concerten en het plan benoemt dat er op dit moment afnemers zijn die dit reeds doen. MEMO stelt de groei behoudend in te schatten. De commissie vindt echter dat de aanvraag de schaalvergroting in de basis met name aanbodgedreven motiveert en slechts beperkt vanuit de behoefte van het veld. Zij acht de explosieve groei zonder marktanalyse, onderzoek waarom het merendeel van de afnemers dergelijke hoeveel heden nog niet afneemt of beargumenteerde marktvraag in het ondernemingsplan niet haalbaar en risicovol. Daarbij is deze voor een deel afhankelijk van de gevraagde subsidie en de daadwerkelijke afname door nieuwe partners. Er wordt matchfunding en korting geboden om deze afname te stimuleren en er wordt van uit gegaan dat de afnemer in de loop van vier jaar steeds meer zelf gaat betalen. Ondanks het goede trackrecord van MEMO vindt de commissie dit een risicovolle en niet geheel realistische aanname. Door het afnemen van veel voorstellingen in een serie stijgt de totaalprijs per afnemer, wat naar mening van de commissie mogelijk een struikelblok voor hen vormt.

De commissie vindt dat MEMO zich na een faillissement in 2013 knap heeft teruggewerkt in het cultuureducatieve veld vanuit de doorstart door de huidige directeur. De organisatie heeft de afgelopen jaren stappen gezet om de bedrijfsvoering te professionaliseren en te voldoen aan de Governance Code Cultuur. Er is een bestuur aangesteld en recent is er een structuurwijziging aangebracht middels een splitsing in twee stichtingen. Allereerst is er de projectstichting MEMO Amsterdam voor het uitvoeren van activiteiten. Voor het uitvoeren van de activiteiten heeft deze projectstichting een contract bij de Stichting Memorabele Momenten Cultuureducatie (MEMO Cultuureducatie) voor het leveren van de noodzakelijke digitale infrastructuur. Hoewel er nog geen resultaten zijn die de commissie kan beoordelen, ziet zij in dat dit potentieel een steviger basis geeft, risico’s verkleint en dus positief kan uitwerken op de bedrijfsvoering. 
De commissie vindt dat de in het ondernemingsplan genoemde geringe omvang van en groei in het aantal fte voor kantoor, zakelijk en planning niet passend is bij de beoogde explosieve groei in activiteiten en bereik. Het plan schetst dat er een goed functionerend boekingssysteem is, maar de beoogde groei van activiteiten zal naar mening van de commissie impact hebben op alle onderdelen van de organisatie. De schaalsprong levert naar mening van de commissie een evenredige vergroting op van bijvoorbeeld de werving van kunstenaars, repertoirekeuze, kwaliteitsborging, diverse nieuwe locaties, nazorg, helpdeskfuncties, onvoorziene zaken en werkdruk die een systeem niet kan oplossen. Hier gaat het plan niet op in. De organisatie heeft volgens de commissie een enigszins kwetsbare bedrijfsvoering. Het niet in dienst hebben van personeel houdt de vaste lasten laag, wat de commissie positief vindt. Ze vindt het beperkte eigen vermogen een aandachtspunt en een risico voor de continuïteit van de organisatie op termijn. De commissie heeft vertrouwen in het artistiek vakmanschap van de uitvoerenden en het vakmanschap van de oprichter, maar heeft op basis van het plan geen vertrouwen in de benodigde organisatiekracht voor de beoogde schaalvergroting. 

De commissie vindt de begroting ten dele passend. De beheerslasten zijn laag en de activiteitenlasten stijgen mee met de uitbreiding van het activiteitenniveau. Aan de kostenzijde vindt de commissie dat de licentiekosten voor de database - gezien de hoogte ervan - beter toegelicht en onderbouwd hadden moeten worden. De kosten daarvoor vindt de commissie nu hoog ingeschat. De commissie merkt op dat zowel tussen 2018 en 2021 als tussen 2021 en 2024 de begroting meer dan verdubbelt. Deze forse stijging in de totale begroting vindt zij niet realistisch. De schaalsprong wordt onder meer veroorzaakt door de verkoop van grotere reeksen voorstellingen per afnemer, die met korting worden aangeboden. Om dat te kunnen realiseren constateert de commissie dat er een jaarlijks stijgende, forse subsidie van het AFK nodig is. Deze subsidie bedraagt jaarlijks ongeveer 40% van de omzet. Vooral gezien het feit dat MEMO er tot op heden in slaagde de activiteiten kostendekkend en dus zonder subsidie te realiseren, vindt de commissie de schaalsprong met bijbehorende subsidievraag niet realistisch. De financieringsmix blijft daarnaast beperkt tot twee inkomstenstromen: de afnemers en het AFK. MEMO stelt in het plan zich in 2021‐2024 tot andere fondsen te willen richten maar heeft deze, omdat dit nog niet gedaan is, nog niet in de begroting opgenomen. De commissie vindt dit opmerkelijk en de financiering zeer eenzijdig en kwetsbaar. 

Het marketingplan benoemt vooral de intenties van MEMO op dit vlak maar de commissie ziet geen duidelijke koppeling aan het gewenste resultaat. De opzet definieert doelgroepen en benoemt daarbij beknopt redelijk passende communicatiekanalen. De commissie vindt de uitwerking ervan echter te summier om de beoogde uitbreiding realistisch te onderbouwen. Zo wordt er het versturen van nieuwsbrieven naar bestaande klanten en betrokken professionals als marketinginstrument genoemd om de bewustwording van de waarde van muziekeducatie te vergroten. Dit vindt de commissie nog niet sterk gericht op het stimuleren van een afname van veel grotere series voorstellingen dan tot op heden. Potentieel nieuwe klanten worden benaderd via de actieve inzet van online mediakanalen en een publiciteitsmail met persoonlijke opvolging en een voorstel voor een gratis kennismakingsbezoek. De commissie vindt dit op zich passend maar mist voor de beoogde diverse nieuwe locaties meer onderbouwing vanuit bijvoorbeeld een plan voor klantsegmentering of een behoeftepeiling in het veld.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.
Het plan draagt in artistieke zin bij aan de culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. Het huidige repertoire is divers en omvat klassiek, mondiale muziek, jazz, pop en volksmuziek. De aanvraag licht toe dat de uitvoerende artiesten vanuit hun eigen authenticiteit en (cultureel) diverse achtergronden een divers repertoire aan mondiale muziek brengen met een variëteit aan instrumenten. De commissie vindt dit overtuigen en is eveneens positief over het voornemen van MEMO om de komende periode in de programmering meer te gaan aansluiten bij nog ondervertegenwoordigde muzikale culturen in het aanbod, zoals Arabische muziek en Afrikaanse muziek.

MEMO streeft voor 2021-2024 niet naar het bereiken van nieuwe doelgroepen maar naar het intensiever bedienen van de bestaande doelgroep. Uit de aanvraag vindt de commissie overtuigend naar voren komen dat MEMO gelijke kansen voor alle kinderen biedt om zich op een volwaardige manier te kunnen ontwikkelen en dus niemand uitsluit. Het richt zich op nul- tot zesjarigen, hun ouders en hun professionele begeleiders met verschillende culturele achtergronden in alle stadsdelen van Amsterdam. Daarmee vindt de commissie MEMO bijdragen aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad

De organisatie noemt diversiteit als één van de bepalende uitgangspunten en stelt dat dit een vanzelfsprekend onderdeel van de organisatie is. De diversiteit van het docentenbestand, dat qua herkomst veertien nationaliteiten van drie continenten representeert, overtuigt. De aanvraag maakt duidelijk dat medewerkers bij de organisatie diversiteit en authenticiteit omarmen en uitdragen, maar dit vindt de commissie vrijblijvend geformuleerd. Zij ziet geen actief plan voor of beleid op een cultureel diverse samenstelling van het bestuur en bijvoorbeeld personeel in backoffice. Wel blijkt uit het nieuwe, grotendeels cultureel diverse bestuur dat MEMO hier goede keuzes in
maakt.


Conclusie

De commissie constateert dat MEMO zich na een faillissement in 2013 middels een doorstart weer goed heeft hersteld. In de plannen voor 2021-2024 wil de organisatie in zeer korte tijd een grote schaalsprong maken. De commissie is niet overtuigd van het realisme en de haalbaarheid van deze schaalsprong en zij mist een artistieke opbouw in de series. Daarnaast gaat deze schaalsprong gepaard met een grote subsidieaanvraag bij het AFK, terwijl de organisatie voorheen kostendekkend opereerde. 
De commissie vindt het basisconcept van MEMO waardevol en wil ruimte bieden voor een meer geleidelijk groeipad. De commissie adviseert daarom de aanvraag van MEMO gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 30.000 per jaar. Gezien het beschikbaar budget na beoordeling van alle aanvragen binnen de adviescommissie Cultuureducatie is voor MEMO € 9.500 subsidie beschikbaar. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.