Poldertheater

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 232.960
Toegekend: € 232.960

Inleiding

Poldertheater verzorgt theatereducatie in het voortgezet onderwijs in Amsterdam. Het biedt korte en langlopende workshoptrajecten met voorstellingen in de klas of in het theater. Deze worden gespeeld door jongeren die Poldertheater zelf traint. De docenten zijn een mix van jonge professionals en peer educators, die vaak uit de spelersgroep komen. Er is aanbod voor praktijkonderwijs tot gymnasium en alles daartussenin, met de nadruk op het vmbo. Via talentontwikkelingstrajecten maakt Poldertheater de verbinding tussen binnen- en buitenschoolse educatie. In het culturele veld wil de organisatie zich onderscheiden door met op tekst gebaseerd theater de genoemde brede doelgroep aan te spreken en door zich blijvend in te zetten voor meer aandacht voor cultuureducatie in het vmbo. Ze is initiatiefnemer van de vmbo-Denktank, waarbinnen culturele instellingen en scholen samen interdisciplinaire programma's bedenken voor het vmbo.

In de periode 2021-2024 wil de organisatie zich duurzaam ontwikkelen en professionaliseren, zodat haar groei gelijke tred houdt met de groei van het publiek. Er wordt een totaal bereik van 17.500 Amsterdamse middelbare scholieren beoogd, waarvan bijna 11.000 in het praktijkonderwijs en vmbo. Poldertheater wil voorstellingen en workshops van hoge artistieke en educatieve kwaliteit creëren, voor een jong en divers publiek met jonge, diverse spelersgroepen en makers. Ook wil het jaarlijks minder afhankelijk van het AFK worden door een betere financieringsmix te realiseren. De diversiteit binnen Poldertheater en zijn publiek zal ingezet worden om stappen te nemen op het gebied van doorontwikkeling binnen de eigen organisatie en voor meer inclusiviteit in de sector. Tot slot wil Poldertheater een voortrekkersrol blijven houden in de samenwerking tussen het onderwijs en culturele partners voor een samenhangend aanbod van cultuureducatie in Amsterdam, de vmbo-Denktank en Kennisnetwerkbijeenkomsten.

Poldertheater ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 116.701 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 232.960 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zeer goed.
Poldertheater maakt multidisciplinaire theatervoorstellingen voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs en opent daarbij deuren voor scholieren die hier in hun dagelijks leven niet snel mee in aanraking komen. Er wordt volgens het plan met bewerkingen van bestaand repertoire gewerkt, waarbinnen gezocht wordt naar actuele thema’s als bijvoorbeeld machocultuur en seksuele vrijheid. De groep schuwt daarbij in de ogen van de commissie geen ingewikkelde onderwerpen. Sterke kernwaarden vindt de commissie de jonge spelers, de betrokken en intieme setting waarin gewerkt wordt en de prikkelende visie dat theater ook mag schuren en spannend mag zijn. De verdiepende en professionele nagesprekken na afloop laten de leerlingen echt nadenken over wat er gevraagd of besproken wordt. Hiermee creëert Poldertheater volgens de commissie een overtuigende, herkenbare en bezielde artistieke signatuur. Deze wordt in het plan helder uitgewerkt naar een overtuigend, ideeënrijk aanbod van voorstellingen, workshops, talentenprogramma’s, vmbo-Denktank en een kennisnetwerk.

Poldertheater toont naar het oordeel van de commissie een overtuigende visie op het theater dat het voor de jongeren maakt. Zij vindt dat het plan duidelijk verwoordt hoe het Poldertheater de doelgroep in vorm en inhoud aanspreekt door actief op zoek te gaan naar een mix van stijlen en thema’s waarin het publiek zich herkent. Dat doen ze mede door met jonge acteurs, peer educators en docenten te werken die dichtbij de scholieren staan. Door de scholieren daarna te bevragen bieden hun reacties en emoties voor beide partijen een meerwaarde. Zo toont het aanbod inzicht in de interesses van de doelgroep, en durft het deze jongeren ook uit te dagen. Poldertheater kiest naast personages waarmee het publiek zich kan identificeren, in de plannen ook voor karakters die voor een groot deel van het publiek minder herkenbaar of gangbaar zijn. Door naar de doelgroep te luisteren en haar artistieke aanbod aan te passen, is Poldertheater naar mening van de commissie in de afgelopen jaren steeds beter geworden in het stimuleren van jongeren om zich te kunnen identificeren met mensen die ogenschijnlijk ver van ze afstaan; zogenoemde ‘verplaatsingskunde’. Dit vindt de commissie overtuigend en belangrijk in tijden waarin polarisatie toeneemt. De commissie vindt hierdoor de artistieke betekenis voor het publiek groot.

Poldertheater reflecteert volgens de commissie in het plan op de eigen artistieke ontwikkeling en concretiseert wat het wil verbeteren, zoals bijvoorbeeld de balans tussen de hoeveelheid tekst en de andere ingrediënten van een voorstelling. Het plan koppelt deze aan de artistieke ambities voor 2021-2024, waaronder het toelaten van disciplines als film en dans en het opzoeken van de grenzen van verplaatsingskunde. De commissie vindt dat deze artistieke ontwikkeling een logische verbinding heeft met de voorgaande periode. Dit wordt aangevuld met Stip op de horizon, waarin de ideeën voor na die periode geconcretiseerd worden. De ontwikkelmogelijkheden voor de spelers, nieuwe makers en docenten vindt de commissie overtuigend. Zij krijgen de kans te groeien en excelleren en er zijn opties tot doorstroom van speler naar docent of maker.


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
Poldertheater verbindt zich overtuigend met Amsterdam. In eerste instantie gebeurt dit via het brede palet aan scholen en leerlingen waarmee het werkt. Er is daarbij goede aandacht voor wat er op school en in de buurt speelt. Het hedendaagse aanbod is gemaakt met en voor jonge mensen in een stedelijke context. Uit thema’s als tolerantie, genderfluïditeit en macht - het onvoldoende gehoord worden van jongeren door machthebbers - spreekt volgens de commissie een sterke inhoudelijke verbinding met de stad.
Met Poldertheater PLUS zet de organisatie een buitenschoolse stap naar de buurt. In plaats van jongeren op een eigen festival te tonen wordt er met performers uit de Talentenklas een lokaal podium of cultureel trapveldje in de eigen buurt gezocht. Dit moet nog uitgewerkt worden maar de commissie is positief over dit soort samenwerking met de wijk, waarbij ook het betrekken van maatschappelijke partners tot de mogelijkheden behoort.
Er is een praktische financiële samenwerking met sociaal maatschappelijk gerichte organisaties als het AMVJ Fonds, Nut Amsterdam en het Jongerencultuurfonds.

Poldertheater investeert de komende periode extra in het bereik van meer vmbo-scholen aan de randen van de stad, buiten het centrum en Zuid. Het bereik verdubbelt ruim ten opzichte van de huidige Kunstenplanperiode en het aantal bereikte scholen stijgt flink. Deze uitbreidingen zijn onderbouwd en de commissie acht deze gezien de gestage groei tot op heden en de vraag vanuit de scholen realistisch. Het hoogste percentage activiteiten en bezoeken is in Nieuw-West. Met een totaal bereik in 2021-2024 van meer dan 20.000 leerlingen en bezoekers uit alle stadsdelen draagt Poldertheater naar de mening van de commissie krachtig bij aan de stedelijke spreiding van het Amsterdamse cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan. De aanvraag benoemt dat ook meer in buurtlocaties in andere stadsdelen gespeeld zal worden, maar maakt dit nog niet concreet.
De commissie vindt uit de aanvraag een duidelijke welwillendheid tot samenwerking met andere partijen spreken en een grote bereidheid tot kennisdeling. De door Poldertheater geïnitieerde vmbo-Denktank vindt zij een goede brug slaan tussen het onderwijs en het culturele en cultuureducatieve veld en bijdragen aan een betere afstemming tussen het aanbod in de hele stad.

Poldertheater kiest voor het thema Leefbare stad en onderbouwt dit. Thematieken voor klassenvoorstellingen komen voort uit gesprekken over wat er speelt op school en in de buurt, zoals bijvoorbeeld (online) pesten en grensoverschrijdend gedrag. Met deze interactieve invulling en uitwerking van activiteiten draagt Poldertheater volgens de commissie bij aan zelfvertrouwen en burgerschap. De commissie vindt het daarnaast bijdragen aan sociale cohesie dat de organisatie voorstellingen maakt waarbij vwo’ers en vmbo’ers elkaar ontmoeten, om kansenongelijkheid en segregatie onder Amsterdamse jongeren tegen te gaan en de brede publieksgroep meer met elkaar in contact te brengen.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
Poldertheater heeft in de huidige Kunstenplanperiode ruim vierduizend leerlingen meer bereikt dan beoogd en wil nu blijkens het plan licht groeien, de organisatie versterken en middels verdieping de impact vergroten. De commissie vindt dit een goede en realistische keuze voor kwaliteit en stabiliteit van de organisatie. Deze wordt geprofessionaliseerd met onder meer drie parttime arbeidscontracten. De commissie onderschrijft dat de grotere personele omvang in het voorliggende plan beter bij het activiteitenniveau past dan in de huidige situatie. Poldertheater heeft laten zien ambities ruim te kunnen realiseren en de commissie heeft op basis van het voorliggende plan dan ook vertrouwen in de haalbaarheid ervan. Het vakmanschap van de medewerkers overtuigt. In artistiek opzicht spreekt dit uit de sterke opbouwende lijn in en kwaliteit van de verschillende programmaonderdelen en de krachtige werkwijze in het opleiden van spelers tot nieuwe makers en docenten. Ook in het zakelijk-organisatorisch vakmanschap heeft de commissie vertrouwen. De afgelopen periode heeft de organisatie zich op dit vlak goed ontwikkeld. In het betrekken van een organisatieadviseur en cultureel ondernemer voor professionalisering, het zakelijk-organisatorisch in goede banen leiden van een bijna verdubbeling van het bereik en de introductie van kostendekkende trajecten ziet de commissie goede deskundigheid en ervaring.

De bedrijfsvoering vindt de commissie voldoende basis bieden om de organisatie om de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen. Er is verbeterde aandacht voor kostendekkende trajecten en er is een goede keuze gemaakt om minder nieuwe producties te maken om de organisatie ook op langere termijn effectief te laten functioneren. De leiding toont in het plan een realistische kijk op risico’s en houdt de kosten beheersbaar. Wel ziet de commissie de wisselende exploitatieresultaten tussen 2017 en 2019 terug in de ontwikkeling van het eigen vermogen en fluctuerende ontwikkeling van het vreemd vermogen, wat geen stabiele indruk maakt. Ondanks het feit dat dit goed te verklaren is uit het veel hoger dan begrote activiteitenniveau door overvraag, vindt de commissie dit een risico met zich meebrengen. Zij acht een grotere reserve wenselijk.

Er is naar mening van de commissie sprake van een realistische begroting. Deze is inzichtelijk opgebouwd met een uitsplitsing in activiteiten. De stijging ervan vindt de commissie passend bij de beoogde uitbreiding in activiteiten, de realistisch geachte versterking van het personeelsbestand en betere betaling van medewerkers. Zo zal het kernteam volgens de cao Toneel en Dans uitbetaald gaan worden en freelancers met een bedrag dat een stap in de goede richting van fair pay zet. Gezien hun grote inzet zou naar mening van de commissie ook voor vrjiwilligers een vergoeding op zijn plaats zijn.
Het wordt de commissie niet geheel duidelijk voor hoeveel fte de verschillende begrote functies binnen met name de personele activiteitenlasten staan, wat het voor haar lastig maakt om voor dit onderdeel te beoordelen in hoeverre de begrote bedragen realistisch zijn en redelijk met betrekking tot de hantering van de Fair Practice Code, die wel stapsgewijs wordt toegepast. In zijn algemeenheid had de commissie graag een inzichtelijkere doorberekening en allocatie gezien van de verhoging van het bij het AFK gevraagde bedrag. Poldertheater wil komende periode minder afhankelijk worden van subsidie van het AFK door een betere financieringsmix te realiseren. Hoewel het gevraagde bedrag fors stijgt en de afhankelijkheid groot blijft, daalt op termijn het percentage afhankelijkheid van het AFK. Dit vindt de commissie een bescheiden maar goede ontwikkeling. Er is een overtuigende toename van eigen inkomsten. Deze is gebaseerd op de huidige recettes, met meer differentiatie per school om kostendekkender te worden. Dit lijkt de commissie realistisch en passend, evenals de verbreding van de financieringsmix met - ambitieuze - toenemende sponsorinkomsten en de groei van kostendekkende trajecten. Door deze verschillende bronnen van inkomsten worden de risico’s gespreid.

Het marketingplan is in de ogen van de commissie beknopt maar realistisch. Het benadrukt hoe belangrijk het goede contact met de scholen van de accountmanager is. De reputatie en het netwerk vullen dit aan, tezamen met middelen als mond-tot-mondreclame en social media. De commissie vindt dit passend om het beoogde publiek te bereiken; relatiemanagement met scholen is een belangrijk instrument in cultuureducatiemarketing en Poldertheater heeft een goede reputatie.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zeer goed.
Zij vindt Poldertheater met het voorliggende plan op overtuigende wijze bijdragen aan de culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. Het put voor zowel artistieke inhoud als vorm van het aanbod - getuige de hedendaagse uitingsvormen - uit de leefwereld van de leerlingen. Daar waar het relevant is krijgen de verschillende perspectieven van de leerlingen de ruimte en worden deze verwerkt in het aanbod, dat zo een (culturele) diversiteit aan invalshoeken vertoont. Ook de inbreng van diverse makers draagt hier aan bij. Poldertheater gaat zich inzetten om ook repertoire van niet-westerse traditie als uitgangspunt te brengen/nemen, wat naar mening van de organisatie vanwege een verouderd curriculum op de scholen tot op heden nog minder mogelijk is. De commissie vindt dit een goede maar niet per se noodzakelijke aanvulling, daar het door eerdergenoemde werkwijze intrinsiek divers aanbod verzorgt. Over het initiatief om met enkele scholen, die gezien hun leerlingenpopulatie hiervoor openstaan, een beweging in gang te zetten is ze uiterst positief.

Poldertheater heeft de afgelopen jaren een grote groei doorgemaakt in het bereiken van leerlingen in het voortgezet onderwijs, met name in het vmbo en het praktijkonderwijs. Hierin draagt het volgens de commissie overtuigend bij aan het bereik van een cultureel diverse doelgroep. De organisatie kiest daarbij bewust voor scholen met een cultureel diverse populatie. Met een jonge, cultureel diverse spelersgroep, aansprekend aanbod en ruimte voor de stem van de doelgroep weet de organisatie deze effectief te bereiken en zal zij dit blijkens het voorliggende plan naar de mening van de commissie ook blijven doen. Poldertheater laat een aantal van deze leerlingen goed doorstromen naar het buitenschoolse veld via doorverwijzing naar jeugdtheaterscholen en de talentenklas. De organisatie zet zich daarnaast volgens de commissie overtuigend in om diversiteit in de culturele sector positief te beïnvloeden, door als schakel te functioneren tussen het vmbo en grote culturele instellingen als bijvoorbeeld Het Nationale Ballet.

De organisatie laat culturele diversiteit leidend zijn in de uitbreiding van de organisatie. Dit vanuit, naar mening van de commissie, de duidelijke visie dat de organisatie alleen goed kan functioneren wanneer de spelers en docenten een afspiegeling zijn van de samenleving.
Zowel medewerkers, spelersgroep als docenten vormen een representatieve afspiegeling van de Amsterdamse samenleving. Er zijn recent nieuwe bestuursleden aangetreden met een biculturele achtergrond die met hun kwaliteit en ervaring - zoals bijvoorbeeld een oud-speler - bijdragen aan de ontwikkeling van Poldertheater als organisatie. Poldertheater schetst een helder plan met speerpunten om de culturele diversiteit te behouden en verder te bestendigen. De commissie constateert daarbij dat Poldertheater door het scouten, deels opleiden en ontwikkelen van talent tot spelers, docenten en soms makers dit naast onder andere actieve werving ook via doorstroom binnen de eigen organisatie realiseert. Het levert daarmee eveneens een bijdrage aan meer cultureel diverse professionals in het cultuur(educatie)veld. De commissie is dan ook van mening dat Poldertheater in hoge mate bijdraagt aan diversiteit.


Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Poldertheater te honoreren met het gevraagde subsidiebedrag van gemiddeld € 232.960 per jaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.