LeineRoebana
Inleiding
LeineRoebana is het gezelschap voor hedendaagse dans van choreografen Andrea Leine en Harijono Roebana. LeineRoebana onderscheidt zich naar eigen zeggen door haar fysieke, grillige bewegingsidioom en voorliefde voor klassieke en hedendaagse muziek. In de voorstellingen worden hedendaagse dans, muziek, tekst en beeld met elkaar vervlochten.
LeineRoebana werkt samen met musici uit binnen- en buitenland, zoals Calliope Tsoupaki, Tan Dun, Liza Ferschtman, Iwan Gunawan en het Concertgebouworkest.
LeineRoebana stelt zich ten doel om een nieuw, breed publiek te trekken, jonge talenten op weg te helpen, nieuwe makers te coachen en om een nieuwe vorm van samengaan van dans en muziek te creëren. Ze werkt daarvoor samen met wetenschappers, festivals, vakopleidingen en Muziekcentrum Aslan. LeineRoebana geeft aan vaste bespeler te zijn van grote zalen en middenzalen in Nederland en ook internationaal op te treden.
LeineRoebana wil voor de periode 2021-2024 minimaal vier nieuwe producties maken voor theater en ook een aantal hernemingen en locatieprojecten realiseren. Daarnaast wil het gezelschap onderzoek doen met collega’s en wetenschappers naar de artistieke en theoretische contouren van hun werk en werken de choreografen als trainer en coach voor jonge makers en uitvoerders die dans en muziek willen integreren. Er wordt samengewerkt met nationale- en internationale partners in Amsterdam, Breda, Europa en Azië.
LeineRoebana ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van
per jaar van € 169.747 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld
€ 200.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
LeineRoebana heeft volgens de commissie een herkenbare artistieke signatuur. Kenmerkend voor het werk van de choreografen is de ineenvlechting van disciplines tot een nieuwe eenheid, waarbij die disciplines elkaar wederzijds beïnvloeden en veranderen. De choreografen werken vanuit de visie dat de danskunst zich dient te vernieuwen in relatie tot muziek. Het plan toont dit als een bezield filosofisch uitgangspunt van LeineRoebana. De wijze waarop LeineRoebana muziek en dans combineert wordt hierbij naar het oordeel van de commissie meer dan de som der delen.
De artistieke eigenheid van de bewegingsstijl is volgens de commissie fysiek en grillig en zichtbaar in golvende losse bewegingen en scherpe articulaties, ruimtelijke patronen en grote dynamische verschillen. De commissie constateert dat LeineRoebana niet bang is voor complexiteit: het werk is cross-disciplinair, en de muziek loopt uiteen van opera tot gamelan. Taal en de interpretaties die tekst geeft aan klank, beeld of beweging maken deel uit van de belevingswereld die het gezelschap in de producties creëert. Dit vindt de commissie originele artistieke uitgangspunten.
De commissie is van mening dat LeineRoebana ook de komende periode prikkelende verbindingen tussen culturen, muziekstijlen en disciplines legt. De omschreven projecten en producties vindt de commissie echter nog vrij abstract beschreven, omdat vooral de inspiratiebronnen zijn benoemd, maar de plannen nog niet verder zijn geconcretiseerd. Hierdoor krijgt de commissie geen goed beeld van waartoe deze voorstellingsplannen in de praktijk leiden en is de oorspronkelijkheid op het niveau van de afzonderlijke producties nog lastig te duiden.
LeineRoebana maakt de artistieke betekenis voor publiek volgens de commissie tot onderdeel van hun werkwijze en benadering. De poging om het publiek open te laten staan voor het onbekende is een nadrukkelijk uitgangspunt voor de makers. De voor LeineRoebana kenmerkende thematiek van intercultureel denken, krijgt gestalte door de dialoog die het gezelschap in zijn voorstellingen telkens weer opzoekt tussen uiteenlopende culturele bronnen, stijlen en referentiekaders. Zo spreken voorstellingen bijvoorbeeld zowel liefhebbers van hedendaagse dans als van oude muziek aan. LeineRoebana maakt hun repertoire voor de kijker toegankelijk door de open en zinnelijke ingang die het aan het publiek biedt. De kijker ervaart daadwerkelijk, en op tamelijk directe wijze, de ontmoeting tussen muziek en dans. Volgens de commissie was dat bijvoorbeeld sterk voor het aanwezige publiek voelbaar in de productie SOLAS. Met de keuze voor aansprekende samenwerkingspartners als het Cello Octet, de Flamenco Biënnale en het Concertgebouworkest wordt de zeggingskracht naar het oordeel van de commissie voor het publiek vergroot en worden zowel dans- als muziekliefhebbers aangesproken.
De artistieke ontwikkeling van de aanvrager vindt de commissie duidelijk uit het plan herleidbaar. LeineRoebana reflecteert in het plan op de eigen positie in het dansveld, en op de resultaten van eerder werk, en beschrijft van daaruit de gewenste vervolgstappen. De commissie vindt de artistieke ontwikkeling op veel vlakken duidelijk gerelateerd aan voorgaande periode. Alle facetten van het produceren, het onderzoek, de community-building en onderwijs en talentontwikkeling zijn goed ingebed in de uitvoeringspraktijk en komen organisch voort uit de eigen artistieke geschiedenis.
Onderzoek naar de muziek en de vertaling naar dans was in de voorgaande periode de basis van LeineRoebana en blijft dat in de komende periode ook. De commissie ziet dat in voorgaande periode een ontwikkeling plaats vond in het naar buiten treden en presenteren van de betekenis van het werk aan publiek, waardoor het toegankelijker werd. De relatie tussen dans en muziek blijft het uitgangspunt bij hun doorlopende onderzoek om tot nieuwe theatrale dansvormen te komen. De commissie ziet daarbij vooral de artistieke ontwikkeling in de muziek terug in de plannen, in de samensmeltingen van oude en hedendaagse muziek die worden gezocht.
Doordat er vanaf het prille begin is gewerkt aan een eigen dansidioom waarin ook les wordt gegeven, hebben de makers een waardevolle basis gelegd waarop artistiek voortgebouwd wordt. Op de mogelijkheden die worden benut voor de artistieke ontwikkeling van het dansidioom en de choreografen zelf had het plan volgens de commissie meer mogen reflecteren.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
De organisatie verbindt zich met de stedelijke samenleving, met name op praktische wijze in de directe omgeving van hun studio in Oud-West. Deze studio staat open voor professionals, bezoekers van danscursussen en VMBO-leerlingen uit de buurt die er danslessen volgen. De leerlingen kunnen repetities van LeineRoebana bijwonen of dans- en muziekworkshops krijgen. Voor LeineRoebana is Muziekcentrum Aslan in Nieuw-West een belangrijke partner om zich te verbinden met de bewoners in de stad. In de komende periode wil LeineRoebana deze samenwerking uitbreiden met extra workshops, coaching en projectbegeleiding en zo een verbindende schakel zijn tussen jong talent en de kunstvakopleidingen.
LeineRoebana draagt in vrij grote mate bij aan de spreiding van het cultuuraanbod en het publiek in de stad. Behalve in stadsdeel Zuid vinden in alle stadsdelen activiteiten plaats en wordt in alle stadsdelen publiek bereikt. LeineRoebana zet zich in om de voorstellingen op zoveel mogelijk plaatsen in de stad te laten zien. Daarnaast onderneemt het gezelschap educatieve activiteiten in West en Nieuw-West.
LeineRoebana heeft in het aanvraagformulier gekozen voor het thema Wereldstad als eigen accent, dat hier wordt beoordeeld. In het ondernemingsplan beschrijft LeineRoebana de aansluiting bij zowel het thema Leefbare stad als Wereldstad, in vrij abstracte termen: hoe het oefenen in gemeenschappelijkheid van belang is voor een leefbare wereldstad. Het gezelschap wil zowel lokaal, landelijk als internationaal bruggen slaan tussen kunstenaars, instellingen, publiek en wetenschap. De commissie vindt de aansluiting bij het thema met name goed zichtbaar in de verschillende programmaonderdelen, waarbij er internationale uitwisseling met bijvoorbeeld China en Indonesië plaatsvindt. Passend bij hun artistieke signatuur, beschrijft LeineRoebana hun inzet op transculturele samenwerking. Dat heeft in afgelopen periode ook een vruchtbare samenwerking en uitwisseling met Indonesië opgeleverd, waar nu op wordt voortgebouwd.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.
De commissie vindt het plan realistisch en uitvoerbaar. Het vakmanschap op artistiek vlak is voor de commissie herkenbaar in de grote precisie waarmee voorstellingen worden uitgevoerd. Bij de uitvoeringen zijn makers, vormgevers, dansers en musici betrokken met een bewezen staat van dienst.
Ook in de werkwijze heeft de commissie vertrouwen. Het gezelschap is productioneel sterk, wat bijvoorbeeld blijkt uit het feit dat LeineRoebana heeft bewezen ook de grote zaal te kunnen bespelen en uit de voeten te kunnen met complexe internationale samenwerkingen, zoals die met partners in Indonesië en China. Dit geeft de commissie de overtuiging dat de toekomstige activiteiten ook vakkundig zullen worden uitgevoerd.
De organisatie heeft op zakelijk en strategisch vlak ondersteuning en een sterke raad van toezicht. De organisatie is volgens de commissie in omvang goed in staat om de ambitie van een midden/grote zaal productie plus een aantal hernemingen per jaar te realiseren, zoals het in voorgaande periode ook heeft laten zien.
De bedrijfsvoering van LeineRoebana is volgens de commissie voldoende gezond om de plannen te realiseren en de organisatie effectief te laten functioneren.
In de afgelopen periode heeft LeineRoebana met relatief weinig middelen veel voor elkaar gekregen. De commissie vindt dat getuigen van grote veerkracht. Het geeft vertrouwen in de manier waarop de organisatie in de toekomst zal worden geleid.
De organisatie staat er bedrijfsmatig goed voor. Er is een klein eigen vermogen opgebouwd, waarmee risico’s kunnen worden opgevangen. Daarnaast betekent het draagvlak dat LeineRoebana in Brabant heeft, als huisgezelschap van het Chassé Theater in Breda, dat extra financiële ondersteuning is gegarandeerd.
De begroting vindt de commissie realistisch en passend voor de nieuwe plannen, waarin het gaat om kostbare producties met live muzikanten. De commissie herkent in de opgenomen personeelskosten terug dat LeineRoebana zorgt voor versterking in aantal fte, hetgeen passend is voor de ambities van de organisatie. De beoogde vaste aanstelling van vier dansers conform cao vindt de commissie lovenswaardig. Het bedrag dat is begroot voor de marketing vindt de commissie passend bij de beschreven ambities ten aanzien van publieksbereik.
De financieringsmix is goed op orde met verschillende bronnen van inkomsten zodat de risico’s worden gespreid. LeineRoebana hanteert een efficiënt verdienmodel met goede afspraken met de theaters en realistische uitkoopsommen die bijdragen aan de stabiele eigen inkomsten.
Het marketingplan is naar het oordeel van de commissie zeer beknopt. Het beoogde publiek is in het plan niet nader omschreven. De marketingaanpak lijkt eruit te bestaan dat voor iedere productie een eigen, daarbij passend marketingplan ontwikkeld wordt. Hiermee is niet duidelijk waar LeineRoebana de focus voor de komende periode wil leggen. De genoemde marketingmiddelen zijn reguliere publiciteitsmiddelen voor de voorstellingen. Hoe daarmee gewerkt wordt aan de verwachte publiekstoename is niet duidelijk. De commissie vindt dat LeineRoebana de marketingaanpak nog moet versterken om het door haar gewenste nieuwe publiek te bereiken.
De commissie vindt het marketingplan wel realistisch en passend om het bestaande publiek te bereiken, dat veelal LeineRoebana trouw volgt. Het is lovenswaardig dat LeineRoebana doorlopend publieksonderzoek doet en zich actief inzet voor een sterke binding met het bestaande publiek. Ten aanzien van het bestaande publiek vindt de commissie LeineRoebana sterk in de persoonlijke benadering; op het moment van de voorstelling wordt het publiek op allerlei manieren betrokken. Het structurele publieksonthaal vooraf draagt bij aan de versteviging van de loyaliteit van het publiek. Ook de randprogrammering wordt duidelijk ingezet voor de dialoog met het publiek.
Diversiteit en inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
Het plan draagt volgens de commissie in artistieke zin bij aan de culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. De focus op culturele ontmoetingen en uitwisselingen behoort al jaren tot de kern van het werk van het gezelschap. De verbinding tussen culturen en het ontwerpen van een gemeenschappelijke taal zijn daarbij hoofdmotieven. De commissie vindt de culturele diversiteit zichtbaar in de muziek en de thematiek van de voorstellingen, waarbij voor de komende periode de culturele band met onder andere het Midden-Oosten en China gethematiseerd wordt. De dialoog met andere culturen wordt verder geconcretiseerd via de intensieve internationale samenwerkingen met Indonesië, die zichtbaar voor het voetlicht wordt gebracht.
De commissie ziet niet uitgewerkt op welke wijze LeineRoebana concreet bijdraagt aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. LeineRoebana geeft aan dat diversiteit en inclusie onderdeel is van hun artistieke uitgangspunten en daarmee hun publiek een afspiegeling vormt van de maatschappij. Dit publiek is in het plan echter niet gespecificeerd en daarmee ontbreekt ook een onderbouwde keuze voor of benadering van specifieke publieksgroepen.
De samenwerking met Aslan Muziekcentrum waar LeineRoebana lessen, workshops en coaching zal verzorgen biedt volgens de commissie goede kansen voor het bereiken van een jong cultureel divers publiek. Ook het huidige repertoire, de thema’s en muzikale invulling van de nieuwe projecten zijn zodanig cultureel divers dat de commissie deze kansrijk vindt om een breder cultureel divers publiek aan te spreken. LeineRoebana heeft echter geen effectief plan beschreven om dit publiek te bereiken.
De commissie constateert dat bij LeineRoebana gewerkt wordt met een cast van uiteenlopende culturele achtergronden. Op de werkplek is een aparte bidruimte gecreëerd voor personeel met een islamitische achtergrond, hetgeen voor de commissie bijdraagt aan het beeld dat de organisatie serieus nadenkt over culturele diversiteit als onderdeel van de organisatie. Het gezelschap geeft aan dat voor de raad van toezicht momenteel iemand geworven wordt met een cultureel diverse achtergrond, dus hierin moet nog een stap worden genomen. Het is voor de commissie duidelijk dat LeineRoebana een cultureel diverse organisatie is, maar de commissie mist in het plan een overtuigende visie en uitwerking voor het behouden van cultureel divers personeel en toezicht.
Conclusie
De commissie adviseert de aanvraag van LeineRoebana te honoreren met het gevraagde subsidiebedrag van € 200.000 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld in de adviescommissie Dans.