DAT!school
Inleiding
De DAT!school is een jeugdtheater- en filmschool in stadsdeel Noord met een multidisciplinaire leerlijn en een focus op verhalen. De organisatie hanteert hierbij een carrouselmodel waarin leerlingen les krijgen van diverse docenten uit verschillende disciplines. De DAT!school organiseert activiteiten voor scholen in het primair en voortgezet onderwijs en realiseert diverse buurtprojecten.
Met als doel om meer verhalen te verspreiden en de positie als culturele instelling binnen Noord te verstevigen, programmeert de organisatie sinds 2019 professionele jeugdtheatervoorstellingen onder de noemer DAT!theater. Het betreft een pluriform programma, met ruimte voor een randprogrammering en de ontmoeting van verschillende werelden. Podiumbezoek heeft een vaste plek binnen de leerlijn van de theaterschool die daarnaast schoolvoorstellingen programmeert voor scholen in Noord. De DAT!school verbindt lessen en eigen producties (cultuureducatie en talentontwikkeling) met professionele voorstellingen (podium) en buurtprojecten (community en cultuurparticipatie).
De organisatie stelt zich voor de komende periode een aanhoudende toename in het leerlingenaantal ten doel en wil hen beter kunnen huisvesten. Hiertoe wil de organisatie een stevig en solide plan ontwikkelen om een verhuizing naar een vaste locatie in gang te kunnen zetten.
De DAT!school wil de eigen theaterprogrammering implementeren binnen het vaste aanbod, met als doel een professioneel podium en laagdrempelige ontmoetingsplek te zijn in Noord. Middels community art en participatieve buurtprojecten streeft de organisatie ernaar om zich verder te verdiepen en te wortelen in het stadsdeel.
De DAT!school ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 79.569 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 215.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
De commissie ziet genoeg artistieke eigenheid van de DAT!school in het plan. De organisatie verwoordt het belang van verhalen overtuigend in haar missie en werkt vanuit kernwaarden als integriteit en inspiratie. De commissie ziet dit op aansprekende wijze terugkeren in verschillende activiteiten, al vindt zij niet alle activiteiten even sterk uitgewerkt in het plan. Het ophalen van verhalen uit Noord is een bezield concept en de commissie is ook enthousiast over de andere community- en participatieplannen. Het carrouselmodel is kenmerkend voor de DAT!school. Leerlingen komen in aanraking met veel verschillende kunstdisciplines: theater, dans, circus, film, muziek en beeldende kunst. Daarmee is ontwikkeling in de breedte het kenmerk van de artistieke eigenheid van de DAT!school. De commissie waardeert het dat er daarnaast ook aandacht is voor verdieping, via onder meer DAT!cast en masterclasses. De commissie vindt het aanbod van educatie, eigen producties en programmering van voorstellingen in één huis aansprekend. Bovendien beschouwt zij de aandacht voor professionele jeugdtheaterprogrammering als een toegevoegde waarde voor het aanbod in Noord. De signatuur van DAT! als school voor theater én film is minder terug te zien in het plan, hoewel de commissie op zich positief is over deze combinatie. De filmactiviteiten zijn in het plan beperkt uitgewerkt. De DAT!school wil de filmafdeling in de komende periode verder ontwikkelen, maar in de ogen van de commissie had de organisatie hier meer concreet mogen zijn.
De commissie is positief over de artistieke betekenis voor het beoogde publiek. De visie van de DAT!school op de doelgroep overtuigt. De organisatie beschrijft het belang van creativiteit, verbeelding en verhalen vertellen, en koppelt dit aan de persoonlijke vorming van kinderen. Het artistieke plan sluit hier volgens de commissie prima op aan in onder meer de community en participatie projecten, maar ook in de reguliere lessen waar ruimte is voor verhalen van leerlingen. De commissie verwacht dat het gevarieerde carrouselaanbod, en daarmee een variëteit aan docenten en werkmethodes, van artistieke betekenis zal zijn voor een brede doelgroep. De impact op de doelgroep zou voor de commissie nog sterker kunnen zijn wanneer er in het plan was beschreven hoe monitoring van leerlingen en de overdracht tussen de verschillende lessen plaatsvindt. Het plan sluit aan op de culturele interesse van doelgroepen, vooral omdat er in de lessen en producties aandacht is voor de eigen inbreng van leerlingen en voor actuele thema’s die spelen in Noord. Dat laatste vindt de commissie vooral bij de communityprojecten een aansprekende invalshoek, al wordt uit het plan niet duidelijk hoe of met welke mogelijke thema’s de organisatie dit gaat doen.
De commissie vindt de artistieke ontwikkeling van de DAT!school in orde. De organisatie blikt in het plan niet uitgebreid terug, maar doet wel een aantal scherpe constateringen over ontwikkelingen in het aanbod, de organisatie zelf en het stadsdeel. Daarop weet de organisatie haar ambities voor de lange termijn goed te onderbouwen. De commissie vindt echter dat DAT! zich veel verschillende ambities tegelijk stelt. Zo wil de school zich met de community art en participatieprojecten sterker wortelen in Noord, implementeert zij volgens de plannen de theaterprogrammering in het vaste aanbod, spelen producties vaker op locatie en biedt ze ook nog theaterles aan in het Engels. Een piloteditie peuterlessen krijgt vervolg. De commissie ziet in het plan genoeg mogelijkheden voor medewerkers om zich professioneel te ontwikkelen. Goede ontwikkelingen zijn de coachingsessies op zakelijk en beleidsmatig niveau en de ambitie om het personeel en het docententeam inspiratiedagen, bijscholing en opleiding te bieden op het gebied van dramaturgie, pedagogiek en diversiteit en inclusie.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed.
De commissie is positief over de verbinding van de DAT!school met de stedelijke samenleving. Naast culturele partners legt de organisatie verbindingen met verschillende maatschappelijke organisaties. DAT! weet jongeren via Spirit, een organisatie in de pleegzorg, te bereiken. Zij stemt met Spirit af wat er nodig is (in coaching, aandacht of aan extra vaardigheden binnen de theaterschool) om deze jongeren te verwelkomen en te begeleiden. Een ander mooi voorbeeld vindt de commissie de Huizen van de Wijk waarmee buurtprojecten gerealiseerd worden. En via onder meer de community art projecten verbindt de DAT!school zich met buurtbewoners van verschillende wijken in Noord.
De DAT!school draagt bij aan de stedelijke spreiding van het cultuuraanbod buiten de stadsdelen Zuid en Centrum. Bijna alle activiteiten vinden plaats in Noord: op scholen, festivals, locaties in de wijken en in het eigen theater. De commissie vindt dat de organisatie zo eveneens een bijdrage levert aan de stedelijke spreiding van het publieksbereik, vooral met het aanbod op scholen en de community art en participatieprojecten, al mist de commissie bij de laatste twee een overtuigende aanpak om bewoners te betrekken.
In de ogen van de commissie is Noord een logische keus. DAT! bouwt voort op haar huidige netwerk en bereik. De commissie vindt het een terechte constatering dat huisvesting dieper in Noord bij kan dragen aan het beter bereiken van lokale doelgroepen.
De DAT!school heeft gekozen voor het thema Leefbare stad. De commissie vindt het thema passend bij de organisatie. Zij toont zich bewust van maatschappelijke ontwikkelingen in het stadsdeel zoals de groei van het aantal woningen en bedrijven, de komst van meer gezinnen en de toenemende segregatie. De commissie vindt dat activiteiten als de buurtgerichte community art-projecten een bijdrage leveren aan sociale cohesie. Het thema vindt de commissie enigszins overtuigend uitgewerkt. DAT! besteedt er weinig woorden aan: de organisatie stelt in het plan door middel van kunst, cultuur en educatie bij te dragen aan de leefbaarheid in Noord. Dit vindt de commissie erg beknopt.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
De commissie vindt het plan van de DAT!school genoeg realistisch en uitvoerbaar. De omvang van de organisatie is passend bij het plan. Er is een zakelijk medewerker aangetrokken en er komt een medewerker marketing en communicatie. Voor de theaterprogrammering werkt de DAT!school samen met een producent. De organisatie herverdeelt taken waardoor zij in de ogen van de commissie de deskundigheid van betrokkenen juist benut. De commissie is positief over de artistieke vaardigheden van de belangrijkste artistiek betrokkenen, de directeur en de docenten. Er is expertise vanuit verschillende kunstdisciplines in huis.
De jonge organisatie, die steeds meer voet aan de grond krijgt in Noord, beoogt flinke groei in activiteiten zoals een nieuwe productiegroep, de focus op schoolprojecten, het verder ontwikkelen van de filmafdeling, lesgeven in de Engelse taal en uitbreiding van vrije voorstellingen in de theaterprogrammering. De commissie ziet dit als wel erg veel verschillende ambities, die bovendien in de plannen niet allemaal uitvoerig uitgewerkt zijn. Met name de beoogde omvang van het binnenschoolse activiteitenbereik is fors, terwijl eerder bereik op dit vlak achterbleef. De commissie vindt daarom de beoogde groei in publieksbereik niet realistisch.
De DAT!school heeft een redelijk gezonde bedrijfsvoering die afdoende basis geeft om zowel de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen als de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren. De commissie vindt dat de organisatie helder een aantal risico’s benoemt, waaronder de huisvesting. DAT! geeft aan dat de huidige (tijdelijke) huisvesting niet past bij de groei die de organisatie doormaakt en bij de ambities op de lange termijn. Ook zou de huidige, hoge kostenpost niet in verhouding staan met de kwaliteit van de gehuurde ruimtes. De DAT!school wil de komende periode een plan ontwikkelen om een verhuizing naar een vaste locatie in gang te kunnen zetten. Dat vindt de commissie een positieve ontwikkeling.
De financiële situatie is niet erg stevig: de commissie vindt de aanhoudende, beperkte eigen reserve een zorg. De DAT!school zegt de reserve te willen vergroten, maar de meerjarenbegroting bevat niet de positieve exploitatieresultaten die suggereren dat de organisatie werkt aan de opbouw van het eigen vermogen.
De begroting is in de ogen van de commissie beperkt realistisch en passend bij het plan. De commissie vindt de stijging van de personeelskosten door de uitbreiding van het team en het geven van een faire vergoeding aan docenten, onderbouwd. In de begroting mist de commissie echter de kosten voor een verdere ontwikkeling van de filmafdeling. Op zich vindt zij het positief dat de organisatie daarnaast inzet op een gevarieerde financieringsmix door komende periode te focussen op actieve acquisitie van sponsoring, private fondsen en particuliere bijdragen. Het aandeel van deze inkomsten binnen het totale dekkingsplan vindt de commissie echter relatief laag. Ook heeft de DAT!school over de gehele komende periode huurinkomsten begroot. De commissie vindt deze inkomsten niet realistisch, omdat nog niet duidelijk is of deze passen binnen de toekomstige huisvesting. De commissie vindt de mix van inkomstenbronnen daarom niet evenwichtig: het zwaartepunt van de begroting ligt bij subsidiebijdragen van stadsdeel Noord, het AFK en bij publieksinkomsten. De commissie heeft er begrip voor dat het programmeren van jeugdtheater bescheiden publieksinkomsten genereert en dat de groei in publieksaantallen een lange adem vraagt. Maar vooral de theaterprogrammering biedt in de ogen van de commissie andere subsidiëringsmogelijkheden. Ook vindt de commissie de forse groei in gevraagde subsidie aan het AFK niet afdoende onderbouwd in verhouding tot het geboden programma. Daarbij komt dat de organisatie de sprong voorwaarts wat betreft het aantal activiteiten, de toename van de activiteitenkosten en de toenemende inkomsten uit onder meer lesgelden in de ogen van de commissie niet genoeg beargumenteert.
De commissie beoordeelt het marketingplan als realistisch en passend voor het bereiken van het beoogde publiek. Het plan specificeert verschillende doelgroepen (waaronder peuters en kleuters, families uit Noord en bewoners van het stadsdeel met grotere afstand tot cultuur) voor verschillende activiteiten. De commissie vindt dat de organisatie genoeg inzicht toont in zijn bestaande en potentiële doelgroepen en een realistische aanpak heeft om die doelgroepen te bereiken, al had de organisatie specifieker kunnen aangeven welke wijken of bevolkingsgroepen in Noord zij nog niet bereikt. Dat de school een aparte medewerker marketing en communicatie aanstelt, draagt voor de commissie bij aan de realiteitszin van het plan. Het plan bevat naast algemene strategieën zoals het vergroten van de zichtbaarheid in de wijk en op scholen, ook specifieke strategieën, bijvoorbeeld gericht op doorstroom binnen de activiteiten of bouwen aan de vertrouwensband met ouders. Aan de strategieën worden passende communicatiekanalen gekoppeld die de commissie effectief vindt. Zo is er nagedacht over het prijsbeleid, verzorgt de organisatie gratis proeflessen, stemt ze publiciteitsmateriaal specifiek af op scholen en gaat ze de website verder verbeteren.
Diversiteit en inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als goed.
Het plan van de DAT!school draagt volgens de commissie in artistieke zin bij aan de culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. Dit gebeurt via de community art-projecten, waar thema’s uit Noord een podium krijgen en in de theaterlessen waar de docenten putten uit de achtergrond en verhalen van de cultureel divers samengestelde doelgroep. De commissie vindt de input van het cultureel divers samengestelde docententeam een waardevolle toevoeging. Zij kunnen vanuit hun eigen culturele achtergrond aanbod creëren met een diversiteit aan stijlkeuzes en repertoire. Op het gebied van programmering doet de organisatie toezeggingen om de deze meer cultureel divers te maken, al vindt de commissie deze weinig concreet.
Het plan draagt in de ogen van de commissie bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek dat de organisatie bereikt via de scholen in Noord met wie ze samenwerkt. De representatie van de doelgroep in het cultureel divers samengestelde docententeam zal hier volgens de commissie aan bijdragen. De community art-projecten bieden hier ook kansen toe, gezien de cultureel diverse samenstelling van Noord. Hetzelfde geldt voor de theaterprogrammering, mits voldoende afgestemd op het beoogde publiek. De commissie vindt het effectief dat de school ouders door persoonlijk contact betrekt en hen bijvoorbeeld uitnodigt voor activiteiten. Door de samenwerking met de vmbo-school van het Hogelant Lyceum en de language no problem voorstellingen, die geschikt zijn voor nieuwkomers, bereikt de DAT!school een divers publiek.
De commissie vindt de visie op diversiteit voor het personeelsbestand overtuigend. De DAT!school motiveert in de plannen inhoudelijk hoe zij de kwaliteiten en talenten van docenten ziet en hoe zij de diversiteit aan verhalen die zij meebrengen waardeert. De organisatie heeft als ambitie om het personeelsbestand een afspiegeling van stadsdeel Noord te laten zijn. Ruim veertig procent van de huidige organisatie heeft een cultureel diverse achtergrond. De organisatie heeft de intentie dit te laten groeien naar vijftig procent. Met de recente aanstelling van een algemeen directeur met een niet-westerse achtergrond heeft de organisatie al een belangrijke stap gezet. Daarnaast wil DAT! een adviesraad aanstellen met experts op het gebied van diversiteit en inclusie. De commissie ziet op basis hiervan dat de organisatie in het plan overtuigende prioriteiten stelt, die naar verwachting effectief zullen zijn.
De commissie vindt het bestuur op dit moment beperkt cultureel divers van samenstelling. Zij is van mening dat DAT! hierin al stappen had moeten zetten, gezien de kansen bij recente nieuwe aanstellingen in het bestuur. Wel vindt de commissie het een goede ontwikkeling dat de organisatie culturele diversiteit in het bestuur nu prioriteit geeft. Het plan hiervoor vindt de commissie overtuigend gelet op de lopende kennismakingsgesprekken met een mogelijke nieuwe voorzitter van niet-westerse afkomst.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van de DAT!school gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 130.000 per jaar.
Dit is gebaseerd op het huidige bedrag, met een opslag voor de realistisch geachte groei en uitbreiding die naar de mening van de commissie beter past bij de financiële situatie van de organisatie dan de grote sprong ineens die de DAT!school ambieert. De commissie vindt dat de organisatie voor verdere, meer geleidelijke groei een hoger aandeel aan inkomsten uit sponsoring, private fondsen en particuliere bijdragen zou kunnen realiseren en dat er voor de theaterprogrammering nog andere financieringsmogelijkheden onderzocht kunnen worden.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Cultuureducatie.