Zone2 Source
Inleiding
Stichting ICU2, organisatienaam Zone2Source, ziet zich als internationale presentatieruimte voor kunst, natuur en technologie. Met tentoonstellingen, workshops en discussies wil de stichting naar eigen zeggen een divers publiek meenemen in het verbeelden van, en experimenteren met, alternatieve praktijken en ervaringen van onze natuurlijke omgeving. De stichting wil kunstenaars een platform bieden voor artistiek experiment, verdiepend onderzoek en presentatie van kunstprojecten in het Amstelpark en in het Glazen Huis, de tentoonstellingsruimte in dat park. Zone2Source zegt nauw samen te werken met culturele en educatieve organisaties aan artistieke programma's op het gebied van kunst en ecologie. De stichting heeft hierbij als doel om, samen met kunstenaars, kunstwerken en publieksprogramma’s te presenteren die volgens de stichting een divers publiek meenemen in een zoektocht naar nieuwe inhoud van de relatie tussen mens en natuur. De stichting ziet zich als onderscheidend in het veld, omdat het naar eigen zeggen een kleinschalig programma rond urgente maatschappelijk thema's over lange tijd uitwerkt in de plaatsgebonden context van het Amstelpark.
De komende vier jaar wil de stichting haar ambities verder uitwerken en van het Amstelpark een stadspark voor kunst, natuur en educatie maken. De organisatie wil dit doen via een samenhangend programma met tentoonstellingen, interventies, performances, workshops, expedities, discussies rond specifieke thema's en (semi)permanente kunstprojecten in het park. Zone2Source ziet het park als levend laboratorium dat naar eigen zeggen het nieuwe ecologische denken van de toekomst vereist en waar gezamenlijk met kunstenaars en publiek ervaringen, praktijken en beelden worden onderzocht. De stichting zegt diversiteit en inclusie de kern van het programma te maken door in te zoomen op de verscheidenheid van - zoals ze het zelf benoemt - natuur-cultuur relaties.
Stichting ICU2 ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020.
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld
€ 125.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.
Artistiek belang
De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
De commissie vindt het artistieke uitgangspunt van de stichting om vanuit een positieve blik kunst, natuur en technologie met elkaar in verband te brengen een originele signatuur hebben. Volgens de commissie heeft Zone2Source op overtuigende wijze in het ondernemingsplan beschreven hoe zij, meer dan bij bestaande bio-kunst of bio-design initiatieven, de nadruk weet te leggen op verschillende cultureel diverse perspectieven op de relaties tussen natuur en cultuur. Dit getuigt volgens de commissie van artistieke eigenheid. Het programma ‘Proeftuin voor het Chtuluceen’ is volgens de commissie ideeënrijk, omdat het kunstenaars vanuit een ecologisch perspectief duurzame relaties tussen natuur en cultuur wil laten verbeelden. De term ‘Chtuluceen’ ontleent Zone2Source aan filosofe Donna Haraway. De stichting vertaalt deze term als nieuw tijdperk, waarin de relatie tussen mens en aarde radicaal herdacht wordt en waarin we onze verstrengeling met al het leven om ons heen vieren. Het is een alternatief voor de term antropoceen en plaatst, volgens Zone2Source, niet de mens centraal, maar de vrolijkheid en het plezier van de verstrengeldheid (sic) van al het leven. De commissie vindt dit een prikkelend artistiek perspectief.
De commissie vindt dat het programma aansluit op de culturele interesses van het beoogde publiek bestaande uit kunst-, cultuur- en natuurliefhebbers, buurtbewoners, parkbezoekers en professionals in cultuur en natuur. Het programma is voor deze doelgroepen volgens de commissie aansprekend voor zover thema’s als de klimaatcrisis, biodiversiteit en een nieuwe visie op de natuur als bron van inspiratie, rust en zingeving aan bod komen. De commissie is echter van mening dat de te verwachten inhoudelijke impact niet altijd even sterk zal zijn door de verschillende en wijd uiteenlopende disciplines en veelheid aan invalshoeken die de stichting in de vier thematische programmalijnen wil hanteren. Deze programmalijnen zijn ‘Living in the Big Mesh: Multi-Species Encounters’ over wat er gebeurt als niet de mens maar het leven centraal staat in waardesystemen en samenlevingsvormen; ‘Techno-ecologies’ hoe technologie vanuit ecosystemen te ontwikkelen is; ‘Land (Art) Making’ over wat landschapskunst kan vertellen over de relatie mens en land/aarde; en ‘Multi-culturele perspectieven’ ofwel een niet-westerse blik op natuur-cultuur relaties. Deze laatste programmalijn beschouwt de stichting als onderdeel van alle programmalijnen en activiteiten. De commissie vindt de artistiek-inhoudelijke samenhang tussen deze lijnen weinig scherp uitgewerkt. Volgens de commissie is daardoor de relatie tussen de artistieke keuzes en het beoogde publiek niet altijd even duidelijk. Zo maakt de stichting in de ogen de commissie weinig inzichtelijk voor welke doelgroep de programmalijn ‘Techno-ecologies’ naar verwachting aansprekend zal zijn. Daarnaast wordt het de commissie weinig helder of bijvoorbeeld de artist-in-residency voor de ‘Onkruidenier’, een artistiek collectief dat historische, culturele en potentiële transformaties van de natuur en haar mogelijkheden de mens te evolueren onderzoekt, even aansprekend voor diezelfde of een ander beoogde doelgroep zal zijn.
De commissie constateert dat de stichting reflecteert op voorgaande periode, maar vindt deze reflectie weinig uitgewerkt. De commissie constateert eveneens dat Zone2Source de ambitie heeft om haar programma op inhoudelijk vlak artistiek te ontwikkelen door samen te werken met relevante kennispartners als de Chief Science Officer van de Gemeente, Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) ArtScience, Enviromental Studies van de Vrije Universiteit Amsterdam, en Bio Arts Center Helsinki. Wat de samenwerkingen tussen de stichting en deze partners inhoudelijk behelzen, is volgens de commissie in het plan summier beschreven en nog niet overtuigend uitgewerkt. Op basis van de veelheid van de benoemde partners en de summiere beschrijvingen van de samenwerkingen in de plannen is de commissie er niet geheel van overtuigd dat deze samenwerkingen duurzaam en effectief zullen zijn voor de artistieke ontwikkeling van Zone2Source. De commissie vindt het verder een positieve ambitie dat Zone2Source in artistieke zin meer wil inzetten op diversiteit en inclusie door op zoek te gaan naar niet-westerse kunstpraktijken in relatie tot natuur. Het is volgens de commissie overtuigend dat de stichting hiervoor de programmalijn ‘Multi-culturele perspectieven’ heeft opgezet en bijvoorbeeld denkt aan samenwerking met onder andere Sheng Wen Lo en Otolotith Group. Verder vindt de commissie dat Zone2Source weinig investeert in het potentieel en de artistieke ontwikkeling van de gezichtsbepalende directeur van de stichting. De commissie constateert dat er in het ondernemingsplan geen concrete en overtuigende mogelijkheden hiervoor zijn geformuleerd.
Belang voor de stad
De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
De commissie constateert dat de stichting zich als kleine organisatie aan veel buurtinitiatieven en maatschappelijke partners verbindt, zoals Vrienden van het Amstelpark, Buurtgids, Huis van de Wijk Buitenveldert, zorgcentrum Beth Shalom en Buitenhof, bewonersplatform Zuidas, Green Business Club, botanische tuin Zuidas en Hello Zuidas. Zone2Source pakt deze verbindingen aan om bijvoorbeeld rondleidingen te verzorgen voor Buurtgids tours met nieuwkomers en door input te leveren aan creatieve therapie voor mindervaliden georganiseerd door Huis van de Wijk en NLCares. Ook hier vindt de commissie dat een scherper afgebakende focus met wellicht wat minder maatschappelijke partijen niet misstaat, zodat een meer inhoudelijk gericht en duurzaam contact, dat van stedelijk belang kan zijn, overtuigend opgebouwd kan worden.
Het grootste deel van de activiteiten van Zone2Source vindt plaats in het Amstelpark in stadsdeel Zuid. Daarnaast onderneemt de stichting in mindere mate activiteiten in andere stadsdelen, waarmee ze volgens de commissie matig bijdraagt aan stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan in de stad. Zo werkt Zone2Source onder andere samen met AGA LAB in stadsdeel Nieuw-West voor een eenmalige tentoonstelling rond zintuiglijkheid en tijdelijkheid in het werken met plantaardige verfsoorten, en met Framer Framed in stadsdeel Oost voor het Amsterdam Open Herbarium. Dit is een tijdelijk project in samenwerking met Tolhuistuin, Groei & Bloei en The Beach om een platform te realiseren dat mensen in de stad bewust maakt van onze culturele relatie met planten en hun medicinale werkingen. De commissie vindt het publieksbereik van de gepresenteerde kleine samenwerkingen met de instellingen in andere stadsdelen wel overtuigend onderbouwd en het realiteitsgehalte ervan hoog, aangezien de thema’s van de presentaties inhoudelijk passen bij de betreffende instellingen en deze instellingen ervaring hebben in het bereiken van hun doelgroepen in de buurt.
De commissie vindt het gekozen eigen accent Groene stad van de stichting aansluiten op het programma van de stichting. Zo is de uitwerking van dit accent, het bijdragen aan de ontwikkeling van Amsterdam als circulaire en schone stad, in het gehele programma overtuigend gewaarborgd onder andere met name ook in de prikkelende programmalijnen ‘Living in the Big Mesh: Multi-Species Encounters’ en ‘Techno-ecologies’.
Uitvoerbaarheid
De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid van het ondernemingsplan als zwak.
De commissie vindt op basis van het ondernemingsplan en de ingediende jaarrekeningen dat de huidige voornemens van de stichting matig haalbaar en uitvoerbaar zijn. Zo vindt de commissie dat de stichting productioneel-organisatorisch is ingericht als een projectorganisatie, weliswaar wel met een grote inhoudelijke ‘drive’ en het benodigd artistieke vakmanschap (de directeur is onderzoeker van het Institute voor Public Art, University of Shanghai en een Associate Curator van Center for Contemporary Art and the Natural World in Engeland). Daarnaast valt het de commissie op dat Zone2Source met veel partijen wil samenwerken. De commissie is er weinig van overtuigd dat de organisatie in haar beoogde omvang, met één directeur en zes medewerkers (samen 2,2 fte), de hoeveelheid beoogde samenwerkingen weet te realiseren en alle op duurzame wijze weet te continueren.
De commissie vindt dat Zone2Source een matig gezonde bedrijfsvoering heeft die een wankele basis geeft om zowel de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen als de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren. De commissie merkt op dat de organisatie ter onderbouwing van de vraag om structurele subsidie vooral ingaat op de bedrijfsmatige risico’s van de huidige situatie, maar niet op de risico’s die horen bij een bestendige organisatie, zoals personeelsbeleid, al dan niet het hebben van vaste contracten, uitval door ziekte, maar ook kosten voor maatregelen ter bescherming van projecten in de buitenruimte van het park. Ten aanzien van het opvangen van die risico’s constateert de commissie dat het eigen vermogen ten opzichte van de gevraagde subsidie erg laag is en daar bovendien geen groei in wordt voorzien. De commissie vindt daarnaast de algemene reserve, gezien de gewenste exploitatie van gemiddeld drieënhalve ton, erg weinig om risico’s op te vangen.
De commissie vindt de begroting in beperkte mate realistisch en passend bij het plan. Zo vindt de commissie dat de stichting een onevenwichtige financieringsmix heeft, omdat ze weinig op verschillende bronnen van inkomsten leunt, waardoor risico’s gering worden gespreid. Het valt de commissie daarnaast op dat de organisatie benoemt dat een derde van de begroting bestaat uit beheerslasten, terwijl uit de ingevulde cijfers blijkt dat deze lasten oplopen binnen de kunstenplanperiode van 34% naar 40% van de totale lasten. Dit wordt veroorzaakt doordat al het vaste personeel onder beheerslasten valt, wat volgens de commissie ongebruikelijk is. De commissie vindt dat van weinig zakelijk vakmanschap getuigen. Verder vindt de commissie dat de financiële groei die de organisatie wil doormaken op zichzelf realistisch is, maar daarbij met in totaal 70% aan inkomsten van publieke fondsen wel zwaar leunt op bijdragen van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en het AFK. Op dit punt vindt de commissie de begroting risicovol en niet passen bij het plan.
De commissie vindt dat de stichting een zodanige marketingaanpak heeft dat het matig realistisch is dat de beoogde bezoekers ook daadwerkelijk bereikt worden. De commissie constateert naar aanleiding van het marketingplan dat de bestaande en beoogde doelgroepen gespecificeerd zijn. Het is volgens de commissie passend dat de stichting daarvoor in 2019 een uitgebreid communicatie- en positioneringsonderzoek heeft gedaan, die de stichting inzicht heeft gegeven in de interesses en verwachtingen van haar doelgroepen, waaronder kunstenaars, ambtenaren, parkbezoekers, kunst- en cultuurliefhebbers en zorgcentrummedewerkers en patiënten. Daarnaast vindt de commissie het positief dat voor dit inzicht ook de resultaten uit project ‘Tuinbazen’ over bezoekersgebruik van parken zijn gebruikt. De commissie ziet dat hiermee ten aanzien van een eerdere periode stappen zijn gezet om marketing serieus te nemen. De commissie vindt wel dat de stichting ook hier focus moet aanbrengen om het realisme in het bereiken van de beoogde doelgroepen te vergroten. Zo waaieren de marketingactiviteiten uit van het inzetten van goed geïnformeerde gastvrouwen/heren die verdiepende gesprekken met parkbezoekers hebben tot het organiseren van een educatieve workshop met een bso. Verder waardeert de commissie dat Zone2Source haar zichtbaarheid in het park letterlijk en figuurlijk neemt met de verbetering van de aankondigingsborden, welkom- en infoborden en de naambordjes bij de kunstwerken.
Diversiteit en inclusie
De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
De commissie vindt dat het programma in artistieke zin bijdraagt aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod. Zo speelt Zone2Source via het verkennen van niet-westerse kunstpraktijken in relatie tot natuur daar overtuigend op in met onder andere de programmalijn ‘Multi-culturele perspectieven’ en de samenwerking met Framer Framed. Ook werkt de stichting samen met Open Set Foundation voor de ‘School for Interspecies Knowledge’, waarbij een cultureel diverse groep kunstenaars en onderzoekers verkent wat het nieuwe ecologische denken over intersoortelijke relaties betekent voor manieren van samenwerking en samenleven. De commissie waardeert dat de stichting daarvoor cultureel diverse deelnemers op het oog heeft als Pei-Ying Lin, Otobong Nkanga, en Saša Spačal. De commissie merkt wel op dat nog niet alle beoogde kunstenaars bevestigd zijn, waardoor er onzekerheden met betrekking tot de realisatie van de plannen bestaan.
De commissie vindt dat het programma bijdraagt aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. Maar de commissie vindt wel dat de stichting meer focus kan aanbrengen om dit publiek op duurzame wijze te bereiken. Zo zet Zone2Source onder andere op projectniveau mediakanalen in die specifieke cultureel diverse communities aanspreken. Deze kanalen lopen uiteen van de Perzischtalige Iraanse radiozender Radio Zamaneh, de social media van The Japan Women’s Club Amstelveen, tot de uitnodigingen in de Whatsapp van de Ethiopische gemeenschap. Zone2Source geeft geen onderbouwde keuze voor of visie op deze grote verscheidenheid aan cultureel diverse publieksgroepen. Het gemis aan focus vormt in de ogen van de commissie een risico voor de effectiviteit van het bereik van deze doelgroepen.
De commissie vindt dat de stichting een redelijke visie heeft op de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het bestuur. De directeur is niet cultureel divers en volgens het ingediende plan zit er in het driekoppig bestuur één persoon met een cultureel diverse achtergrond. De stichting wil het bestuur naar vijf leden uitbreiden en een nieuwe medewerker aanstellen. De stichting wil bij het opstellen van de profielen voor de werving van deze personen rekening houden met culturele diversiteit. De commissie vindt het plan van aanpak voor de werving van nieuwe bestuurders en de medewerker wel mager uitgewerkt. Er is wel een beschrijving van de aandachtspunten bij de werving, waarbij de stichting stelt dat ze bij het opstellen van profielen naar maatschappelijke spreiding, diversiteit in culturele afkomst, gender balance en deskundigheid op het gebied van fondsenwerving, netwerking en financiën wil kijken, maar deze is weinig substantieel onderbouwd noch uitgewerkt. Verder waardeert de commissie dat binnen het personeelsbestand van Zone2Source tien vrijwilligers cultureel divers zijn en een achtergrond hebben in de Surinaamse, Marokkaanse, Oekraïense, Poolse, Amerikaanse gemeenschap.
Conclusie
De commissie heeft waardering voor de activiteiten van Zone2Source, maar vindt het plan beperkt realistisch en uitvoerbaar, omdat focus ontbreekt in programma, organisatie en marketing. De commissie adviseert een lager bedrag dan aangevraagd toe te kennen, zodat de stichting een gefaseerde groei kan realiseren. De commissie adviseert daarom de aanvraag van Stichting ICU2 gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 100.000 per jaar.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie BFNA.