Stichting Het Ketelhuis

Film
Aangevraagd: € 500.000
Toegekend: € 275.000

Inleiding

Stichting Het Ketelhuis is een platform voor vertoning van en debat over de Nederlandse film in zijn volle breedte. Het richt zich met een breed palet aan filmvertoningen, contextualiserende programma's en expertise bevorderende activiteiten op zowel een breed publiek als de Nederlandse filmvakwereld. Het Ketelhuis wil een thuishaven zijn voor de Nederlandse film. Deze missie wordt ingebed in de vertoning van Europese films die, zo stelt de organisatie, veelal in hun betrekkelijke kleinschaligheid en fragiele vertoningskansen goed vergelijkbaar zijn met Nederlandse films. Daarnaast is Het Ketelhuis podium voor filmfestivals als de Roze Filmdagen, Cinekid, IDFA, Kaboom, In-Edit, het Parool Film Fest (PAFF) en Tapis Rouge.

In de periode 2021-2024 wil het Ketelhuis onder andere inzetten op: versteviging van het Ketelhuis Forum; vertoning van niet voor reguliere distributie aangekochte Nederlandse speelfilms en documentaires en deze voorzien van een inleiding en/of nagesprek; uitbouw van het concept Deutsches Kino en Le cinéma Francais naar landen als Italië en Spanje en de Scandinavische landen; samenstelling van biculturele vrijdagavonden door gastcuratoren; intensivering van buurtgerichte activiteiten als Film & Soep; ontwikkeling van drempelverlagende maatregelen en activiteiten voor met name jongeren; organisatie van speelse filmeducatie, zoals Hakim’s Filmschool en realisering van operaregistraties in samenwerking met De Nationale Opera. Om deze ambities te realiseren wil het Ketelhuis groeien in het aantal fte’s voor programmering, educatie en marketing van 1,5 naar 3 fte.

Stichting Het Ketelhuis ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 223.855 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 500.000 per jaar. 


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed. 
De commissie is positief over de artistieke eigenheid van Het Ketelhuis. Het filmhuis vervult in de ogen van de commissie een belangrijke rol voor de Nederlandse film. In de Amsterdamse en Nederlandse filmhuizen krijgt de (artistieke) Nederlandse film doorgaans moeilijk voet aan de grond. Het Ketelhuis biedt deze kwetsbare producties een uitstekend podium. Waar de Nederlandse film in andere bioscopen vaak al snel uit de roulatie gehaald wordt, is Het Ketelhuis een van de weinige plekken die deze films gedurende langere periode een thuis geeft. Het Ketelhuis neemt een groot deel van de bezoekersaantallen voor de kleinere Nederlandse producties voor haar rekening. Daarnaast is Het Ketelhuis hét podium voor professionals binnen de Nederlandse film en het vervult die rol met verve met prikkelende programma’s en debatavonden voor de filmsector. Met deze focus op de kleinere artistiek hoogwaardige Nederlandse film onderscheidt Het Ketelhuis zich van de andere filmtheaters in de stad en daarmee is de artistieke signatuur volgens de commissie gewaarborgd. Verder vervult Het Ketelhuis een belangrijke faciliterende functie als gastheer voor een rijk palet aan kleine en middelgrote filmfestivals. Wat betreft de speciale programma’s, festivals en Nederlandse programmering heeft Het Ketelhuis artistiek gezien een duidelijke toegevoegde waarde voor zowel filmliefhebbers als een professioneel publiek. In de reguliere programmering van het filmtheater is er sprake van een zekere overlap met dat wat andere filmhuizen tonen. Daarin onderscheidt het Ketelhuis zich dus in mindere mate, al is ook de reguliere programmering in de ogen van de commissie artistiek gezien van een hoog niveau.  

Het Ketelhuis heeft volgens de commissie een veelzijdige programmering, toegespitst op en gewaardeerd door zowel professionele als niet-professionele doelgroepen. Het is een van de weinige filmtheaters in Amsterdam waar de liefhebber van Nederlandse film structureel terecht kan voor een artistiek hoogstaand Nederlands filmaanbod. Via een programma als Ketelhuis Forum wordt de interactie tussen publiek en makers bevorderd, wat de impact op het publiek versterkt. De goed bezochte activiteiten voor professionals worden gewaardeerd door de doelgroep en het Ketelhuis is daarmee een levendige ontmoetingsplek voor de filmsector. De commissie is daarmee positief over de artistieke betekenis van het Ketelhuis voor het publiek. De commissie vindt het een goede zaak dat Het Ketelhuis de komende jaren de impact van haar programma op buurtbewoners en jongeren verder wil versterken, via laagdrempelige vertoningen gericht op buurtbewoners, maar ook via bijvoorbeeld Hakim’s Filmschool, waarin het ‘zelf maken’ voor jongeren centraal staat. 

De commissie vindt dat Het Ketelhuis nadrukkelijker had kunnen reflecteren op haar eigen artistieke ontwikkeling. Het plan beschrijft helder wat Het Ketelhuis doet, maar een reflectie op waar de organisatie artistiek gezien staat en naartoe wil, ontbreekt in het plan. Het Ketelhuis lijkt op basis van het plan toch vooral op dezelfde voet door te willen gaan, met hier en daar wat accentverschillen, en toont daarin weinig zelfreflectie. De nieuwe voornemens voor de periode 2021-2024 vindt de commissie niet heel verrassend of vindingrijk. Het betreft vooral het intensiveren of uitbreiden van bestaande programma’s (zoals bijvoorbeeld de uitbreiding van het landenprogramma), maar de ideeën zijn mager onderbouwd en komen daardoor artistiek gezien vrijblijvend over.
Uit het plan wordt ook niet duidelijk of en hoe Het Ketelhuis bijdraagt aan de (artistieke) ontwikkeling van de medewerkers.


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als goed. 
Volgens de commissie laat Het Ketelhuis zowel in de praktijk als in het plan zien dat het zich bewust is van haar maatschappelijke rol in de stad. Ze oordeelt dan ook positief over verbinding van het Ketelhuis met de stad. In de eerste plaats gaat Het Ketelhuis zich de komende jaren nadrukkelijker verbinden met de omliggende buurten en bewoners. Zo intensiveert Het Ketelhuis het programma Soep in de buurt, waarin buurtbewoners samen soep eten en een film kijken. Het is in de ogen van de commissie een eenvoudig en effectief middel om buurtbewoners bij Het Ketelhuis te betrekken en de onderlinge sociale cohesie te versterken. Een andere manier waarop Het Ketelhuis de binding met de omliggende buurten versterkt is door speciale vertoningen te organiseren met relevante culturele en maatschappelijke partijen in die buurten, zoals Museum Het Schip en Stadsdorp Westerpark. 

Het Ketelhuis is sterk geworteld in Amsterdam-West. Alle activiteiten vinden plaats in het filmtheater op het Westergasterrein, waar het lokale publiek wordt bereikt. Het filmtheater draagt daarmee bij aan de spreiding van activiteiten en publiek over de stad Amsterdam buiten de stadsdelen Centrum en Zuid. De organisatie weet de mensen uit stadsdeel West goed te bereiken en aan zich te binden middels de hiervoor genoemde speciale programma’s, zoals met Museum Het Schip.

Het eigen accent dat Het Ketelhuis heeft gekozen is Leefbare stad. Hoewel Het Ketelhuis dit thema niet expliciet benoemt in het plan, spreekt uit de aanvraag zonder meer een betrokkenheid bij de leefbare stad. Zo richt Het Ketelhuis zich in de komende jaren nog nadrukkelijker op de buurt via programma’s als Soep in de buurt, waarmee het de sociale cohesie wil versterken en eenzaamheid wil tegengaan. Daarnaast vindt de commissie het positief dat Het Ketelhuis op allerlei manieren de drempel zo laag mogelijk probeert te houden. Met de openluchtvertoningen, de incidenteel speciale vertoningen voor jonge asielzoekers en de speciale acties en prijsbeleid gericht op families met een minder diepe portemonnee, toont Het Ketelhuis dat het bijdraagt aan de leefbaarheid van de stad.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende. 
De plannen voor de periode 2021-2024 zijn in de ogen van de commissie realistisch en uitvoerbaar. Het Ketelhuis is een professionele organisatie, die een breed scala aan activiteiten vakkundig organiseert en faciliteert. De afgelopen jaren hebben laten zien dat de medewerkers over goede productionele en organisatorische vaardigheden beschikken. Dat neemt niet weg dat de aanvraag weinig inzicht geeft in de organisatie, en werkwijzen binnen de organisatie. De commissie is van mening dat de beoogde groei van het aantal fte’s niet overtuigend wordt onderbouwd in het plan. Er worden weliswaar nieuwe activiteiten geïnitieerd, maar op basis van het aanvraagformulier blijkt dat de totale hoeveelheid activiteiten afneemt. Hier wordt niet op gereflecteerd in het plan en het is daarmee onvoldoende duidelijk wat de extra fte’s de organisatie en het publiek precies zullen brengen. De commissie kan de beoogde uitbreiding in dat licht niet onderschrijven.

De bedrijfsvoering van Het Ketelhuis beoordeelt de commissie als gezond. Er worden jaarlijks flinke hoeveelheden eigen inkomsten gegenereerd. Er zijn voldoende reserves ingebouwd, waardoor de directe risico’s voor de organisatie relatief laag zijn. De inkomsten uit horeca, filmvertoning en zaalverhuur laten een gezonde dosis ondernemerschap zien. 

De begroting voor de periode 2021-2024 vindt de commissie summier uitgewerkt, maar oogt in grote lijnen wel passend bij de activiteiten van het Ketelhuis. Het is de commissie op basis van het plan niet duidelijk waarom de gevraagde bijdrage van het AFK in de periode 2021-2024 meer dan het dubbele is van de bijdrage die Het Ketelhuis in 2017-2020 via het Kunstenplan ontvangt. Het Ketelhuis begroot meer fte’s voor programmering, educatie en de bijbehorende communicatie en marketing. Uit de onderbouwing blijkt onvoldoende concreet welke werkzaamheden die programmatische en organisatorische ambities precies meebrengen. In het plan wordt gesteld dat de huidige fte’s bij Het Ketelhuis voor programmering, educatie en communicatie pover zijn in relatie tot die van andere filmtheaters. De beoogde extra fte’s worden echter te weinig overtuigend en onvoldoende concreet vanuit de eigen activiteiten gemotiveerd. De beoogde uitbreiding van het aantal medewerkers is daarmee in de ogen van de commissie onvoldoende onderbouwd en is daarmee niet realistisch en passend bij de plannen. De commissie heeft begrip voor de reparatie van de salarissen volgens de Fair Practice Code, al wordt in de begroting niet duidelijk op welke wijze dit precies gebeurt. Verder vindt de commissie het opvallend dat de sponsorinkomsten aanzienlijk dalen. Dit wordt niet toegelicht in de aanvraag. 

Het communicatie- en marketingplan vindt de commissie summier uitgewerkt. In enkele alinea’s schetst Het Ketelhuis de marketingmiddelen die tot haar beschikking staan, zoals flyers, een nieuwsbrief en sociale media. Een concrete uitwerking van hoe deze middelen worden ingezet ontbreekt in de aanvraag, evenals een onderliggende communicatie- of marketingstrategie. Het plan biedt geen duidelijk plan van aanpak om de doelgroepen die in het plan beschreven staan te bereiken. De extra fte’s die Het Ketelhuis op communicatie en marketing wil inzetten zijn niet vertaald naar een concreet plan van aanpak. 


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak. 
De commissie vindt dat de onderwerpen culturele diversiteit en inclusie nog onvoldoende een integraal onderdeel zijn van de plannen van Het Ketelhuis. Als voorbeelden van cultureel diverse programmering noemt Het Ketelhuis maandelijkse avonden samengesteld door biculturele gastcuratoren, voorstellingen voor bewoners van AZC’s en de filmworkshops voor jongeren van Hakim Traïda. De commissie is positief over dergelijke activiteiten, maar het wordt niet duidelijk hoe culturele diversiteit op een meer structurele manier gewaarborgd is in de kernprogrammering. Het plan omschrijft niet of er specifieke uitgangspunten of criteria ten grondslag liggen aan de programmakeuzes, om de culturele diversiteit van het geheel te waarborgen. 

Wat betreft het bereiken van een cultureel divers publiek zijn de voornemens volgens de commissie vrijblijvend geformuleerd in het ondernemingsplan en het Actieplan diversiteit en inclusie. De organisatie zegt een cultureel diverser publiek te willen bereiken, met name door een meer diverse programmering en aanpassing van het prijsbeleid. De commissie stelt dat om de culturele diversiteit te vergroten een meer proactieve aanpak nodig is om een cultureel divers publiek daadwerkelijk naar het filmhuis te halen. Zo wordt in het plan bijvoorbeeld niet duidelijk hoe via communicatie en marketing wordt ingezet om een cultureel divers publiek te bereiken. 

Ook op het gebied van personeelsbeleid blijven de ambities wat betreft culturele diversiteit beperkt. Het plan stelt dat ruim een kwart van het personeelsbestand reeds een cultureel diverse achtergrond heeft en dat in vacatureteksten mensen met een biculturele achtergrond nadrukkelijk worden uitgenodigd om te reageren. Ook hier mist de commissie een meer proactieve, gestructureerde aanpak die de culturele diversiteit van het personeelsbestand waarborgt. Het is positief dat binnen de raad van toezicht iemand is vertegenwoordigd met een cultureel divers profiel, die ook mede vorm moet geven aan een cultureel divers programma, evenals de cultureel diverse medewerkers. Het is in de ogen van de commissie echter onvoldoende duidelijk hoe dit in de praktijk vorm krijgt. 

 

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen om de aanvraag van Het Ketelhuis gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 275.000 per jaar. De gevraagde ruime verdubbeling van de huidige subsidie is in de ogen van de commissie mager onderbouwd; zo zijn de specifieke kosten voor de verhoging niet inzichtelijk gemaakt in de meerjarenbegroting. Het gevraagde bedrag staat onvoldoende in verhouding ten opzichte van het bedrag dat Het Ketelhuis reeds ontvangt. Het Ketelhuis vraagt een bijdrage die bijna dertig procent bedraagt van het totaal beschikbare bedrag binnen de discipline film. Hierdoor zet de honorering van het gevraagde bedrag in de ogen van de commissie de pluriformiteit van het Amsterdamse filmlandschap onder druk. Niettemin wil de commissie ten dele tegemoetkomen aan een hogere toekenning vanwege de voorgestelde reparatie van de salarissen van medewerkers door de toepassing van de Fair Practice Code.

De aanvraag is beoordeeld binnen de commissie Film.