STEIM

BFNA
Aangevraagd: € 120.000
Toegekend: € 0

Inleiding

STEIM presenteert zichzelf als een netwerklab met een internationale reputatie en uitstraling waar experiment en onderzoek rond geluid, muziek en muzikaliteit centraal staan. STEIM heeft vijftig jaar ervaring met het bieden van infrastructuur voor onderzoek en ontwikkeling rondom artistieke toepassingen van technologie in muziek en digitale cultuur. STEIM wil er zijn voor makers. Anno 2020 ziet de organisatie nieuwe technologie en nieuwe contexten voor geluid of muziek als aangrijpingspunten voor vernieuwing, zowel in de wereld van geluid en muziek als in andere domeinen van de samenleving. Deze nieuwe contexten kunnen volgens STEIM fysiek en concreet zijn, zoals bij geluidskunst, maar ook conceptueel, zoals bij de vraag op welke manier muzikaliteit een verrijking kan zijn voor andere sectoren in de samenleving, zoals zorg of welzijn. 
De komende beleidsperiode wil STEIM meer dan ooit de wereld in, lokaal, nationaal en internationaal. De aanvrager geeft aan actief te willen zijn in Nederland met satellietlabs en projecten, met onderzoek door en voor makers uit vele disciplines. STEIM wil een invloedrijke rol spelen bij de ontwikkeling van verschillende vakgebieden en wil kunstenaars uitdagen om een nieuwe praktijk te ontwikkelen. De organisatie werkt daarbij vanuit een praktijkgericht netwerkmodel, waarbij samenwerking wordt aangemoedigd en ondersteund en gericht is op concrete producten en interventies. Het geleerde deelt de organisatie met partners, opleidingen en publiek. Deze werkwijze leidt volgens STEIM tot de volgende soorten producten: (geluids)kunstwerken, instrumenten, kennis(producten), onderwijs, presentaties en een netwerk van mensen. Als impact noemt STEIM nieuwe producties van makers, esthetische ervaringen voor publiek, kennis en ervaring, inspiratie en nieuwe ideeën over geluid, muziek en muzikaliteit. 

STEIM ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 67.824 (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt STEIM bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 120.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan. 


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.
STEIM is een ontwikkelinstelling voor werk op het snijvlak van beeldende kunst en geluid. Volgens de commissie staat STEIM in het culturele landschap bekend als een professionele organisatie met een unieke historie die in het verleden een unieke plek had als het gaat om geluidskunst en akoestisch onderzoek. Een belangrijk onderdeel daarvan is volgens de commissie de labfunctie van STEIM als een plek waar makers onderzoek kunnen doen. 
Al geruime tijd neemt, in de ogen van de commissie, de artistieke eigenheid en de unieke positie van STEIM af. In het huidige culturele landschap zijn er veel meer organisaties en onderzoeksprogramma’s met vergelijkbare doelstellingen, zoals bijvoorbeeld Sonic Acts. Artistiek onderzoek en kennisdeling hebben tevens een enorme vlucht genomen op onder meer academies en universiteiten. STEIM reageert daarop, zo meent de commissie, door het werkgebied uit te breiden en betekenisvolle innovatie te leveren voor verandering in de maatschappij. De commissie merkt op dat STEIM daarmee afstapt van haar kern, geluids(kunst), en muzikaliteit instrumenteel wil inzetten in het maatschappelijke domein. STEIM benoemt vier onderzoekslijnen, namelijk TONE (geluidskunst), SONIC LIFE (crossovers gericht op objecten en ruimtes in de stad), WE CARE (gericht op het zorgdomein) en NOMUSIC (gericht op het sociale domein). De commissie vindt op zich dat STEIM met deze lijnen een breed gebied bestrijkt en dat de gekozen thema’s actueel en soms prikkelend zijn. De uitwerking van de plannen ontbreekt echter, constateert de commissie. STEIM benoemt aanzetten van onderzoeken zoals een onderzoek naar geluidsvervuiling, er zijn per lijn redactieraden opgesteld, maar het plan beschrijft nauwelijks concrete onderzoeksdoelen, noch stappen om deze te bereiken. De commissie heeft bovendien van STEIM een aanvraag ontvangen in twee delen: een zakelijk geschreven, compact plan en een informele, persoonlijke brief van de directeur die de werkwijze van STEIM tracht te illustreren aan de hand van anekdotische uitweidingen. De commissie was weinig positief over dit laatste deel en geeft aan dat het weinig bijdroeg aan de concretisering van de werkwijze of inzicht in de plannen. De commissie concludeert op basis van de beperkte uitwerking van de plannen en de hybride opzet van de aanvraag dat de voorgestelde koers te weinig intrinsiek gemotiveerd is. Dit gaat ten koste van de artistieke eigenheid van STEIM.

STEIM onderscheidt twee publieksgroepen, (toekomstige) makers en een algemeen publiek. De belangrijkste doelgroep voor een ontwikkelinstelling als STEIM is die van de makers. STEIM heeft, zo geeft de commissie aan, voor deze relatief kleine publieksgroep de afgelopen decennia veel betekenis gehad. De relevantie van STEIM neemt in de huidige tijd van snelle technologische veranderingen echter af. Makers vinden elkaar gemakkelijk online om kennis en software uit te wisselen. De commissie meent dan ook dat de impact van STEIM op zijn primaire doelgroep is afgenomen. STEIM geeft aan meer te willen ontwikkelen voor het algemene publiek, omdat geluidskunst wel degelijk een breder publiek aan zou spreken. De aanvraag geeft echter niet aan op welke wijze deze projecten dat doen - behalve dan als ‘esthetische ervaring’ - of hoe STEIM hier een bijdrage aan wil leveren. Ook specificeert de organisatie niet welke doelgroepen binnen dat brede publiek zij voor ogen heeft. De commissie is daarom niet overtuigd van de artistieke betekenis van het werk van STEIM voor dit bredere publiek. 

De commissie constateert dat STEIM beperkt reflecteert op resultaten uit het recente verleden. De aanvrager wil in de komende beleidsperiode meer de wereld in gaan dan ooit. Inhoudelijk, en ook qua experimenteer- en presentatielocaties, onder andere via satelliet labs. De commissie constateert echter dat het aantal producties, presentaties en het publieksbereik in Amsterdam en Nederland terugloopt, net als het internationaal bereik. De commissie mist in de aanvraag een reflectie van STEIM op deze ontwikkeling en is er derhalve niet van overtuigd dat de organisatie de motivatie heeft om de ingeslagen koers ook echt te gaan bewandelen. Het feit dat STEIM al enige jaren inzet op een meer maatschappelijke koers, maar de doelstellingen tot dusver maar beperkt heeft gerealiseerd, onderstreept dit. Het creëren van bijvoorbeeld instrumenten voor mensen met fysieke beperkingen, ziet de commissie als een goed idee maar de commissie mist uitwerking van de plannen en hoe deze voortborduren op eerdere ervaringen. De commissie ziet in het beleidsplan een organisatie met een rijke geschiedenis die zoekende is naar haar relevantie in een snel veranderende tijd en geen heldere ontwikkeling voor ogen heeft.


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
De commissie waardeert dat STEIM de ambitie heeft om zich met de (stedelijke) samenleving te verbinden middels geluidsprojecten in de zorg en in stedelijke ruimtes. Zo benoemt de aanvrager in het kader van SONIC LIFE het werken aan een geluiddempende parasol voor boven eettafels in restaurants. STEIM geeft aan dat The Grey Space in the Middle en Tolbar ‘open staan voor experimenten in hun horecagedeelte’. Deze samenwerkingen vindt de commissie niet erg concreet. STEIM noemt verder weliswaar het renovatieproject van bruggen en kades van de gemeente Amsterdam, waarbij de organisatie samen met de Amsterdamse Academie voor Bouwkunst onderzoekt of zij tijdelijke ‘stille ruimtes’ kan realiseren op de kades, maar geeft daarbij aan dat er nog geen plan is en dat het onduidelijk is of dit project er komt. De commissie constateert dat STEIM aandacht heeft voor stedelijke vraagstukken, maar is op basis van de aanvraag maar beperkt overtuigd van de verbinding van de organisatie met de stedelijke samenleving. 

STEIM is tot 2021 gevestigd in Nieuw-West en ontplooit activiteiten in andere stadsdelen zoals Noord, Centrum en Zuidoost. STEIM heeft nog geen nieuw vast onderkomen gevonden voor de komende periode en wil gaan werken met satellietlocaties op verschillende plekken in de stad. STEIM wil op deze manier zichtbaar blijven in Amsterdam. De commissie merkt op dat het plan de toekomstige samenwerkingen nog nauwelijks concreet maakt, maar dat indien de komende beleidsperiode het plan zo uitgevoerd wordt, de organisatie daarmee bijdraagt aan de spreiding van culturele activiteiten in de stad.

STEIM kiest als eigen accent voor Hightech stad. De commissie ziet deze keuze als begrijpelijk en terecht gezien de geschiedenis van STEIM. De organisatie is al vijftig jaar bezig met de toepassing van nieuwe, geavanceerde of experimentele technologie in het artistieke aanbod. STEIM geeft aan met beproefde methoden en technieken de samenleving mooier, muzikaler en betekenisvoller te willen maken door vakgebieden te verbinden. Hightech wordt volgens STEIM hierbij vooral ‘high touch’. De commissie mist een toelichting op de term ‘high touch’ in relatie tot hightech.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak. 
De commissie merkt op dat de aanvrager werkt met een relatief klein vast team en zich voor de uitvoering van projecten richt op veel verschillende samenwerkingspartners die de organisatie informeel en persoonlijk benadert. STEIM ziet netwerken als werkmethode. In het verlengde daarvan is volgens STEIM vanwege de dynamiek van de netwerksamenleving de aanvraag geen uitgewerkt plan. De commissie constateert dat deze werkwijze zijn charme heeft en in de onderzoekende fase zinvol kan zijn. Tegelijkertijd ziet ze dat deze benadering de aanvrager in de problemen brengt: het is volgens de commissie gebleken dat dit geen constructieve manier van werken is, gezien de tegenvallende resultaten in de vorige periode op zowel het gebied van inkomsten, publieksbereik en samenwerking in de zorg. Hoewel STEIM volgens het ingediende plan de afgelopen twee jaar aan een nieuwe koers heeft gewerkt met een nieuwe zakelijk directeur en een ervaren projectcoördinator concludeert de commissie dat de nieuwe koers nog onvoldoende is uitgekristalliseerd, gelet op het veelal ontbreken van een praktische en concrete onderbouwing van de plannen. Op grond hiervan beoordeelt de commissie de plannen als weinig realistisch en uitvoerbaar.

STEIM heeft na een precaire periode vanwege een laag weerstandsvermogen, inmiddels een gezond eigen vermogen opgebouwd: de organisatie kan op zich aan haar financiële verplichtingen voldoen. De commissie constateert dat er zowel op stafniveau als in de samenstelling van de raad van toezicht wisselingen zijn geweest, maar vindt dat in de praktijk de organisatie in haar werkwijze nog altijd sterk leunt op (het netwerk van) de artistiek directeur. Dit maakt de organisatie volgens de commissie kwetsbaar. Ook op andere punten ziet de commissie risico’s. Ten eerste op het gebied van fair practice. STEIM wisselt volgens het plan kennis uit met collega-instellingen over de Fair Practice Code. Dit geeft de commissie geen vertrouwen op invoering ervan, ook al omdat er geen personeelshandboek of vertrouwenspersoon is. Pas bij groei wil STEIM dit realiseren. Een ander risico ligt op het punt van governance. STEIM geeft aan dat die pas onder de loep wordt genomen na de uitbreiding van de nieuwe raad van toezicht. Deze risico’s wijzen er volgens de commissie op dat de organisatie niet voldoende aandacht besteedt aan een gezonde bedrijfsvoering. Daarom beoordeelt de commissie de bedrijfsvoering van STEIM als precair.

De begroting van STEIM leunt in het plan zwaar op publieke middelen. De totale lasten/verwachte baten stijgen tussen 2018 en 2021 met bijna zeventig procent. De grootste toename zit in de verdubbeling van de subsidie uit het Kunstenplan en de aanvraag bij OCW. Dit leidt tot een onevenwichtige financieringsmix. De commissie merkt daarbij op dat de begroting 2021-2024 opnieuw stijgt maar de activiteiten teruglopen en dat de aanvraag dit niet verklaart. STEIM verwacht rond de programmalijnen eigen inkomsten te realiseren, maar de commissie vindt dit niet realistisch omdat de plannen daarvoor niet concreet genoeg zijn, terwijl het STEIM ook in de afgelopen periode niet lukte de inkomsten te vergroten. De commissie vindt de begroting daarom niet realistisch.

In de aanvraag mist de commissie een uitgewerkt marketingplan. De commissie constateert dat STEIM de gangbare (digitale) middelen inzet in de richting van de eigen doelgroepen en daarnaast de kanalen van samenwerkingspartners benut richting achterban. STEIM ziet volgens het plan het liefst dat communicatie vanzelf plaatsvindt als onderdeel van relaties. De commissie vindt dit te vrijblijvend. STEIM geeft aan meer te willen ontwikkelen voor een breder, algemeen publiek. Het aanstellen van een vaste medewerker communicatie als spin in het web benoemt de commissie als een goede stap, maar het plan specificeert vervolgens niet wat deze medewerker gaat doen en hoe deze functie wordt ingevuld. Daarnaast constateert de commissie dat STEIM geen publieksonderzoek uitvoert, geen specifieke doelgroepen in kaart brengt, noch acties formuleert om die doelgroepen te bereiken. De commissie heeft er derhalve weinig vertrouwen in dat STEIM de komende periode wel een nieuw en breder publiek kan waarmaken.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als onvoldoende. 
STEIM hanteert een brede visie op diversiteit en inclusiviteit, onder meer gericht op gender. De commissie ziet niet dat STEIM gerichte acties onderneemt op culturele diversiteit. Op dit moment draagt de organisatie incidenteel bij aan culturele diversiteit in het cultuuraanbod via enkele makers met een diverse achtergrond, zoals bijv. uit Turkije en Korea. De kunstenaarspopulatie die STEIM aanspreekt is primair internationaal, niet per se cultureel divers. 

STEIM geeft in het plan aan via de achterban van samenwerkingen een cultureel divers publiek te willen bereiken. De organisatie wil langer op plekken als The Beach en/of broedplaatsen van Urban Resort neerstrijken om vooral jongeren te bereiken en beter te leren kennen. Omdat dit volgens de commissie nog niet concreet uitgewerkt is vindt ze dat het plan zeer beperkt bijdraagt aan het bereiken van dit cultureel diverse publiek. 

STEIM geeft aan dat culturele diversiteit en inclusie een punt van aandacht is voor de organisatie. De organisatie geeft aan op diversiteit te hebben geworven maar hierin niet of nauwelijks te zijn geslaagd. In de komende periode wil STEIM met twee nieuwe leden voor de raad van toezicht bijdragen aan diversiteit en inclusie in de organisatie. De commissie ziet dat deze actie ook al in 2017 werd aangekondigd en tot dusver niet is uitgevoerd. De organisatie hanteert daarnaast een brede norm voor diversiteit en benoemt dat ook de man-vrouwbalans een aandachtspunt is. De commissie constateert op basis daarvan dat STEIM geen overtuigend plan heeft voor culturele diversiteit van het personeelsbestand, bestuur en toezicht.


Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van STEIM niet te honoreren. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie BFNA.

Daarbij is mede gebruik gemaakt van een co-advies van de adviescommissie Muziek en Muziektheater.