Het Compagnietheater

Theater
Aangevraagd: € 195.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Het Compagnietheater wil het theater van nu en de toekomst zijn, met een programma dat naar eigen zeggen als vanzelfsprekend voortkomt uit de super-diverse stad die Amsterdam is. Het theater zet in op veelvormigheid en veelstemmigheid, maatwerk, referentiekaders en thema’s die aansluiten bij een jonge en zeer diverse generatie bezoekers en makers. Het Compagnietheater, dat zichzelf kortweg CT noemt, wil zich vrij bewegen tussen presentatieplek en productiehuis, cultuurhuis en club, dag- en nachtleven, cultuur en subcultuur, mainstream en substream, publieke creatie en publieke presentatie. Met deze positionering wil het theater een toonaangevend huis zijn, waarin een jonge en diverse grootstedelijke groep makers en bezoekers zich thuis voelt, ruimte voelt om zijn eigen stem te laten horen, om zijn verhalen te delen en zich bekrachtigd voelt in wie hij wil, kan en mag zijn, in het theater en daarbuiten. 

Het Compagnietheater laat zich sterk inspireren en voeden door onderstromen uit de club- en subculturen, maar ook door het culturele veld en de vakopleidingen. In 2021-2024 wil CT nog nadrukkelijker uit deze bronnen putten en een brug slaan tussen veelal jonge en multidisciplinaire makers en collectieven uit de cultuursector enerzijds en creatievelingen uit andere domeinen anderzijds, zoals de mode, popmuziek, mediacultuur en clubscene. Om die terreinen te verbinden en samenhang te creëren werkt Het Compagnietheater in 2021-2024 vanuit het kernbegrip ‘identiteit’ en onderscheidt het binnen dat begrip drie thematische deelterreinen; queer, roots en stadscultuur. Binnen dat kader programmeert Het Compagnietheater jaarlijks 88 activiteiten, van eigen producties tot presentaties. Daarmee zet Het Compagnietheater in op een jong publiek uit de queer-, club- en urban community; divers wat betreft culturele achtergrond, genderidentiteit, leeftijd, opleidingsniveau, sociale en economische status en seksualiteit.

Het Compagnietheater ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020.
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 195.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt de artistieke eigenheid als voldoende. 
De commissie vindt dat de organisatie in het plan een duidelijke artistieke signatuur etaleert met de ambitie een eigentijds huis te zijn voor een grote en actuele verscheidenheid aan theater, muziek, performance, crossovers en ontwikkelingen uit de hedendaagse uitgaans- en clubcultuur. Het theater biedt ruimte aan veel verschillende stemmen en vele verhalen, vanuit een prikkelende diversiteit aan zowel kunstzinnige als culturele achtergronden. Ook de geambieerde vrije beweging tussen presentatieplek, productiehuis en clubhuis voor mainstream en substream vindt de commissie aansprekend en inclusief. Het format CT Curated, waarbij curatoren uit verschillende disciplines en (sub)culturen de sleutel van het pand krijgen en hun eigen programma’s en partnerschappen kunnen ontwikkelen, past volgens de commissie overtuigend bij de artistieke signatuur. Ook vindt zij het positief dat het theater op deze manier ruimte en gelegenheid geeft voor experiment. 
In het totale aanbod van Het Compagnietheater is een groot aandeel verhuur en programmering van partners opgenomen, zoals het Grachtenfestival, Holland Festival en IDFA, waarvan de commissie niet direct een aansluiting ziet bij de artistieke signatuur van Het Compagnietheater, in tegenstelling tot de programmering van gastbespelers zoals Afro Vibes en RedLightJazz die meer in lijn ligt met de eigen programmeringsformats en productieplannen van het Compagnietheater. De totale opsomming van programmering en partners is zo groot, dat de artistieke uitwerking, ondanks de goede intenties, een wat diffuus geheel vormt. Hoe de diverse programmaonderdelen tezamen bijdragen aan de herkenbaarheid van de artistieke signatuur van Het Compagnietheater, wordt de commissie op basis van het plan niet duidelijk. 

Een deel van het aanbod van Het Compagnietheater heeft naar de mening van de commissie een overtuigende artistieke betekenis voor het jonge, grootstedelijke en (cultureel) diverse publiek waar de organisatie zich op richt. Het Compagnietheater beoogt een doelgroep te bereiken die zich sterk identificeert met Amsterdam en de club-, urban- en queercultuur. Het referentiekader en de culturele interesses van de doelgroep zijn voor Het Compagnietheater een belangrijke inspiratiebron voor de programmering. De commissie ziet dat duidelijk terug in formats als CT Curated en CT Playground, waarbij een kortlopende programmering wordt ingevuld door vertegenwoordigers uit de doelgroep van deze urbane subculturen. De commissie vindt dit een goede aanpak om de programma’s van Het Compagnietheater te laten aansluiten op de belevingswereld van het beoogde jonge en diverse doelgroepen. De commissie verwacht dat vooral de projecten binnen deze kortlopende formats een impact zullen hebben voor de betreffende specifieke doelgroep. 
De doorlopende programmering, de CT-voorstellingen bijvoorbeeld, is in het plan nog weinig uitgewerkt. Het Compagnietheater noemt een aantal partners, zoals DOX en ISH, maar beschrijft niet wat voor soort voorstellingen of welke makers men voor ogen heeft. Daardoor kan de commissie niet vaststellen dat Het Compagnietheater ook op de langere termijn een duurzame artistieke betekenis zal weten te realiseren voor beoogde publiek. 

Het Compagnietheater heeft de ambitie om van een traditioneel vlakkevloertheater te transformeren naar een theater dat midden in de samenleving en de tijd staat. De commissie vindt deze beoogde artistieke ontwikkeling aansprekend, uitdagend en getuigen van eigentijds inclusief denken. Het Compagnietheater reflecteert op de start in 2017, toen het in het project CT experimenteerde met maatschappelijke thema’s als queer, klimaat, identiteit en roots. Het voorgestelde plan komt daar duidelijk uit voort. Met het uit handen geven van de sleutel aan nieuwe makers krijgt het experiment verder vorm en wordt het ingebed in de programmering. Ook streeft de organisatie naar meer consistentie in de programmering. De commissie constateert dat samenhang gezocht wordt in het formuleren van op zichzelf aansprekende programma-formats, maar dat deze nog te weinig artistiek-inhoudelijk richting bieden om van meer consistentie te kunnen spreken. De commissie heeft er begrip voor dat veel projecten worden gelanceerd om te onderzoeken en te experimenteren en om ook daadwerkelijk actueel en eigentijds te kunnen zijn. Toch ontbreekt in haar ogen een langetermijnperspectief dat de nieuwe formats in een lijn van artistieke ontwikkeling plaatst. De commissie is positief over de ruimte die Het Compagnietheater geeft aan de curatoren. Zij krijgen, afhankelijk van waar de makers staan in hun proces, verschillende presentatiemogelijkheden om hun artistieke identiteit, projecten en partnerschappen te ontwikkelen. Zo biedt Het Compagnietheater hen gelegenheid voor ‘work in progress’ presentaties, voor tussentijdse presentaties als deel van een programma en voor grotezaal presentaties van eindproducten. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak. 
Het Compagnietheater legt met zijn activiteiten enige verbinding met de stedelijke samenleving, zowel inhoudelijk als praktisch. Dit blijkt voor de commissie uit de onderliggende grootstedelijke thema’s van de voorgestelde programmalijnen, zoals queer, roots en stadscultuur. Deze programmalijnen worden door onder meer externe curatoren en creatieve jongeren ingevuld die door Het Compagnietheater benaderd zijn of die zich binnen het netwerk aandienen. Het Compagnietheater heeft bovendien een groot aantal samenwerkingspartners uit de cultuursector en creatieve sector zoals Club Church, N8BM, Sexyland Society, OSCAM, Stichting Argan en ISH. Op deze manier geeft Het Compagnietheater een nieuwe generatie creatieve mensen een stem en creëert het theater ruimte voor verhalen die maatschappelijk en cultureel minder zichtbaar zijn een podium. De commissie merkt hierbij op dat deze verbinding vooral gericht is op culturele initiatieven en dat er minder sprake is van een directe verbinding met de bewoners, de buurt of het sociaal-maatschappelijk domein.

Het Compagnietheater levert geen bijdrage aan de spreiding van het cultuuraanbod en publiek in de stad. De activiteiten vinden geheel in stadsdeel Centrum plaats. Er worden geen activiteiten ontplooid in andere stadsdelen en er wordt buiten het centrum geen publiek bereikt. Ondanks het feit dat Het Compagnietheater beschikt over een grote hoeveelheid partners die overal in de stad actief zijn, vinden de eigen activiteiten van het theater plaats in het centrum van de stad en bereikt het theater daar zijn publiek.

Het Compagnietheater heeft als eigen accent Stad van dag & nacht gekozen. De commissie constateert dat de organisatie dit thema niet heeft toegelicht en uitgewerkt in het ondernemingsplan. Zij vindt dat Het Compagnietheater met zijn activiteiten niettemin een bijdrage levert aan de uitstraling van een stad waarin dag en nacht iets te beleven valt. De Amsterdamse nacht- en clubcultuur vormen een belangrijke voedingsbodem voor de programmering, met curatoren die rechtstreeks in verbinding staan met culturele subculturen. Ook is er sprake van samenwerkingsrelaties die de uitstraling ‘dag & nacht’ mede vormgeven zoals de partnerschappen met ADE, Club Church en Red Light Jazz. 


Uitvoerbaarheid 

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.
De commissie is er ten dele van overtuigd dat het plan uitvoerbaar en realistisch is. Zij stelt vast dat het voorgenomen programma van Het Compagnietheater omvangrijker is dan in de voorgaande jaren het geval was. De grote hoeveelheid activiteiten bestaat echter voor een substantieel deel uit producties en activiteiten van derden. De programmering van eigen producties en presentaties beperkt zich uiteindelijk tot twee of drie avonden per week. Dat is redelijk in lijn met voorgaande jaren, zodat de commissie dat haalbaar en realistisch acht voor de organisatie. 
Op basis van het ondernemingsplan kan de commissie moeilijk beoordelen in hoeverre de omvang en aard van de organisatie passend is bij de voorgestelde plannen. Er is sprake van een gecentraliseerde staf en programmeurs die in dienst zijn van Amerpodia bv en ook werkzaam zijn voor de andere podia onder deze bv. Zelf heeft het theater geen personeel meer in dienst. De commissie heeft vertrouwen in de kwaliteiten van de programmeurs en de beoogde curatoren, maar voor de commissie is niet duidelijk in hoeverre hun aanstellingsomvang en ervaring passend zijn bij de voorgestelde ontwikkelambities en activiteiten van Het Compagnietheater. Het plan vermeldt slechts dat Amerpodia voldoende inzet van mensen en middelen garandeert om de activiteiten van Het Compagnietheater te realiseren.
De commissie heeft vertrouwen in de hechte samenwerking tussen Het Compagnietheater en Amerpodia bv. De wederzijdse rollen zijn helder beschreven in het plan: de stichting is verantwoordelijk voor de totstandkoming en uitvoering van het programma en het bereiken van publiek. Het Compagnietheater koopt diensten in bij Amerpodia bv, dat fungeert als een soort productiebureau, om de activiteiten daadwerkelijk uit te voeren. 

De commissie constateert dat de bedrijfsvoering van Het Compagnietheater zeer beperkt is. De balans laat een redelijk gezonde financiële situatie zien en een toereikend eigen vermogen. De constructie waarbij de activiteiten van de Stichting Compagnietheater worden uitgevoerd door Amerpodia, heeft enerzijds voordelen voor de bedrijfsvoering omdat het theater hierdoor bedrijfseconomisch wendbaarder en zodoende minder kwetsbaar is. Aan de andere kant kleven er ook nadelen aan. De commissie leest uit het ondernemingsplan bijvoorbeeld dat het doel van de constructie is dat de commerciële activiteiten en risico’s binnen Amerpodia vallen. De ideële en culturele activiteiten vallen binnen de stichting Het Compagnietheater. De commissie vindt dat met deze constructie het risico ontstaat dat, bij een negatieve exploitatie van het theater, de commercieel minder effectieve activiteiten moeten wijken voor activiteiten die meer inkomsten genereren. Dat zou ten koste kunnen gaan van de programmering van Het Compagnietheater. Een te grote nadruk op verhuuractiviteiten is volgens de commissie een risico voor zowel de beoogde identiteit van het huis, als voor de daadwerkelijke ruimte voor het gesubsidieerde aanbod. Hier reflecteert de organisatie in het plan niet op. 
Het Compagnietheater is gelieerd aan De Nieuwe Liefde en de Rode Hoed. Deze drie stichtingen hebben een identiek bestuur en maken allemaal gebruik van de diensten van Amerpodia. De commissie ziet bedrijfsvoeringrisico’s in deze gelieerdheid tussen de drie stichtingen. Zij vraagt zich af of de belangen en doelstellingen van het Compagnietheater voldoende beschermd zijn in relatie tot de andere podia. 
Door bovengenoemde constateringen is de commissie er niet van overtuigd dat de bedrijfsvoering van Het Compagnietheater voldoende basis geeft om de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen en de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren. 

Op basis van de in de aanvraag verstrekte gegevens kan de commissie niet vaststellen dat de meerjarenbegroting van Het Compagnietheater realistisch is en passend bij de aard en omvang van de beoogde organisatie en activiteiten. De begroting is te weinig gedetailleerd en is summier toegelicht. De beheerslasten zijn opvallend laag, hetgeen verklaard wordt uit het feit dat Amerpodia zorgdraagt voor de huisvesting en de lasten voor het vaste personeel. Onduidelijk is hoeveel personeel of inhuur Amerpodia inzet ten behoeve van Het Compagnietheater. Het Compagnietheater geeft aan dat de beheerslasten grotendeels voor rekening van Amerpodia komen. De personele en facilitaire inzet wordt niet doorbelast aan Het Compagnietheater, maar om niet ter beschikking gesteld aan de stichting. De commissie kan dat niet rijmen met het feit dat de begroting diverse posten honoraria bevat, voor techniek, receptie en beveiliging, samen goed voor bijna een kwart van de begroting.  
Opmerkelijk vindt de commissie dat aan de kostenkant het aandeel dat Amerpodia voor rekening neemt inzichtelijk wordt gemaakt, maar dat dat niet geldt voor de inkomsten op het gebied van (culturele) verhuur, terwijl de culturele activiteiten van de huurders wel zijn opgenomen in de programmering zoals beschreven in het ondernemingsplan. De subsidies die aan Het Compagnietheater worden verleend komen direct aan het programma ten goede. Echter, Het Compagnietheater moet wel de materiële lasten ‘tegen marktconforme kostprijs’ aan Amerpodia vergoeden. Welke kosten dat precies zijn, wordt uit de begroting niet helder. 
Ook is het de commissie niet duidelijk waarom de horeca-opbrengsten alleen ten goede komen aan de bv. De financieringsmix van de stichting oogt mede daardoor eenzijdig. Omdat deze deel uitmaakt van een groter geheel van inkomsten waarop de commissie geen zicht heeft, is het voor de commissie moeilijk zich daar een reëel beeld van te vormen. Op basis van aangeleverde informatie stelt zij vast dat de publieksinkomsten conservatief begroot zijn, aangezien deze gedeeld door het verwachte aantal bezoekers ver onder € 10 per bezoek uitkomen. Ook stelt de commissie vast dat de begroting geen bijdragen van coproducenten bevat, hoewel het aanvraagformulier zes coproducties vermeldt. 
In verhouding tot het aan het AFK gevraagde bedrag zijn de begrote inkomsten uit incidentele fondsen en private middelen zeer bescheiden. De commissie vindt de begroting ook op dat punt weinig ambitieus. 
Het bij het AFK aangevraagde bedrag is daarnaast hoog, zeker gezien het feit dat Het Compagnietheater in de voorgaande periode zonder meerjarige subsidie van het AFK heeft weten te functioneren. Er worden komende periode weliswaar meer activiteiten ontplooid dan in de voorgaande periode, maar het aantal eigen en coproducties ligt niet zoveel hoger dat dat afdoende verklaart waarom de subsidiebehoefte zo sterk is toegenomen. 

Het marketingplan van Het Compagnietheater is realistisch en passend om het beoogde publiek te bereiken. De commissie waardeert de manier waarop de organisatie de doelgroepen scherp voor ogen heeft. Binnen de jonge, grootstedelijke en (cultureel) diverse doelgroep onderscheidt Het Compagnietheater de subdoelgroepen queer-community, clubcultuur-community en urban arts-community.
De commissie is van mening dat Het Compagnietheater met effectieve strategieën en aansprekende kanalen en middelen actief werkt aan het bereik van deze doelgroepen. Zo is er sprake van originele online content, die bijvoorbeeld vorm krijgt in de C online EXTRAAAAA. Tevens gebruikt Het Compagnietheater een passende huisstijl waarin de inbreng van de doelgroep is verwerkt en de persoonlijke sfeer wordt benadrukt. Het theater communiceert tweetalig. Het Compagnietheater heeft marketingpartners zoals L’Homo, PATTA, We Are Public en Milkshake Festival die volgens de commissie passen bij de beoogde doelgroep. Het Compagnietheater baseert zijn marketing op publieksonderzoek. De commissie heeft er veel vertrouwen in dat de organisatie met deze marketingaanpak de jonge publieksgroepen daadwerkelijk zal bereiken.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zeer goed. 
Het streven naar diversiteit en inclusie vormt volgens de commissie een integraal onderdeel van de visie, missie, thema’s, programma’s en activiteiten van Het Compagnietheater. Het Compagnietheater zet zich overtuigend in om te komen tot een huis voor, door en van de stad, waarin een jonge generatie makers en publiek een stem krijgt. Het Compagnietheater zet curatoren met uiteenlopende culturele achtergronden in, die in contact staan met jonge mensen buiten de gekende culturele circuits. Hierdoor wordt volgens de commissie daadwerkelijk een cultureel divers aanbod gemaakt en gepresenteerd dat op een eigentijdse manier het thema ‘identiteit’ onderzoekt. Het Compagnietheater werkt daarbij samen met veel verschillende samenwerkingspartners met een cultureel diverse achterban, zoals Likeminds, ISH, Stichting Argan, The Black Archives en OSCAM. 

Het plan draagt naar de mening van de commissie overtuigend bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. Het Compagnietheater bereikt door de inhoud en vorm van de programmering en een overtuigende marketingaanpak een zeer diverse publieksgroep, niet alleen wat betreft culturele achtergrond maar ook wat betreft leeftijd, seksualiteit, geaardheid en opleidingsniveau. De cultureel diverse curatoren werken direct vanuit de samenleving en brengen cultureel diverse publieksgroepen mee vanuit de eigen achterban. Deze curatoren zijn overtuigend gericht op empowerment van minderheidsgroeperingen en het stimuleren van een diversiteit aan identiteiten. Ook door de eerdergenoemde brede samenwerking met cultureel diverse partners is de commissie ervan overtuigd dat een veelkleurig publiek bereikt zal worden. 

Het Compagnietheater heeft een in de ogen van de commissie overtuigende visie op en plan voor diversiteit van het personeelsbestand. Het bestuur en team van medewerkers van Het Compagnietheater zijn divers samengesteld. De helft van het vaste team heeft een biculturele achtergrond. Bij het aantrekken van nieuwe collega’s, curatoren en freelancers wordt actief gezocht naar een diverse samenstelling. Amerpodia heeft een concreet stappenplan ontwikkeld om te komen tot een personeelsbestand dat recht doet aan de diverse stad. Bij de personeelswerving in alle functielagen en op alle afdelingen speelt het streven naar een divers team een grote rol. Bij het uitzetten van vacatures maakt Amerpodia gebruik van specifieke kanalen waarmee een diverse groep bereikt kan worden, zoals Amsterdam City Collective en Emma at Work. De commissie vindt het stappenplan overtuigend en praktisch en heeft er vertrouwen in dat dit tot de gewenste resultaten zal leiden.  


Conclusie

De commissie vindt het aandeel van de aan het AFK gevraagde subsidie in de begroting erg groot gezien het feit dat Het Compagnietheater in de voorgaande periode zonder meerjarige subsidie van het AFK gefunctioneerd heeft. De aanvraag geeft alleen op hoofdlijnen inzicht in de hoogte van de bijdrage die Amerpodia aan de exploitatie levert. Het plan stelt dat Amerpodia verantwoordelijk is voor de inzet van personeel en faciliteiten en de kosten daarvan niet doorbelast. Toch bevat de begroting van Het Compagnietheater posten met honoraria voor personele inzet op facilitaire diensten. 
Het theater lijkt in de komende periode weliswaar meer activiteiten te ontplooien dan in voorgaande jaren, maar de commissie stelt vast dat een groot deel van de programmering feitelijk door derden wordt verzorgd en dat het aantal eigen en coproducties niet sterk stijgt ten opzichte van eerdere jaren. Zij vindt daarom ook het activiteitenniveau geen afdoende onderbouwing van de in de aanvraag weergegeven subsidiebehoefte. De begroting is in de ogen van de commissie te conservatief voor wat betreft de bijdragen van coproducenten, de publieksinkomsten, de incidentele fondsbijdragen en private middelen.
De commissie adviseert daarom de aanvraag van Het Compagnietheater gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 105.000 per jaar. De commissie constateert dat er na beoordeling van alle aanvragen onvoldoende budget beschikbaar is om de aanvraag te honoreren. 
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.