Muziekschool Amsterdam
Muziekschool Amsterdam vraagt een bijdrage voor de inzet van cultuurcoaches op zes scholen: de Joop & Willy Westerweel, De Wereldburger, De Slotermeerschool, De Henricus, De Dapper en De Punt.
Vormgeving van het aanbod
De commissie beoordeelt de vormgeving van het aanbod als zeer goed.
In het plan reflecteert Muziekschool Amsterdam op de ervaring en ontwikkeling in de afgelopen jaren. De organisatie heeft gebouwd aan een stevige verbinding met de scholen, leerlingen en ouders. Per school zijn er op maat behoeften en doelen geformuleerd waar de uitvoering op is ingericht. De commissie vindt het logisch en positief dat de aanvraag uitgaat van het continueren van de samenwerking met deze zes scholen. Het reguliere binnenschoolse muziekonderwijs wordt dankzij de inzet van de cultuurcoaches uitgebreid met een goed uitgewerkt onder- en naschools programma. Daarin draait het om vier thema’s die muziek combineren met een andere discipline, zoals technologie of performance. De commissie verwacht dat dit veelzijdige programma de leerlingen zal enthousiasmeren en inspireren. Het thema ‘van muziek naar taal’ vindt de commissie een goede invalshoek om kunst toegankelijk te maken voor kinderen met een verhoogde kans op een onderwijsachterstand. Vanuit een muzikaal vertrekpunt gaan kinderen hier speels aan de slag met taalontwikkeling, door zang of creatief schrijven. Het thema ‘van muziek naar samenleven' is voor de commissie een goed voorbeeld van aanbod dat aansluit bij leerlingen en hen activeert. In de lessen kiezen leerlingen een lokaal vraagstuk waarmee ze samen met een muziekdocent en een beeldend kunstenaar aan de slag gaan. Ze doorlopen een proces van brainstormen en associëren dat gericht is op het maken van een artistieke interventie.
Muziekschool Amsterdam heeft duidelijke ambities om zich komende periode nog sterker te verbinden met doelgroep, ouders, de wijk en partners. Dit vertaalt zich in plannen op maat per school, die in samenspraak met leraren zijn ontwikkeld. Per school worden er verschillende accenten gelegd. Zo wordt er op De Wereldburger ingezet op meer binnenschools aanbod en op De Dapper juist op meer wijkgerichte activiteiten. Deze accenten getuigen volgens de commissie van een goede inbedding van het programma in het totale cultuurbeleid van de scholen, dit wordt geïllustreerd met de citaten van de scholen die in het plan zijn opgenomen.
Verbinding en doorstroom
De commissie beoordeelt de verbinding en doorstroom als goed.
De muziekschool ziet een cultuurcoach als verbinder en spin in het culturele web en licht in het plan goed toe dat de coaches aanwezig en zichtbaar zijn op de scholen. Ze zijn er als muziekdocent al een bekend gezicht. Positief is de commissie over de aandacht van coaches voor het contact met ouders. Ze stappen op hen af op het schoolplein, zijn aanwezig bij ouderavonden en betrekken ouders bij activiteiten, bijvoorbeeld door het ouderkoor bij het thema ‘van muziek naar taal’. Het goede contact met ouders zal volgens de commissie de verbinding en doorstroom naar buiten- en naschools aanbod vergemakkelijken.
Ook het binnen de schoolmuren halen van naschools aanbod van partners is goed voor de verbinding en de doorstroom. De commissie is er op basis van het plan van overtuigd dat de coaches een actieve rol spelen, maar had in het plan graag meer willen lezen over de manier waarop de doorstroom naar buitenschools aanbod concreet wordt gerealiseerd. Hier blijft het plan voor de commissie aan de oppervlakte met formuleringen als ‘passend aanbod zoeken buiten school’ of ‘het mogelijk maken van muziekles in de directe omgeving van het kind’. Onduidelijk blijft bijvoorbeeld hoe de gastdocenten van partnerorganisaties een brug kunnen vormen naar buitenschools aanbod. Want wat samenwerkingen betreft, ziet de commissie genoeg aanknopingspunten. De muziekschool kiest voor een aantal culturele partners buiten de buurt, de keuzes krijgen voor de commissie goede onderbouwing in het plan. Met gastdocenten en partners zoals De Rode Loper op School en MK24 wordt naschools aanbod gerealiseerd in andere disciplines dan muziek. Ook is de commissie positief over de samenwerking met De Waag, waarmee een mooie leerlijn in onderzoekend leren is ontwikkeld. Dit onder- en naschoolse aanbod (Maaklab) bevindt zich op het snijvlak van technologie en innovatie.
De bestaande samenwerkingen met de scholen krijgen komende periode een duurzaam vervolg. De ambities tot samenwerkingen in de buurt van de scholen, krijgen voor de commissie nog niet zo concreet vorm in het plan, zoals het idee bij de Joop & Willy Westerweel om werk te presenteren in de wijk.
De commissie constateert dat de muziekschool samenwerkt met Jeugdfonds Sport en Cultuur om de doorstroom van leerlingen van minder kapitaalkrachtige ouders/verzorgers naar naschools aanbod te bevorderen. Vanuit de leerlingenadministratie worden rechtstreeks aanvragen gedaan.
Profiel van de cultuurcoach(es)
De commissie beoordeelt het profiel van de cultuurcoach(es) als goed.
De commissie ziet op basis van de cv’s dat de cultuurcoaches beschikken over passend vakmanschap voor de activiteiten. De coaches zijn gediplomeerde muziekdocenten, waarvan sommige ook ervaring hebben met beeldende vorming of creatief schrijven. De aanvraag maakt duidelijk dat er goed is nagedacht over het profiel. Competenties als bevlogenheid, adaptief vermogen en omgevingssensitiviteit ziet de commissie bijvoorbeeld terug in de werkervaring van de coaches als muziekdocent in een vluchtelingenkamp of dirigent van een daklozenkoor. Dat geeft de commissie het vertrouwen dat deze coaches initiatief zullen tonen, verbinden en werken vanuit de kwaliteiten die er in een klas zijn. Ook het feit dat de coaches al werkzaam zijn op de scholen draagt bij aan dat vertrouwen.
De muziekschool reflecteert in het plan op de wijze waarop de Code Diversiteit en Inclusie wordt toegepast in de werving en selectie van cultuurcoaches. De organisatie hanteert de Rooney Rule, zodat voor elke functie altijd kandidaten van verschillende culturele achtergronden worden uitgenodigd. De commissie ziet hiervan echter nog weinig effect. Zij ziet op diversiteit in gender na een weinig divers samengestelde groep coaches. De commissie vindt dat de muziekschool zich meer moet inspannen om dit te verbeteren.
Financiële uitwerking
De commissie beoordeelt de financiële uitwerking als voldoende.
De commissie vindt het overzicht van de verwachte werkzaamheden en de bijbehorende kosten realistisch en onderbouwd, op een paar punten van kritiek na. De inzet van de cultuurcoaches per school voldoet aan de eis van minimaal acht uur per week. Ook wordt er binnen de uren van de cultuurcoach ruimte geboden voor deskundigheidsbevordering bij Mocca en voor coördinatie.
De commissie mist echter de motivatie voor de keus om meer lesuren dan doorverwijsuren op te voeren en daarmee af te wijken van de richtlijn (50-50% verhouding) tussen deze uren.
Ook ziet de commissie specifieke keuzes per school niet altijd goed terug. Weliswaar is de hoogte van het aantal uur per school onder meer afgestemd op het aantal lesgroepen per school, maar voor alle scholen is bijvoorbeeld de verdeling van uren voor samenwerken of begeleiding procentueel gelijk. De commissie kan dat niet goed rijmen met de verschillende accenten zoals de focus op lokale samenwerking bij de Joop & Willy Westerweel of de nadruk op wijkgerichte activiteiten op De Dapper.
De aanvraag is duidelijk over het uurtarief van de coaches. Dit voldoet volgens de commissie aan de richtlijnen voor fair pay.
Conclusie
De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Muziekschool Amsterdam te honoreren met het gevraagde bedrag van € 150.000.
De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Meerjarige subsidies Cultuurcoach 2025-2028.