Lijm-lab

Aangevraagd: € 116.640
Toegekend: € 88.592

Lijm-lab vraagt een bijdrage voor de inzet van drie cultuurcoaches verdeeld over de Huizingaschool (een fusie van de Huibersschool met de Huizingaschool) en de Louis Bouwmeesterschool.

Vormgeving van het aanbod

De commissie beoordeelt de vormgeving van het aanbod als goed.

De commissie is ervan overtuigd dat het aanbod kinderen zal weten te enthousiasmeren en inspireren voor kunst en cultuur. Lijm-lab hanteert een kindgerichte aanpak; in de voorgestelde activiteiten zijn de ideeën en nieuwsgierigheid van het kind leidend. Kinderen oefenen zich spelenderwijs in expressie en krijgen blijkens het plan zichtbaar meer plezier in het lezen van teksten en boeken.
Het aanbod sluit overtuigend aan bij de leerlingen. Zo is het aanbod voor kleuters gericht op materiaalonderzoek en op werkvormen waarin de tactiele ervaring centraal staat. Ook haken de onderwerpen van de lessen aan bij de leefwereld van leerlingen, zoals de opdracht over de verandering van hun buurt. Op de Huizingaschool staan twee coaches voor één groep. De commissie had graag gelezen wat de meerwaarde daarvan is voor de leerlingen. Lijm-lab stelt dat het duoschap zorgt voor lessen die aansluiten bij de leefwereld van de kinderen, maar de commissie ziet het verband daartussen niet.

De aanvraag geeft een goed beeld van de lessen: met een vaste opbouw en taalgerichte werkvormen. Kinderen leren zich uit te drukken in beelden, symbolen en kleuren. Door deze aanpak hoeft taal geen obstakel te vormen in de lessen. Daarmee weet Lijm-lab volgens de commissie kunst toegankelijk te maken voor kinderen met een verhoogde kans op een onderwijsachterstand. Positief is ook dat de cultuurcoach ondersteunt bij taalactiviteiten in de verschillende nieuwkomersgroepen.

Het plan voorziet in uitbreiding van het cultuuraanbod op de scholen. Op de Louis Bouwmeesterschool komt er meer aandacht voor taalontwikkeling en beeldende kunst, in aanvulling op het huidige aanbod van onder meer drama en muziek. Na fusie van de Huibersschool en de Huizingaschool verzorgt Lijm-lab een leerlijn beeldende kunst naast het aanbod in theater en muziek. Lijm-lab brengt deze leerlijn al op de Huibersschool, voor de huidige Huizingaschool vormt deze beeldende leerlijn een toevoeging aan het huidige aanbod.

Op beide scholen wordt de cultuurcoach en het aanbod volgens de commissie goed ingebed in het totale cultuurbeleid. Op de Louis Bouwmeesterschool reageert de coach op de wens van de school om op een creatieve manier te werken aan taalvaardigheid. Op de Huizingaschool worden lesthema’s afgestemd met groepsleerkrachten en sluit de werkwijze eveneens aan bij het taalonderwijs op school. Volgens Lijm-lab neemt het draagvlak voor de werkwijze toe onder leerkrachten. Dat vindt de commissie een mooie ontwikkeling.

Verbinding en doorstroom

De commissie beoordeelt de verbinding en doorstroom als voldoende.

Lijm-lab stelt goed contact met ouders als voorwaarde voor doorstroom naar buitenschools aanbod. Dat krijgt volgens de commissie in het plan een duidelijke uitwerking. Zo is er op de Huibersschool een ouderacademie geïnitieerd, met excursies en koffieochtenden. Op de Louis Bouwmeesterschool worden ouders betrokken bij tentoonstellingen en projecten, bijvoorbeeld rondom de Kinderboekenweek. De commissie ziet dat de coaches een actieve rol spelen, zowel in het contact met de ouders als in het lesgeven in naschools aanbod. Dat laatste gebeurt vooralsnog alleen op de Huizingaschool; op de Louis Bouwmeester wordt die mogelijkheid nog verkend. Kennismaken met cultuur in de veiligheid van het eigen klaslokaal en met een bekend gezicht in het naschoolse aanbod: dat kan volgens de commissie een goede opmaat vormen voor doorstroom naar buitenschools aanbod. De commissie had wel graag meer willen lezen over de manier waarop de coaches de kinderen denken te verleiden tot het zelfstandig bezoeken van buitenschools aanbod. Zij mist in dit licht ook de samenwerking met het Jeugdfonds Cultuur en Sport, dit wordt niet genoemd in het plan.
De commissie deelt de observatie van Lijm-lab dat het culturele aanbod rond de scholen beperkt is. Lijm-lab zet zich daarom in om aanbod uit heel Nieuw-West naar de wijk te halen, zoals van The Beach, Meervaart Jong en het Van Eesteren Museum. De commissie vindt het bijzonder dat de organisatie partners van verschillende schaalgrootte aan zich weet te binden. Partners spelen een rol in binnen- en naschools aanbod. Mede dankzij de partners weet Lijm-lab het aanbod te verbreden met extra disciplines, bijvoorbeeld met het muziekaanbod van Aslan en de pilot voor kleuters met het Van Eesteren Museum. Er zijn verschillende plannen met maatschappelijke partners uit de buurt, zoals een buurthuis, een verzorgingshuis en een fotograaf. De commissie vindt het positief dat de organisatie hierbij streeft naar duurzame samenwerking, maar vindt de plannen op dit punt nog niet zo uitgewerkt.

Profiel van de cultuurcoach(es)

De commissie beoordeelt het profiel van de cultuurcoaches als voldoende.

De commissie maakt uit de cv’s en de toelichting in het plan op dat het voor de activiteiten benodigde vakmanschap aanwezig is. Lijm-lab zet twee vakdocenten in en één autodidact met leservaring in onder meer beeldende vorming, creatieve activiteiten en handvaardigheid in het primair onderwijs. Wat betreft het duoschap van de coaches op de Huizingaschool, is het de commissie niet helemaal duidelijk welke kennis en ervaring de beeldend kunstenaar van het tweetal mist, die de noodzaak van een directe collega beargumenteert.
Alle drie de coaches hebben kennis van de buurt en zijn al langer werkzaam op de scholen. Dat geeft de commissie het vertrouwen dat zij verbinding en doorstroom zullen weten te realiseren. Positief vindt zij ook dat de coaches onderling afstemmen en deelnemen aan uitwisseling met het Netwerk Jonge Kind, dat naast Lijm-lab bestaat uit Kleintjekunst en Taartrovers.

Lijm-lab geeft aan de Code Diversiteit en Inclusie te volgen en te beschikken over een eigen actieplan diversiteit. In het plan gaat de organisatie echter niet in op de manier waarop de Code wordt toegepast bij de werving en selectie van cultuurcoaches. Op basis van de cv’s ziet de commissie weinig diversiteit binnen het team van cultuurcoaches.

Financiële uitwerking

De commissie beoordeelt de financiële uitwerking als voldoende.

De commissie vindt het overzicht van de verwachte werkzaamheden van de cultuurcoaches ten dele onderbouwd en realistisch. Positief aan het plan is dat de cultuurcoaches per school minimaal acht uur per week worden ingezet. Ook is er binnen de uren van de cultuurcoach ruimte voor deskundigheidsbevordering bij Mocca en voor coördinerende taken.

De urenspecificatie krijgt volgens de commissie adequate onderbouwing, zoals de uren voor samenwerkingen om aanbod naar de school te halen. De commissie constateert echter dat Lijm-lab fors afwijkt van de richtlijn voor de 50-50%-verhouding tussen uren voor lesgeven en doorverwijzen. Lesuren hebben sterk de overhand. Hoewel de organisatie toelicht dat in lesuren ook uren voor materiaalvoorbereiding zitten, is de commissie toch van mening dat er op de Huizingaschool, mede door de duo-constructie, relatief veel lesuren naar een kleine groep leerlingen gaan. Ook vindt de commissie het aantal uur voor doorverwijzen laag om daarbinnen het doorverwijzen naar culturele instellingen in de wijk en het contact met ouders over vervoer te realiseren. Tot slot constateert de commissie dat het uurtarief dat Lijm-lab hanteert voor de coaches in lijn is met de richtlijnen voor fair pay.

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van Lijm-lab gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 97.244* per jaar. Hoewel de commissie begrip heeft voor de wens om twee cultuurcoaches voor een groep te zetten, vindt zij dat het aantal lesuren per groep daardoor niet in verhouding is met het aantal doorverwijsuren. Bovendien is de noodzaak en de meerwaarde van de duo-constructie niet goed onderbouwd. Zij adviseert daarom een toekenning gebaseerd op een lager aantal lesuren voor de Huizingaschool.

*De commissie adviseert een gedeeltelijke toekenning, bovendien valt het jaarbedrag anders uit. Dat heeft te maken met de hoogte van het aangevraagde bedrag voor 2025, dat niet gelijk is aan de helft van het jaarbedrag. In de berekening is het bedrag voor de volledige periode door 3,5 gedeeld.

De commissie constateert dat Lijm-lab samen met vier andere aanvragers een gelijke totaalscore van dertien punten heeft behaald, met bovendien identieke scores op de beoordelingscriteria ‘vormgeving aanbod’ en ‘verbinding en doorstroom’. Daarmee bevinden deze vijf aanvragers zich gezamenlijk op de zaaglijn. Het resterende budget binnen het subsidieplafond is echter onvoldoende om ieder van hen het volledig geadviseerde subsidiebedrag toe te kennen. Daarom ziet de commissie zich genoodzaakt het resterende bedrag evenredig te verdelen over de vijf aanvragers, naar rato van de hoogte van het geadviseerde bedrag.

Gezien het beschikbare budget na beoordeling van alle aanvragen binnen de adviescommissie Cultuurcoach 2025 -2028 is voor Lijm-lab € 88.592 subsidie beschikbaar.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Meerjarige subsidies Cultuurcoach 2025-2028.