Stichting Amsterdams Kleinkunst Festival

Theater
Aangevraagd: € 150.000
Toegekend: € 110.000

Inleiding

Het Amsterdams Kleinkunst Festival (hierna: AKF) verwelkomt kleinkunstenaars in alle fasen van hun carrière. De organisatie signaleert ontwikkelingen in het genre, scout aanstormende talenten, biedt begeleiding op maat en maakt ruimte voor ontmoeting en experiment. Bovendien wil het AKF jonge makers bewust maken van de context waarbinnen zij werken. Daarbij streeft de organisatie naar hoge kwaliteit, een eigenzinnige artistieke identiteit en een verrijking van het genre kleinkunst. Dit alles om een zo breed mogelijk publiek te boeien en te binden aan de kleinkunst. AKF streeft een inhoudelijke en zakelijke ontwikkeling na van het genre kleinkunst als volwaardige kunstvorm, met een sterke landelijke marktpositie van de kleinkunstenaar en een betere zichtbaarheid van de kleinkunst in Amsterdam en de rest van het land. Om dit te bereiken wil het festival een toonaangevend platform zijn voor de kleinkunst.

AKF begeleidt jong talent op weg naar de beroepspraktijk. De AKF Sonneveldprijs is een programma voor talentontwikkeling waarbinnen jonge kleinkunsttalenten zich ontwikkelen tot makers. De komende periode gaat AKF met dit programma de Amsterdamse wijken in, op zoek naar nieuwe verhalen en een grotere diversiteit aan talent. In dit kader gaat de organisatie samen met gevestigde toptalenten nieuwe samenwerkingen aan met makers uit andere disciplines. In de eigen producties krijgen ook toptalenten aandacht: samen met makers met diverse (culturele) achtergronden maakt AKF muziektheaterproducties die het tijdens het festival in Amsterdam presenteert. Op deze manier brengt de organisatie de ervaring van gerenommeerde makers over op een nieuwe generatie en raken de talenten geïnspireerd door de meer ervaren kleinkunstenaars. De gerenommeerde makers maken bovendien deel uit van het masterclassprogramma zodat zij hun kennis over kunnen dragen.
In het programma voor gerenommeerde makers kijkt de organisatie buiten de landsgrenzen door internationale artiesten te programmeren die binnen het metier van de kleinkunst actief zijn. Het festival brengt jaarlijks een hommage aan een oudere generatie kleinkunstenaars, met een programma waarbinnen ook jonge talenten en toptalenten een podium krijgen. 

Amsterdams Kleinkunst Festival ontvangt een vierjarige subsidie 2017-2020 binnen het Kunstenplan van € 63.655 per jaar (incl. indexatie 2020).
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld €150.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.
Het Amsterdams Kleinkunst Festival heeft een specifieke en herkenbare artistieke signatuur. Het festival is artistiek onderscheidend in het feit dat het zowel een traject voor talentontwikkeling biedt - met een lage instap waarbij iedereen zonder voorselectie mag deelnemen aan de audities - tot en met programma’s voor gevestigde en zeer ervaren kleinkunstenaars. De commissie waardeert het dat het AKF aan grote en zichtbare activiteiten, zoals de uitreiking van de AKF Sonneveldprijs en de Annie M.G. Schmidtprijs, kleinere activiteiten koppelt zoals de presentatie van jonge talenten, een hommage en debatten. Het is daarnaast volgens de commissie het enige kleinkunstfestival in Nederland dat nieuw talent zo intensief en zorgvuldig begeleidt op artistiek en zakelijk gebied.
De commissie vindt dat de organisatie prikkelende en verrassende wegen bewandelt in het AKF Lab, waar zij nieuwe producties opzet vanuit de kruisbestuiving tussen kleinkunst en hiphop, wereldmuziek of spoken word. Ook met een project als AKF Roulette, waarbij in een route van drie onverwachte locaties een origineel programma van diverse stijlen wordt getoond, zoekt het festival naar artistieke verdieping, die past bij het uitgangspunt om kleinkunst in allerlei vormen te willen laten zien.

Het AKF heeft volgens de commissie goed voor ogen welk publiek het bereikt en wat de artistieke betekenis voor dit publiek is. Met het aanbod van verscheidende programma’s spreekt het zowel de traditionele kleinkunstliefhebber als de bezoeker die in meer experimentele vormen geïnteresseerd is aan. Door continu aan het festival te sleutelen en te zoeken naar nieuwe concepten en nieuwe vormen blijft het de veelal trouwe achterban aanspreken. Via samenwerking met nieuwe partners, zoals het Amsterdams Andalusisch Orkest, zoekt de organisatie bovendien naar manieren om ook voor nieuwe publieksgroepen van artistieke betekenis te zijn. Hoewel de commissie deze inzet waardeert, meent ze dat de organisatie met name om meer artistieke betekenis voor een jonger publiek te genereren, meer samenwerkingsverbanden aan zou kunnen gaan. De diversiteit van de theatrale vormen binnen de kleinkunst biedt daar volgens de commissie wel mogelijkheden toe. 
    
Het AKF reflecteert goed op de voorgaande periode en koppelt daaraan een plan voor de langere termijn. Het festival onderscheidt zich door de mogelijkheden voor nieuwe makers om zich op artistiek vlak professioneel te ontwikkelen. Sinds de komst van de huidige directeur in 2016 is er een toename in het aantal producties, waarbij de focus voor de organisatie meer ligt op de rol van talentontwikkelaar. Er zijn ten behoeve van de artistieke ontwikkeling van makers verschillende masterclasses, een AKF Lab voor toptalent en een AKF College voor kunststudenten ontwikkeld. 
De commissie juicht de verdieping in de activiteiten en de zoektocht naar het doorontwikkelen van het genre toe. Daarentegen is zij niet overtuigd van de inhoudelijke noodzaak van het verbreden van de activiteiten naar een programma gedurende het hele jaar. Deze schaalvergroting buiten de festivalperiode om vindt de commissie weinig passend bij de wens van de organisatie juist in te zetten op verdieping, verrijking, verbreding van het publiek en vernieuwing van het imago van het genre kleinkunst binnen het festival. Daarmee sluit het volgens de commissie minder goed aan op de artistieke ontwikkeling van de organisatie. In het plan wordt niet ingegaan op de ontwikkelmogelijkheden voor de artistieke leiding en uitvoerenden van de organisatie. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
Het Amsterdams Kleinkunst Festival legt verbinding met de stedelijke samenleving met het plan voor komende periode ook voorrondes in de cultuurhuizen te organiseren. Dit geeft er blijk van dat het festival contact wil leggen met talent en publiek uit de wijken. In samenwerking met partijen als Theater Bellevue en het Amsterdams Andalusisch Orkest zet het bovendien in op het verrijken van het genre kleinkunst. Hierdoor komt het festival in contact met nieuwe makers die verbonden zijn aan andere plekken en partijen in de stad. Daarmee is de verbinding die de organisatie legt vooral gericht op het leggen van relaties met publiek en makers voor het AKF en is er weinig sprake van inhoudelijke of praktische verbinding met de bewoners in de buurt of met maatschappelijke organisaties.

Het festival draagt in redelijke mate bij aan de spreiding van het cultuuraanbod en het publiek over de stad. De festivalactiviteiten vinden grotendeels in het centrum plaats, waar ook het meeste publiek wordt bereikt. In de komende periode vinden er echter ook voorrondes plaatst in de Tolhuistuin in Noord, Podium Mozaïek en Meervaart Theater in Nieuw-West en het Bijlmer Parktheater in Zuidoost. Met het project AKF Roulette, dat een route vormt langs verschillende stadsdelen, langs plekken die normaliter niet voor publiek toegankelijk zijn zoals een dierenverblijf of een bankgebouw, wil de organisatie de spreiding van activiteiten binnen het festivalprogramma vergroten. Alhoewel de plekken nog niet zijn vastgelegd is de organisatie voornemens de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost, Noord en Oost aandoen. De commissie constateert daarmee dat het festival zich inspant om de komende jaren zijn bereik in andere stadsdelen te vergroten. 

De aanvrager heeft voor wat betreft het eigen accent gekozen voor het thema Leefbare stad. Via het scouten en begeleiden van talent, het verbinden van het kunstvakonderwijs en de beroepspraktijk, het organiseren van voorrondes in de stadsdelen, het verdiepen van het genre kleinkunst en het brengen van een hommage aan de stad Amsterdam, draagt het festival naar eigen zeggen bij aan het thema. De commissie ziet hier echter weinig concreet terug hoe het AKF vanuit een culturele invalshoek bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de leefomgeving van bewoners. Daarmee is de aansluiting bij het thema volgens de commissie niet overtuigend.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als voldoende.
AKF presenteert een realistisch en uitvoerbaar plan voor wat betreft organisatie, werkwijze en vakmanschap. Omdat het met het goed ingewerkte, vaste team van medewerkers voortbouwt op ervaringen uit het verleden, heeft de commissie het vertrouwen dat het de organisatie ook in de toekomst zal lukken een interessant en goed georganiseerd festival neer te zetten. De festivalorganisatie werkt naast het vaste team samen met een grote groep freelancers die hun diverse expertise inbrengen. Dankzij de samenwerking met gerenommeerde coaches en haar grote netwerk weet de organisatie volgens de commissie talenten en publiek goed aan zich te binden, terwijl zij in artistiek opzicht haar kwaliteit in overleg met sparringpartners toetst en aanscherpt. De commissie ziet in het plan echter niet terug welke impact de ambitie om een jaarrond programma neer te zetten zal hebben voor de organisatie. De commissie is niet overtuigd van de uitvoerbaarheid van deze ambitie, vanwege de door AKF nu al gesignaleerde werkdruk in relatie tot de extra belasting van de organisatie door het jaar heen die dit zal vergen.

De organisatie heeft een redelijk gezonde bedrijfsvoering met in de afgelopen jaren een stijgende lijn in de exploitatieresultaten. Het AKF heeft laten zien dat het goed anticipeert en ingrijpt waar nodig. Grotere risico’s worden vermeden. Voor de komende periode voorziet de organisatie een stijging van de kosten door onder meer betaling volgens de principes van fair practise en mede daardoor geen mogelijkheden voor positieve exploitatieresultaten. Omdat de organisatie een goed eigen vermogen heeft opgebouwd, zijn er vooralsnog voldoende reserves om tegenvallende resultaten op te kunnen vangen. De commissie ziet door de stijgende lasten wel een toename van risico voor de bedrijfsvoering in komende periode.

De commissie is van mening dat de begroting weliswaar passend is bij de voornemens, maar is niet overtuigd van de noodzaak tot een toename van activiteiten met een dusdanige kostenstijging tot gevolg. De kosten voor de komende vier jaar verdubbelen bijna ten opzichte van de huidige begroting. Dit heeft onder meer te maken met een toename in de beheerslasten door een groei aan functies binnen de organisatie. De commissie is er niet van overtuigd dat uitbreiding naar een activiteitenaanbod gedurende het hele jaar op dit moment wenselijk is. Dit staat volgens de commissie op gespannen voet met het zoeken naar verdieping en het meer divers willen maken van het aanbod in het festival. Wanneer het festival zich concentreert op verdieping van het bestaande aanbod, is een exponentiële groei niet nodig en kan de kostenstijging beperkt blijven. De financieringsmix vindt de commissie divers. De organisatie behaalt goede eigen inkomsten, voornamelijk uit private fondsen en publieksinkomsten. 

Het marketingplan is in de ogen van de commissie voldoende realistisch en passend om het bestaande publiek te bereiken. Het festival heeft een grote naamsbekendheid, vooral vanwege de AKF Sonneveldprijs en de Annie M.G. Schmidtprijs. Het bereikt op dit moment met name kunstliefhebbers en liefhebbers van het genre kleinkunst. De komende periode wil AKF ook nieuwe publieksgroepen bereiken. De marketingstrategie richt zich daarbij vooral op jongeren, studenten en een cultureel hoofdstedelijk publiek. In het plan zijn daarvoor vrij gangbare acties en kanalen opgenomen, zoals verspreiding van filmmateriaal via YouTube en sociale media. De commissie verwacht dat die effectief zullen zijn, maar mist een concrete marketingstrategie voor de nieuwe voorrondes in de stadsdelen, terwijl juist daar kansen liggen voor de benadering van nieuwe publieksgroepen.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.
Het plan draagt in artistieke zin in bij aan de culturele diversiteit van het Amsterdamse aanbod. Kleinkunst heeft naar zeggen van de organisatie zijn basis in de westerse cultuur. De organisatie is zich hiervan bewust en heeft een aantal concrete plannen om het programma meer cultureel divers te maken. Zo wil het AKF cultureel divers talent in het festival presenteren, door nu ook voorrondes te houden in de cultuurhuizen in de stadsdelen, die ook de werving hiervoor zullen verrichten. Met het project AKF Shaker in samenwerking met het Amsterdams Andalusisch Orkest, worden kleinkunstenaars met niet-westerse muzikanten op het podium gebracht. Tevens wil het AKF meer cultureel diverse artiesten programmeren op de Avond van de Kleinkunst. Het plan zegt echter weinig over de al geruime tijd voortschrijdende verrijking en vernieuwing van het genre in Nederland door input vanuit kleinkunstenaars met een biculturele achtergrond, terwijl daar volgens de commissie voor het AFK mogelijkheden liggen om nieuw talent beter te begeleiden en versterken en het cultureel diverse aanbod te verdiepen.

Het Amsterdams Kleinkunst Festival bereikt tot op heden nauwelijks een cultureel divers samengesteld publiek, maar wil daar de komende periode verandering in brengen. Door te gaan werken met cultureel divers talent hoopt de organisatie in deze periode een ander publiek te bereiken. Tevens hoopt de organisatie de cultureel diverse achterban van samenwerkingspartners als het Amsterdams Andalusisch Orkest, DEGASTEN en Podium Mozaïek te bereiken. Een gedegen plan van aanpak om dit publiek naar het festival te trekken ontbreekt echter. Er is binnen de huidige organisatie bovendien onvoldoende expertise op dit terrein. Dit geldt overigens ook voor de kennis over de begeleiding dat cultureel diverse talent nodig heeft. De organisatie zou er goed aan doen deze kennis van buiten te halen.

De organisatie is nog niet cultureel divers samengesteld. Dit geldt zowel voor het vaste team en de coaches als voor het bestuur. Er zijn wel voornemens om hier verandering in te brengen, zoals de toevoeging van een bicultureel bestuurslid. De commissie leest in het plan echter niet in hoeverre de organisatie steun zoekt bij experts om dit voornemen meer kans van slagen te geven. De jury’s van het AKF hebben wel een cultureel diverse samenstelling. De programmeurs van de cultuurhuizen nemen bijvoorbeeld zitting in de jury van de AKF Sonneveldprijs. De commissie vindt dat het AKF nog stappen zou kunnen zetten om de samenstelling van de coaches en begeleiders van de activiteiten in stadsdelen meer cultureel  divers van samenstelling te laten zijn. 


Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van het Amsterdams Kleinkunst Festival gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 110.000 per jaar. Gelet op de beoordeling bij het criterium ‘Uitvoerbaarheid’ adviseert de commissie de organisatie te honoreren voor de activiteiten die gericht zijn op een verdiepingsslag van de organisatie en de bestaande activiteiten.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Theater.