Kunsthalle Amsterdam

BFNA
Aangevraagd: € 186.250
Toegekend: € 0

Inleiding 

Stichting Kunsthalle Amsterdam (hierna ook: Kunsthalle) is een presentatie-instelling voor hedendaagse beeldende kunst. Zij wil op eigenzinnige wijze een brug slaan tussen hedendaagse kunst en maatschappij. Kunsthalle Amsterdam richt zich op kunstenaars die nog relatief weinig of juist lang niet meer in Amsterdam te zien zijn geweest. Daarbij ziet de organisatie mogelijkheden voor nieuwe manieren van productie, educatie en presentatie door de grenzen tussen film/video (black box), tentoonstellingen (white cube) en de digitale wereld (touchscreen) te vervagen. Sinds 2017 profileert Kunsthalle zich met online programma’s en projecten op locatie in Amsterdam. Vanaf 2021 vestigt Kunsthalle Amsterdam zich in een fysieke expositieruimte aan het Buikslotermeerplein in Amsterdam Noord. 

In de periode 2021-2024 ligt de focus op productie en presentatie in de vorm van vijf tentoonstellingen per jaar, online presentaties en een publieks- en educatieprogramma. Mondiale thema’s worden naar Amsterdam gehaald om op die manier de stad in een groter maatschappelijk, economisch en ecologisch perspectief te plaatsen. Het zwaartepunt ligt daarbij op de directe omgeving in Amsterdam Noord. De rode draad in het programma noemt Kunsthalle ‘performativiteit in een post-digitale context’. Hiermee definieert ze het huidige tijdperk en de manier van presenteren: de website en sociale media vormen als digitale presentatieruimtes een intrinsiek onderdeel van het artistieke programma. Het programma is opgebouwd aan de hand van vier focuspunten. Het betreft ten eerste gender en seksualiteit: vrouwelijke makers en seksuele en genderminderheden krijgen ruimte in het programma. Het tweede focuspunt is leeftijd: een intergenerationele blik om mensen van verschillende generaties met elkaar te verbinden. Het derde gaat over culturele en sociale mobiliteit, waarbij Kunsthalle zich de vraag stelt welke rol sociale klasse speelt met betrekking tot inclusie. Ten slotte is ook religieuze en politieke oriëntatie een focuspunt:  Kunsthalle meent dat de beeldende kunst veelal links georiënteerd is en vraagt zich af welke stemmen niet worden gehoord.

Kunsthalle Amsterdam ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020.
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 186.250 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als voldoende.
Kunsthalle Amsterdam presenteert zich in de aanvraag als een bevlogen, jonge organisatie met grote ambities. Het programma voor de komende jaren is voor een groot deel al concreet ingevuld, waardoor de commissie een helder beeld krijgt van de artistieke voornemens. De plannen zijn gelaagd en krijgen een brede invulling, met exposities, onderzoek, performances, gastcuratoren en verschillende dwarsverbanden. Losse componenten ervan maken de commissie nieuwsgierig, zoals het Digitaal Fellowship in samenwerking met LIMA waarbij opdrachten verstrekt worden aan kunstenaars voor nieuw te maken online werken. Het overkoepelende idee van performativiteit in de post-digitale context heeft volgens de commissie de potentie om bij te dragen aan de artistieke eigenheid van de organisatie, maar zij vindt de uitwerking daarvan diffuus en weinig overtuigend. Kunsthalle schetst hoe zij die context voor zich ziet: een omgeving waarin online en reallife ontmoetingen hand in hand gaan en meerwaarde hebben doordat het beste van beide werelden wordt gecombineerd. De commissie ziet de mogelijkheden die dit biedt, maar stelt vast dat er sprake is van een discrepantie tussen het plan en het trackrecord van Kunsthalle tot nu toe. De grensvervaging tussen het on- en offline programma vult Kunsthalle tot nu toe volgens de commissie vanuit een vrij klassiek beeldend idioom in en de programma’s lijken vooral parallel aan elkaar te lopen in plaats van combinaties met meerwaarde te vormen. Met de nadrukkelijke wens om zich in een fysieke presentatieruimte te manifesteren wekt de organisatie de indruk dat de white cube toch de boventoon voert. Het plan maakt voor de commissie niet overtuigend helder hoe er werkelijk een hybride systeem ontstaat waarin offline en online zich met elkaar vermengen en elkaar versterken. De commissie concludeert daarmee dat de artistieke eigenheid van deze jonge organisatie nog niet helemaal is uitgekristalliseerd.

De organisatie wil van artistieke betekenis zijn voor zowel de bovenmatig kunstgeïnteresseerden en professionals als voor toekomstige buurtgenoten in Buikslotermeer. Enerzijds wil de organisatie daarom zo breed en laagdrempelig mogelijk zijn, anderzijds wordt een zeer inhoudelijk programma vertoond. Volgens de commissie vereist het programma veel voorkennis van het publiek. Daarom verwacht zij dat de activiteiten van Kunsthalle vooral inhoudelijke impact maakt op het professionele kunstpubliek. Het buurtpubliek vraagt echter om een andersoortige inspanning, die de organisatie in de ogen van de commissie nu nog te weinig aandacht geeft. 

Kunsthalle Amsterdam beoogt vele artistieke samenwerkingen aan te gaan, zowel in de hele stad als daarbuiten. Zij constateert gaten in de culturele infrastructuur in de stad en wil als middelgrote presentatie-instelling de leegte opvullen die is ontstaan door het verdwijnen van organisaties als het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam en het Nederlands Instituut voor Mediakunst. In de komende periode maakt Kunsthalle in dit kader een grote metamorfose door: het betrekken van een eigen presentatieruimte. Vandaar dat de aanvraag vooral ingaat op praktische ontwikkelingen rondom het betrekken van het gebouw, het ontwikkelen van een conceptueel raamwerk en het financieringsvraagstuk. De commissie leest in het plan vooral dat er sprake is van een bedrijfsvoering in transitie, maar niet zozeer wat het artistiek betekent om als voorheen nomadische organisatie een pand te betrekken. De commissie mist een reflectie van de organisatie op de voorgaande periode en op de beoogde artistieke ontwikkeling en ambities van de organisatie. Zij constateert dat het plan evenmin ingaat op de artistieke ontwikkelmogelijkheden die Kunsthalle te bieden heeft aan de artistieke leiding, uitvoerenden en betrokken makers. 


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.
Uit het plan komt volgens de commissie weinig overtuigend naar voren hoe Kunsthalle Amsterdam zich inhoudelijk of praktisch verbindt met bewoners of maatschappelijke organisaties in de stad, en in het bijzonder in Amsterdam Noord. In de aanvraag toont Kunsthalle een zekere maatschappelijke betrokkenheid naar de omgeving. Zo gaat de organisatie in samenwerking met het ROC Amsterdam Noord en Verpleeghuis De Die een educatieproject verzorgen rondom digitale geletterdheid. Hoewel de commissie dat prijzenswaardig vindt, mist zij urgentie bij de aanvrager om zich intensief met dit stadsdeel te verbinden. De beknopte uitwerking van het educatieproject maakt voor de commissie niet duidelijk waarom Kunsthalle vindt dat ze met deze partners en dit onderwerp in Noord aan de slag moet gaan. Omdat Kunsthalle zichzelf ten doel stelt om een brug te slaan tussen hedendaagse kunst en maatschappij, meent de commissie dat de organisatie met haar activiteiten een sterkere verbinding met de samenleving dient te maken.

Met de toekomstige presentatieruimte in Amsterdam Noord draagt Kunsthalle Amsterdam zichtbaar bij aan de verdere spreiding van het culturele aanbod in de stad. Dat stemt de commissie redelijk positief. Toch mist zij een meer inhoudelijke motivatie van de organisatie om zich in dit deel van Amsterdam te manifesteren. Noch uit eerdere activiteiten, noch uit toekomstige plannen blijkt dat Kunsthalle wezenlijk interactie aangaat met, dan wel ingebed is in de buurt. Daardoor, en omdat de programmering moeilijk is voor een minder ingevoerd publiek, is de commissie niet overtuigd dat de organisatie de komende jaren met de vestiging in Noord ook zal weten bij te dragen aan de stedelijke spreiding van het culturele publieksbereik. 

Kunsthalle Amsterdam kiest als eigen accent voor Hightech stad, maar de commissie leest niet hoe de organisatie met kunst bij denkt te dragen aan de ontwikkeling en/of toepassing van nieuwe, geavanceerde (informatie- en communicatie)technologie. De vervaging tussen black box, white cube en touchscreen kunnen hierin vernieuwend en onderscheidend zijn, maar Kunsthalle werkt dit niet uit in het kader van dit thema. De organisatie beschrijft niet hoe zij de post-digitale wereld voor zich ziet en welk standpunt zij inneemt over de ontwikkelingen in technologie en wetenschap. De commissie vindt de uitwerking van het plan op het gekozen thema dan ook niet bijzonder prikkelend of passend.


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als zwak.
Ondanks een beperkt trackrecord van de organisatie geven eerder gerealiseerde projecten van de artistiek betrokkenen de commissie vertrouwen in het artistiek vakmanschap dat Kunsthalle in huis heeft. Zij is van mening dat de organisatie in staat moet zijn om daarmee het indrukwekkende voorgenomen programma te realiseren. De organisatie is in de ogen van de commissie aan de zakelijke kant op enkele onderdelen te optimistisch over de beoogde snelle groei. De oplevering van het gebouw schat Kunsthalle op eind 2020 of begin 2021. Omdat het pand daarna nog ingericht moet worden, verwacht de commissie in 2021 geen volledig geprogrammeerd jaar, terwijl de organisatie in de aanvraag uitgaat van een min of meer stabiel aantal producties en presentaties per jaar. Ook de omvang van de organisatie verandert in de komende periode aanzienlijk. De kleine projectorganisatie transformeert naar een team dat jaarrond opereert. Kunsthalle stipt kort aan met welke functies zij de organisatie wil uitbreiden, maar het plan van aanpak daarvoor is niet uitgewerkt. De werving op sleutelposities in de organisatie - een curator, een marketingmedewerker, een educatiemedewerker en twee bestuursleden - moet nog beginnen. Dit maakt de organisatie kwetsbaar. De commissie is er daarom niet van overtuigd dat er zakelijk-productioneel voldoende deskundigheid en ervaring in huis is om de plannen te realiseren. Zij beoordeelt het plan daarom als niet realistisch en uitvoerbaar.

De commissie heeft bedenkingen en twijfels bij de bedrijfsvoering, die zij niet geheel gezond vindt. Voor de commissie is het lastig in te schatten hoe Kunsthalle zich de komende jaren bedrijfseconomisch zal ontwikkelen. De organisatie zoals het plan die schetst gaat feitelijk pas van start wanneer de fysieke presentatieruimte wordt opgeleverd. De commissie ziet daarbij risico’s ten aanzien van het onderhoud van het pand en de kosten van de mogelijk vereiste klimaatinstallaties. Ook wat betreft de huidige financiële situatie plaatst de commissie een kanttekening. Kunsthalle Amsterdam heeft in haar korte bestaan een klein weerstandsvermogen opgebouwd. Voor een projectorganisatie is dit vermogen wellicht toereikend, maar tegen de achtergrond van de groeiambities van de organisatie levert een te gering weerstandsvermogen aanzienlijke risico’s op. De commissie mist in de aanvraag reflectie op dit punt. Zij is er niet van overtuigd dat Kunsthalle Amsterdam genoeg inzicht heeft in de potentiële risico’s die de beoogde schaalvergroting met zich meebrengt en hoe deze te beheersen.

Ook over de begroting is de commissie kritisch. Aan de kostenkant lijken lasten te laag ingeschat, bijvoorbeeld bij de huisvesting. De honoraria van medewerkers zijn zeer bescheiden en niet conform de normen van Fair Practice. Anderzijds is het dekkingsplan ambitieus. Het merendeel van de dekking hangt af van structurele subsidie van het AFK, het Mondriaan Fonds en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Deze sterke afhankelijkheid van publieke gelden maakt de financieringsmix volgens de commissie onevenwichtig, hetgeen risico’s met zich meebrengt. Kunsthalle verwacht direct vanaf 2021 aanzienlijke inkomsten te halen uit kaartverkoop. De commissie vindt dat niet realistisch omdat zij het waarschijnlijk acht dat de organisatie in 2021 geen vol programma draait.

Voor de marketing en communicatie heeft Kunsthalle Amsterdam externe expertise aangetrokken. Het wekt vertrouwen dat het marketingplan met vakmanschap is opgesteld. Toch is de commissie ook hierover kritisch. Het plan is nog schematisch van opzet en de effectiviteit is niet getest in de praktijk. De persona’s waarmee de organisatie haar doelgroepen specificeert, ogen speels maar met name over het bereiken van Noorderlingen is de commissie sceptisch. Waar de communicatiemiddelen voor het bereiken van een professioneel kunstpubliek specifiek worden benoemd en de commissie passend en realistisch voorkomen, zijn de communicatiekanalen voor buurtgenoten slechts in algemene termen omschreven. De commissie is van mening dat voor het bereiken van deze doelgroep nog een op maat gemaakt plan vereist is en dat het huidige plan daarvoor niet volstaat.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als zwak.
Kunsthalle Amsterdam zegt grote waarde te hechten aan meerstemmigheid. Hoewel de organisatie zich met haar vier focuspunten in zeer brede zin richt op diversiteit, gaat de aanvraag niet expliciet in op hoe de organisatie bijdraagt aan culturele diversiteit. Kunsthalle geeft aan dat zij zich niet specifiek wil richten op etnisch-culturele diversiteit en dat zij het primaat legt bij de kwaliteit van het kunstaanbod. Toch ziet de commissie dat Kunsthalle met haar programma voor de komende jaren bijdraagt aan een cultureel divers cultuuraanbod, bijvoorbeeld door het betrekken van cultureel diverse makers. Dat Kunsthalle ernaar streeft om voorbij het expliciet benoemen van culturele diversiteit te gaan, acht de commissie in beginsel sympathiek. Maar omdat de aanvrager niet beschrijft hoe en waarom hij dat wil doen, wekt de organisatie vooral de indruk te vluchtig aan het diversiteitsvraagstuk voorbij te willen gaan. Juist gezien de ambities van Kunsthalle Amsterdam verwacht de commissie meer inhoudelijke reflectie om aan te tonen wat zij in deze discussie kan betekenen.

Met betrekking tot een cultureel divers en inclusief publieksbereik mist de commissie een overtuigende visie en aanpak. Kunsthalle Amsterdam wil hoofdzakelijk via gratis toegang voor buurtgenoten een gemêleerd publiek trekken. De commissie is echter kritisch op zowel het frame dat de buurtgenoten cultureel divers zijn, alsook op de aanpak dat gratis toegang per definitie tot (structurele) bezoekers leidt. Daaruit concludeert de commissie dat Kunsthalle nog aan het begin staat van het nadenken over een cultureel divers publiek en hoe hen te bereiken. 

De huidige samenstelling van personeel en bestuur is klein en weinig divers. Met de beoogde uitbreiding in zowel de uitvoering als in het bestuur ziet de commissie kansen voor de organisatie om vacatures cultureel divers en inclusief in te vullen. Ook op dit punt laat Kunsthalle echter geen visie en concrete aanpak zien. Dat de organisatie haar intenties nauwelijks concreet heeft uitgewerkt, wekt bij de commissie weinig vertrouwen dat ze in de komende periode grote stappen zal maken om te komen tot een cultureel meer diverse samenstelling van personeel en bestuur.


Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van Stichting Kunsthalle Amsterdam niet te honoreren.

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie BFNA.