Museum Het Schip

Erfgoed
Aangevraagd: € 380.000
Toegekend: € 380.000

Inleiding

Museum Het Schip is genoemd naar één van de drie monumentale volkswoningbouwcomplexen van architect Michel de Klerk. Dit gebouw is een topstuk van de Amsterdamse School; een toonaangevende architectuurstroming uit het begin van de 20e eeuw. Het museum beschikt over verschillende museale ruimtes in en rond Het Schip, waaronder een ingerichte museumwoning. Een krotwoning laat zien op welke misstanden de volkshuisvestingbeweging reageerde. Het voormalige postkantoor biedt beperkt ruimte aan wisselende exposities. De collectie omvat meubels en gebruiksvoorwerpen in de stijl van de Amsterdamse School. Het Schip is ten dele een buitenmuseum: het erfgoed van de Amsterdamse School bevindt zich verspreid in de stad. Het museum besteedt zowel aandacht aan de sociale geschiedenis als aan de vormtaal van de architectuur en gebruiksvoorwerpen van de Amsterdamse School. Het is de missie van Museum Het Schip om de Amsterdamse School in de volle sociale en artistieke breedte te tonen en daarmee huidige en toekomstige generaties inspiratie te bieden op het gebied van architectuur, volkshuisvesting en toegepaste kunst. De kernactiviteiten van het museum zijn toegankelijkheid, behoud en beheer van de collectie, presentatie en educatie. Het museum werkt met een kleine betaalde staf en een groot aantal vrijwilligers.

De periode 2017-2020 staat in het teken van de uitbreiding van het museum. Nog in 2016 krijgt het museum de beschikking over een nieuw gebouw met veel expositieruimte. Het museum ziet deze schaalsprong als een kans om de Amsterdamse School in de volle breedte te tonen. Daarmee denkt het museum een nieuwe cultuurhistorische schatkamer en toeristische trekpleister aan de stad te kunnen toevoegen. De uitbreiding was ten tijde van de beoordeling van de aanvraag nog niet geopend, zodat het oordeel van de commissie vooral gebaseerd is op het ondernemingsplan voor de komende jaren en de opstelling en museale presentatie in de oude situatie.

Het museum ontwikkelt een thematische vaste opstelling waarin alle verschillende aspecten van de Amsterdamse School in samenhang aan bod komen en ook de bredere context van volkshuisvesting en woningcorporaties een plek krijgt. Het ondernemingsplan voorziet daarnaast in vier jaarlijkse exposities die de thematiek van het museum vanuit verschillende perspectieven belichten. Ieder kwartaal toont het museum bovendien exposities van het werk van jonge kunstenaars en architecten die zich laten inspireren door de Amsterdamse School. Het bezoekerscentrum De Dageraad, gevestigd in een complex van De Klerk in de Burgemeester Tellegenstraat, wil men gebruiken als broedplaats en laboratorium voor de ontwikkeling van eventuele toekomstige tijdelijke exposities. Het museum heeft een educatieprogramma voor ogen voor zowel het primair als het voortgezet en beroepsonderwijs en wil ruimte bieden aan talentontwikkeling van studenten aan architectuur-, erfgoed- en kunstopleidingen. Het activiteitenprogramma bevat rondleidingen, wandelingen, fiets-, boot- en bustochten en lezingen. Ten behoeve van de ontsluiting heeft het museum een digitaal platform ontwikkeld waarin ook het publiek kan participeren. Daaraan wordt in de komende periode meer content toegevoegd.

Het Schip ontvang in het kader van het Kunstenplan 2013-2016 een meerjarige subsidie van € 123.260 per jaar. Voor de periode 2017-2020 vraagt het museum met het oog op de grote uitbreiding € 380.000 per jaar aan bij het AFK.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van Het Schip als goed. De commissie vindt dat Het Schip zich gedegen heeft voorbereid op de grote stap die het museum de komende jaren gaat zetten. Het museum heeft in dat kader onder andere gesprekken gevoerd en afspraken gemaakt met andere musea die de Amsterdamse School in hun collectie hebben. Dit zorgvuldige voorbereidingsproces heeft geresulteerd in een stevige en overtuigende visie en een daaruit logisch voortvloeiende en goed opgebouwde programmering. De commissie vindt dat Het Schip de Amsterdamse School hiermee op een goede manier in de context zet van (het denken over) architectuur, volkshuisvesting, stadssociologie en toegepaste kunst. Het weet deze lijn in alle producties en activiteiten goed door te trekken. De commissie is enthousiast over de mooie en veelzijdige tentoonstellingsprogrammering voor de komende jaren. Daarin wordt de Amsterdamse School ook in een interessant internationaal perspectief belicht door bijvoorbeeld de relatie met Gaudí te leggen. Daarbij werkt het museum samen met de Fundacion Gaudí. Het museum heeft zich verzekerd van de steun van de prestigieuze Getty Foundation voor de ontsluiting van het gebouw en de betekenis van de Amsterdamse School als architectuurstroming. Het Schip is bovendien één van de samenwerkingspartners waarmee Getty de tentoonstelling Keeping it modern organiseert, over het werk van de Foundation om gebouwen uit de twintigste eeuw een nieuwe actuele uitstraling te geven.

De onderscheidende waarde van de thematiek van het museum staat buiten kijf. De Amsterdamse School is uniek Amsterdams erfgoed van wereldformaat en met veel en veelsoortige internationale verbindingen. Het vertelt bovendien een belangrijk en nog altijd actueel stuk sociaaleconomische geschiedenis. De commissie vindt dat het bewonersperspectief en de relatie met hedendaagse volkshuisvesting sterker aangezet zou kunnen worden.

Het ondernemingsplan en de programmering getuigen van vakmanschap. Op het gebied van de museale presentatie en organisatie vindt de commissie dat het vakmanschap echter nog aandacht behoeft, zeker met het oog op de uitbreiding van het museum. De huidige vaste presentatie oogt gedateerd en de organisatie van horeca en winkel doet wat amateuristisch aan. Het Schip vertelt een gelaagd verhaal dat alle aspecten van De Amsterdamse School in hun context belicht; dat voegt veel toe aan de zeggingskracht van het museum voor een divers publiek.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit van Het Schip als ruim voldoende. Het museum kent tot dusver een gezonde bedrijfsvoering. De commissie is van mening dat Het Schip zeer effectief heeft weten te opereren met een bescheiden budget. De organisatie is flexibel en heeft zich de afgelopen jaren capabel betoond om problemen en risico’s tijdig te signaleren en daarop adequaat bij te sturen. Dat zijn vaardigheden die in de komende spannende jaren van groot belang zijn. De personeelsformatie is krap. Bovendien ligt de bezoldiging van de medewerkers onder het in de museumsector gebruikelijke niveau. Dat zijn risico’s voor de continuïteit. Vergroting van de personele capaciteit zal de komende jaren noodzakelijk zijn en wordt ook voorzien. Toch is voorzichtigheid hier geboden: flexibiliteit blijft een groot goed. Daarom vindt de commissie het een goede zaak dat Het Schip met het Amsterdam Museum de mogelijkheden verkent om gebruik te maken van shared services op organisatorisch gebied.

De meerjarenbegroting weerspiegelt de grote schaalsprong die het museum nu wil gaan maken en oogt dan ook realistisch. Kanttekeningen plaatst de commissie bij de sterke stijging van de publieksinkomsten. De geraamde verdubbeling van het bezoekersaantal moet in de nieuwe situatie mogelijk zijn, maar men moet rekening houden met het risico dat dit niet meteen lukt. Ook andere risico’s blijven onbenoemd. De commissie ziet er nog een aantal, zoals het ontbreken van een prognose op de te verwachten stijging van de exploitatiekosten als gevolg van de uitbreiding, en de ontoereikendheid van het eigen vermogen om tegenvallers in de exploitatie op te vangen. Het museum heeft een goede mix van inkomsten uit publiek, fondsen, verhuur, sponsoring en crowdfunding en vrienden. De commissie vindt Het Schip een sterke en eigentijdse cultureel ondernemer. Het museum vraagt weliswaar fors meer gemeentelijke subsidie aan dan voorheen, maar blijft ook dan ruimschoots boven de eigen inkomstennorm. Bovendien haalt Het Schip ruim een derde van zijn subsidie-inkomsten uit de private sector.

Bestuur en toezicht zijn in orde. In het ondernemingsplan wordt aangegeven dat de gebondenheid aan de codes is vastgelegd in het bestuursreglement en is uitgewerkt in diverse protocollen. Het Schip gaat niet in op de culturele diversiteit in personeel en organisatie en hoe deze te bevorderen en te borgen.

Publiek

De commissie beoordeelt Het Schip als goed ten aanzien van het criterium publiek. Het museum heeft de afgelopen tijd met het oog op de uitbreiding veel geïnvesteerd in publieksonderzoek en –analyse en heeft een externe partij een positioneringsadvies laten opstellen. Het Schip stelt zich zelfbewust ten doel om het Nationaal Museum van de Amsterdamse School te worden. De commissie vindt dat het museum een duidelijke visie heeft op de duurzame opbouw van zijn publiek. Die visie hangt nauw samen met de inhoudelijke visie van het museum: dankzij de veelzijdigheid van de Amsterdamse School en de brede benadering van het onderwerp heeft het museum de potentie om veel verschillende publieksgroepen aan te spreken, ieder op zijn eigen manier en ieder met een ander inhoudelijk accent.

Het museum richt zich de komende periode expliciet op dagbezoekers uit Nederland, Amsterdammers, verblijfsbezoekers uit het buitenland en op scholieren en studenten. Gastvrijheid en een hoge kwaliteit van presentatie en uitingen worden – volgens de commissie terecht – aangemerkt als belangrijke aandachtspunten met het oog op klanttevredenheid. De commissie constateert dat de nadere uitwerking van de doelgroepen in het ondernemingsplan ontbreekt. Het museum geeft echter wel aan samen met Amsterdam Marketing een marketingstrategie uitgewerkt te hebben. Het zet een brede mix aan marketingmiddelen in en tracht het publiek te engageren en aan zich te binden via het digitale platform Wendingen.

De commissie waardeert de inspanningen die het museum zich getroost om dit bijzondere Amsterdamse erfgoed onder de aandacht van scholieren te brengen via een breed pakket van educatieproducten. Zij vindt de aanpak van de educatie echter te aanbodgericht. Het museum past met zijn aanbod niet gemakkelijk in het curriculum van het primair en voorgezet onderwijs, al liggen er zeker aanknopingspunten. Voor het beroepsonderwijs liggen er meer mogelijkheden vanwege het accent op ambachtelijkheid. Het Schip besteedt in het ondernemingsplan slechts zijdelings aandacht aan de culturele diversiteit van zijn publiek en geeft niet aan hoe men deze wil bevorderen.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt Het Schip als goed ten aanzien van het criterium verbinding. Het Schip werkt nauw samen met onder andere het Arcam, het Van Eesteren Museum en het Stedelijk Museum. Het Schip participeert actief in de herdenking van 100 jaar Amsterdamse School in 2016. Door de sociaalhistorische betekenis van de Amsterdamse School in relatie tot volkshuisvesting, heeft de museale functie van Het Schip ook een maatschappelijke meerwaarde. De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties is nauw betrokken bij de ontwikkeling van museum Het Schip.

De commissie beoordeelt Het Schip als goed ten aanzien van het criterium spreiding. Het Schip is gevestigd in Amsterdam-West. Objecten van de Amsterdamse School bevinden zich in de hele stad. De fiets-, boot- en wandeltochten van Het Schip brengen de bezoekers ook daarnaartoe.

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Het Schip te honoreren en het gevraagde bedrag van
€ 380.000 toe te kennen. Met het oog op de uitzonderlijke verhoging in combinatie met de cruciale fase die het museum ingaat, vindt de commissie een tussentijdse evaluatie opportuun.