Asko|Schönberg

Muziek / muziektheater
Aangevraagd: € 345.184
Toegekend: € 176.190

Inleiding

Asko|Schönberg is een ensemble voor nieuwe muziek en voert in verschillende bezettingen muziek van de 20e en de 21e eeuw uit. Hierbij wordt gefocust op zowel de grote, gevestigde componisten als werk van de huidige generatie. Het ensemble biedt graag kansen aan talent door jaarlijks compositieopdrachten te verlenen aan nieuwe makers, het K[h]AOS-project en deelname aan de nieuw op te richten Ensemble Academie. Asko|Schönberg vindt het belangrijk dat mensen in aanraking (blijven) komen met nieuwe muziek. Om die reden wordt, naast de concertzaal, ook meer gefocust op bijzondere locaties en onlineactiviteiten. Daarbij richt het zich op samenwerking met verschillende kunstdisciplines en ondernemerschap, waarbij talentontwikkeling een prominente plek inneemt. De multidisciplinaire voorstellingen die hieruit voortkomen, ziet het ensemble als geschikt om op locatie te delen met een breed publiek. Asko|Schönberg wil het publiek bij de hand nemen en uitdagen, en zo het culturele erfgoed bewaken.

In de periode 2017-2020 wil de organisatie investeren in de continuïteit van haar culturele erfenis. De doelstelling is om jaarlijks honderd uitvoeringen te verzorgen en (internationale) publieksinkomsten te laten stijgen. Hiervoor wordt geïnvesteerd in personeel, onder andere een fondsenwerver. Asko|Schönberg ziet de jaarlijkse groei in het aantal uitvoeringen als een logische uiting van het potentieel aan artistieke mogelijkheden, slimme zakelijke samenwerking en de afzetmarkt die de netwerkpartners hen bieden. De organisatie wil de komende jaren haar relaties met Muziekgebouw aan ’t IJ verstevigen als ensemble in residence. Op het gebied van programmering zal het ensemble deel blijven uitmaken van de Donderdagavondserie, zal er een programma zijn rondom Reinbert de Leeuw, wordt er samengewerkt met onder andere: het Nieuw Nederlands Operafront (Lotte de Beer), Opera Trionfo (Floris Visser) LeineRoebana, MaxTak, het Noord Nederlands Toneel, Over het IJ Festival en andere festivals. Met een hernieuwde identiteit, een vaste plek voor jong talent, nieuwe strategische/structurele (internationale) samenwerkingsverbanden, een verbetering in (online) zichtbaarheid in combinatie met een scherpere financieringsmix, wil Asko|Schönberg er zorg voor dragen dat haar speelmarkt wordt verbreed en het ensemble beter kan aansluiten bij de actualiteit teneinde een breed en meer divers (internationaal) publiek aan zich te binden.

In het kader van het Kunstenplan 2017-2020 vraagt Asko|Schönberg een subsidiebedrag van gemiddeld € 345.184 per jaar. In de periode 2013-2016 werd Asko|Schönberg structureel ondersteund door de Gemeente Amsterdam voor € 176.190 per jaar.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als goed. Asko|Schönberg is een uitstekend ensemble met een grote reputatie. Het is niet weg te denken uit het (Nederlandse en Amsterdamse) muziekleven, met uitvoeringen die getuigen van grote eigenheid en oorspronkelijkheid. Daarin is het inhoudelijk ondernemend, sterk en weet het zich te onderscheiden. Ondanks de bezuinigingen waren de resultaten van de afgelopen jaren goed. De organisatie wist meer dan de voorgenomen activiteiten en gestelde doelen te realiseren.

Voor de komende jaren presenteert de organisatie een veelheid aan projecten en zet het, naast het realiseren van puur muzikale producties, sterk in op multidisciplinaire coproducties. De reden daarvoor is dat het orkest een breder publieksbereik wil genereren en zo de nieuwe muziek nog meer wil kunnen uitdragen. Daarnaast gaat de organisatie zich intensiever richten op talentontwikkeling met het project K[h]aos en de Ensemble Academie.

De projecten van het ensemble zijn in de ogen van de commissie interessant: het ensemble heeft goede ideeën over de wijze waarop ze inhoudelijk een nieuw publiek wil aanspreken. De commissie had graag meer gelezen over de wijze waarop de projecten onderling zijn verbonden en over de zoektocht naar de hernieuwde identiteit van het ensemble. De onderbouwing voor de gekozen partners en een uitleg over de rol van Asko|Schönberg binnen de coproducties, bijvoorbeeld bij de kinderproductie in samenwerking met MaxTak, had wat de commissie betreft ook scherper gekund. Het is ook niet altijd duidelijk of Asko|Schönberg alleen als uitvoerder betrokken is of ook een artistieke inbreng heeft.

De commissie twijfelt niet aan het vakmanschap van Asko|Schönberg. Het ensemble opereert op topniveau. De programmering voor het komende seizoen is bijzonder, inventief en tekenend voor de koers die de organisatie beoogt. Daaruit spreekt ook zeggingskracht, vooral in de projecten met de verschillende partners: deze zijn gestoeld op aansprekende thema’s, multidisciplinair van opzet en meer gericht op beleving dan voorheen. Daar is de commissie enthousiast over. De commissie heeft ook vertrouwen in het vakmanschap van de huidige artistiek leider (sinds kort in dienst) en meent dat hij de tijd nodig heeft om heldere keuzes te maken en de ingezette koers verder uit te zetten en te realiseren.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als zwak. Op basis van het verleden en de gepresenteerde begroting is er sprake van een gezonde bedrijfsvoering. De commissie heeft waardering voor het feit dat Asko|Schönberg er na de bezuinigingen in geslaagd is de organisatie zo om te vormen dat deze weer toekomstbestendig is. De voorgenomen prestaties op zakelijk en artistiek vlak werden ruimschoots gehaald. Niettemin resulteerde in 2015 een tekort dat ten laste van de reserve kwam en wordt in het jaarverslag 2015 zorg geuit over de continuïteit van de organisatie.

In de komende periode wil de organisatie dan ook het personeelsbestand uitbreiden met een fondsenwerver, om het aandeel eigen inkomsten te vergroten. Ook wordt een aanzienlijk hoger subsidiebedrag van het AFK gevraagd.

De meerjarenbegroting 2017-2020 toont ten opzichte van 2015 een substantiële kostenstijging. Deze kostenstijging wordt onvoldoende onderbouwd, afgezien van de stijging van personeelslasten door het aanstellen van een fondsenwerver en een officemanager. De activiteitenlasten nemen bovendien af, terwijl de organisatie voornemens is het aantal concerten naar 100 per jaar te laten stijgen. Een onderbouwing daarvoor ontbreekt.

In het plan wordt aangegeven dat de meerjarige subsidie van belang is voor de continuïteit en de waarborging van de culturele erfenis van het ensemble. Gezien de stijging van de personeelslasten en daling van de activiteitenlasten, kan de commissie niet anders concluderen dan dat de subsidie in feite een investering is in de hogere personeelslasten.

In het ondernemingsplan formuleert de organisatie stevige ambities op het gebied van ondernemerschap. Die ambities ziet de commissie echter niet helder vertaald in de meerjarenbegroting. Het bij het AFK gevraagde subsidiebedrag wordt niet onderbouwd. Bovendien wordt geen visie op en aanpak voor het opvangen van risico’s geformuleerd in het ondernemingsplan. Om die reden is de commissie niet overtuigd van de haalbaarheid van de ambities en acht de commissie het verstandig wanneer de organisatie zich in eerste instantie gaat richten op een helder beleid, waarin scherpe keuzes gemaakt worden, en op stabilisatie van de huidige situatie, waarna een eventuele groei geleidelijk kan plaatsvinden.

De organisatie kiest voor een bestuur en werkt conform de Governance Code Cultuur. In de aanvraag wordt niet ingegaan op de verdeling van taken en bevoegdheden tussen het bestuur, de directie en de rest van de organisatie. Uit de jaarverslagen wordt niet duidelijk of het bestuur zijn eigen functioneren jaarlijks evalueert. De organisatie heeft geen concrete visie en aanpak op de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het toezicht.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als voldoende. In het ondernemingsplan is geen visie op en investering in duurzame opbouw van publiek geformuleerd. De organisatie heeft volgens de commissie wel goede ideeën, maar de uitwerking ontbreekt. Er wordt niet gereflecteerd op de markt, op de kansen die er liggen en de behoeften van het potentiële publiek. Bovendien valt op dat het budget voor marketing beperkt is. Dit maakt het ensemble afhankelijk van de inzet van betrokken partners en/of het aantal speelplekken. Ondanks die afhankelijkheid en de beperkte marketing is dat wat het ensemble brengt van wereldklasse en weet het zowel in Amsterdam, nationaal en internationaal een publiek te bereiken. Met het oog op de toekomst wijst de commissie Asko|Schönberg op het belang van een breed draagvlak en meent dat daar echt op ingezet moet worden om de zichtbaarheid te vergroten.

Er is de afgelopen jaren publieksonderzoek gedaan, maar of dat ook in de toekomst zal plaatsvinden wordt niet vermeld. Ook wordt er niet gereflecteerd op het bereiken van een cultureel divers publiek.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding met de stad als voldoende. Het Asko|Schönberg is een vlaggenschip voor de stad. Het verbindt zich met verschillende partners en versterkt daarmee een samenhangende Amsterdamse cultuursector (zoals bijvoorbeeld met de talentontwikkelingsprojecten en de Ensemble Academie). De organisatie verbindt zich sporadisch met stedelijke vraagstukken en bewoners in specifieke projecten.

De commissie beoordeelt de spreiding in de stad als voldoende. De activiteiten en het publieksbereik zijn verspreid over verschillende stadsdelen en beperken zich niet enkel tot stadsdeel Centrum en stadsdeel Zuid. De commissie merkt daarbij op dat het Muziekgebouw aan ’t IJ gesitueerd is in stadsdeel Oost.

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Stichting Asko|Schönberg te honoreren voor een bedrag van € 176.190 per jaar. De reden daarvoor is dat, op basis van de weinig onderbouwde begroting, de commissie niet overtuigd is van de noodzaak van de substantiële subsidieverhoging (95%). Bovendien is de commissie van mening dat de organisatie voorlopig meer gebaat is bij stabilisatie en verdere professionalisering van de huidige situatie dan bij een stevige en daardoor risicovolle toename van activiteiten en kosten.