Taartrovers Film Festival

Visuele kunsten
Aangevraagd: € 100.000
Toegekend: € 75.000

Inleiding

Stichting Taartrovers Film Festival ontwikkelt en organiseert interactieve programma’s met artistieke films voor kinderen van 2 tot 9 jaar. Het filmprogramma wordt aangevuld met een ‘Speeltuin van de verbeelding’, waar kinderen uitgedaagd en geprikkeld worden door een decor met installaties. Taartrovers stelt de verbeelding van het kind centraal en laat kinderen spelenderwijs kennismaken met het creëren van beeldtaal en de mogelijkheden en toepassing van audiovisuele middelen. Met een scholenprogramma en een doorlopend proeflab zet de organisatie zich in om ook Amsterdamse kinderen te bereiken die over het algemeen niet of weinig deelnemen aan culturele activiteiten. In 2001 begon het festival als kort kinderprogramma binnen het Imagine Film Festival. De jaren erna groeide het sterk, om in 2014 verder te gaan als zelfstandige stichting. Het oorspronkelijk Amsterdams festival heeft inmiddels een landelijk en internationaal bereik.

De organisatie formuleert ontwikkeldoelen op artistiek en zakelijk gebied. Een van de artistieke ontwikkeldoelen is om Taartrovers (inter)nationaal nog nadrukkelijker te profileren als deskundige op het gebied van filmgeletterdheid, (beeld)cultuur en het jonge kind. Deze expertise wil zij in 2019-2020 minimaal acht keer exporteren. Ook wil Taartrovers het filmprogramma aanvullen met (kleine) producties en zich met een aantal expertorganisaties educatief en didactisch verder ontwikkelen. Ook de jaarlijkse interdisciplinaire voorstelling wordt als ontwikkeldoel opgevoerd; daarmee wil Taartrovers de verbeelding van kinderen optimaal stimuleren. Zakelijk stelt Taartrovers als ontwikkeldoel om in de periode 2019-2020 voorbereidingen te treffen om voor de periode 2021-2024 landelijke structurele subsidie te realiseren. Tot dan zoekt de organisatie tijdelijke financiële oplossingen voor de uitvoering van de landelijke festivaltour. Daarnaast wordt de structuur van de organisatie (verder) geprofessionaliseerd. Taartrovers wil in 2019 een nieuwe parttime administratieve medewerker aannemen en werkervaringsplekken creëren voor vluchtelingen en statushouders. Er wordt gestreefd naar een reële vergoeding voor de medewerkers.

In 2019 is het thema van het festival ‘Taartrovers In de Wolken’ en in 2020 wordt muziek centraal gesteld. Naast de kern- en ontwikkelactiviteiten streeft de organisatie naar een toename van de algemene (naams)bekendheid van het festival en naar meer inhoudelijke aandacht van de pers.

Stichting Taartrovers Film Festival ontvangt in de periode 2017-2018 tweejarige subsidie van het AFK voor een bedrag van gemiddeld € 100.000 per jaar. De stichting vraagt aan het AFK voor de periode 2019-2020 een bijdrage van gemiddeld € 100.000 per jaar, waarvan € 18.750 voor ontwikkeling en

€ 81.250 voor de reguliere activiteiten.

Artistieke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als zwak.
Taartrovers is een bevlogen en productioneel vakkundig georganiseerd festival. De organisatie bouwt voort op jarenlange ervaring met wat werkt bij de doelgroep. De organisatie is lid van diverse nationale en internationale netwerken ten behoeve van (film)educatie en uit het plan spreekt toewijding, integriteit en zorgvuldigheid als het gaat om het bedienen van het jeugdige publiek.
Dit praktische, uitvoerende vakmanschap vindt de commissie duidelijker uit de aanvraag spreken dan het artistieke vakmanschap. De commissie vindt in de aanvraag met name de artistieke onderbouwing van het programma zwak. Zo zijn de gekozen films weliswaar passend bij de interesse en ontwikkeling van de kinderen, maar wordt slechts summier beschreven op basis van welke artistieke criteria en vanuit welke motivatie specifieke films geprogrammeerd worden. In het plan wordt niet duidelijk onderbouwd waarin de films of het filmprogramma zich onderscheiden van het reguliere aanbod en hoe dit ruimte biedt voor eigen invulling door het jonge publiek. Ook biedt het weinig informatie over het aan het festival verbonden scholenprogramma. Er wordt beknopt omschreven dat dit een bezoek van de educatief medewerker van Taartrovers omvat, waarin de school een lespakket met een facultatieve lesbrief en een uitleg van de workshops krijgt. De inhoud daarvan wordt nauwelijks toegelicht. De commissie kan de artistieke kwaliteit daarvan op basis van het plan moeilijk beoordelen.

De commissie waardeert het dat Taartrovers de jonge doelgroep niet alleen laat kennismaken met film maar ook een actieve manier van kijken stimuleert via diverse activiteiten. Er ligt toegevoegde waarde in het stimuleren van de verbeelding, waar dit festival zich nadrukkelijk op richt. Kinderen die leren om zelf "mee te doen" en "mee te denken" met films en bewegend beeld zullen ook op latere leeftijd vragen blijven stellen en nieuwsgierig en kritisch zijn. Dat Taartrovers zich expliciet richt op zintuiglijkheid sluit aan op de jonge doelgroep en draagt daarmee bij aan de algemene zeggingskracht. Opmerkelijk vindt de commissie dat er niet wordt toegelicht hoe Taartrovers differentieert naar de verschillende leeftijdsgroepen. De leefwereld en vaardigheden van een tweejarige verschillen fundamenteel van die van een achtjarige. Hier wordt in de aanvraag niet op gereflecteerd. Door dit beter te specificeren had naar mening van de commissie de zeggingskracht voor deze verschillende leeftijdsgroepen nog versterkt kunnen worden.

Taartrovers merkt in de aanvraag artistieke kwaliteit als ontwikkeldoel aan. Daarom wordt binnen dit criterium tevens de kwaliteit van de ontwikkeling beoordeeld.
De aanvraag noemt vier einddoelen van de beoogde ontwikkeling op artistiek vlak: de profilering van Taartrovers als (inter)nationale kennispartner, het aanvullen van het filmprogramma met kleinere producties, het verder ontwikkelen van de organisatie op didactisch en educatief gebied en ten slotte het continueren van de jaarlijkse interdisciplinaire voorstelling.

Voor de ontwikkeling op het gebied van (inter)nationale kennisdeling vindt de commissie de beginsituatie duidelijk omschreven. Zij stelt vast dat de ontwikkeldoelen op dit punt helder, maar vrij algemeen en open geformuleerd zijn. Zo had naar mening van de commissie de doelstelling om de kennis van educatie en didactiek verder te ontwikkelen concreter en artistiek specifieker geformuleerd kunnen worden. Meer toespitsing en onderbouwing had de noodzaak van het ontwikkeldoel overtuigender gemaakt, zeker gezien de nadruk die de organisatie legt op de internationale profilering van Taartrovers zelf als deskundige op het gebied van filmgeletterdheid. De link tussen deze export van eigen expertise en verbetering van de artistieke kwaliteit van de eigen programmering wordt in de aanvraag nauwelijks toegelicht. Deze link lijkt het sterkst terug te komen in een andere doelstelling, namelijk het toevoegen van bijzondere, kleine producties aan het festival in Cinemini Europe, waaruit meer tweerichtingsverkeer blijkt.

Ten aanzien van het interdisciplinaire festival benoemt Taartrovers in de beschrijving van de beginsituatie dat er verder geëxperimenteerd wordt met disciplines en voorstellingsvormen, wat ook als doelstelling wordt omschreven. De commissie vindt echter dat de aanvraag niet overtuigend verklaart wat deze voorstelling toevoegt aan het profiel van het festival. Zij merkt op dat het aanvraagformulier stelt dat er in 2019 net als elk jaar voor de opening een interactieve voorstelling gemaakt wordt. Het lijkt dus om een reguliere activiteit te gaan die onderdeel uitmaakt van het festival. Hiermee vindt de commissie de noodzaak van dit ontwikkeldoel niet overtuigend.

De aanvraag omschrijft welke instrumenten ingezet worden om de beoogde doelen te bereiken. Zo is voor de verdere ontwikkeling van kennis van didactiek en educatie contact gelegd met het ABC Huis, Toeval Gezocht en Perron 07. Met deze partners wil Taartrovers onderzoeken naar hoe de organisaties van elkaar kunnen leren. Dat vindt de commissie een nog weinig concrete werkwijze; een specifieker instrument, met meer duiding van het gebied waarop Taartrovers zich wil versterken, of meer toespitsing op dat wat uitgewisseld kan worden, zou volgens haar passender zijn voor het doel. Voor de interdisciplinaire voorstelling wil Taartrovers een onderzoeksmatige ontwikkeling richting meer interdisciplinariteit als instrument inzetten. Het plan stelt dat dit zorgt voor extra verbeelding, en daarmee voor verschillende manieren voor kinderen om de thematiek van het festival te ervaren. Er zouden naar mening van de commissie scherpere keuzes gemaakt moeten worden om de artistieke of inhoudelijke betekenis voor het publiek te verduidelijken en versterken. Zo wordt op basis van de omschrijving van de beoogde interdisciplinaire voorstelling de relatie met filmcultuur niet duidelijk.

De commissie constateert dat binnen de ontwikkelaanpak en de daarvoor gekozen instrumenten veel nadruk ligt op uitbreiding, onderzoek en experiment. Dit vergt veel tijd en aandacht. De commissie is van oordeel dat de combinatie van einddoelen erg ambitieus is en de dat de instrumenten slechts ten dele passend zijn om al die doelen in twee jaar te realiseren.

Zakelijke Kwaliteit           

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende.
Taartrovers heeft de afgelopen twee jaar stappen gezet in de professionalisering van de organisatie. Zo werd het kernteam versterkt en de bedrijfsvoering verbeterd. Taartrovers geeft naar het oordeel van de commissie blijk van voldoende organisatievermogen om de voornemens te kunnen realiseren.

De organisatie past de Governance Code Cultuur toe en werkt met een Raad van Toezicht. Voor de werving van nieuwe leden wordt een functieprofiel gebruikt. Daarin is de financiële/juridische expertise enigszins onderbelicht. Gezien de beoogde groei en uitbreiding van Taartrovers vindt de commissie het van belang dat die expertise in de Raad van Toezicht wel goed vertegenwoordigd is. De commissie constateert dat er aandacht is voor verbetering van de diversiteit van de raad.

Ten opzichte van 2017 begroot Taartrovers een zeer forse stijging van baten en lasten voor de uitvoering van haar reguliere activiteiten en ontwikkelactiviteiten. De commissie vindt dat deze stijging beter beargumenteerd had kunnen worden om de realiteitswaarde te versterken en om te kunnen beoordelen of deze in verhouding is met de voornemens van de organisatie. Het bij het AFK aangevraagde bedrag ten behoeve van de reguliere activiteiten stijgt fors ten opzichte van de periode 2017-2018. Dat maakt Taartrovers in sterke mate afhankelijk van fondsbijdragen. De commissie vindt het opmerkelijk dat er geen alternatieve scenario’s worden geschetst voor het geval deze bijdragen tegen blijken te vallen. De begrotingen 2019 en 2020 zijn per onderdeel weliswaar toegelicht, maar omdat soms kosten voor deelprogramma’s zijn opgenomen onder de algemene activiteitenlasten, is het voor de commissie moeilijk om de kosten per project te beoordelen. Zo wordt niet duidelijk wat bijvoorbeeld het scholenfestival precies kost. Op basis van de beoordeling van de begroting acht de commissie de kosten van de administratief medewerker niet geheel in lijn met het salarisniveau en de hieraan gekoppelde ureninzet.

De verdere landelijke spreiding van activiteiten wordt niet gespecificeerd naar stijgende inkomsten. Er zijn geen inkomsten vanuit distributie naar filmhuizen en inkomsten uit het Cinemini traject opgenomen in de begroting. In de begroting voor de jaren 2019 en 2020 zijn evenmin bijdragen opgenomen van lokale overheden, wat gegeven de geschetste ontwikkelingen in de terugblik over de financiële positie weinig ambitieus lijkt. De commissie merkt op dat de scholenbijdrage en de recetteafdracht die zijn opgenomen in de cijfermatige begroting niet overeenstemmen met de toelichting.
Aan de inkomstenkant constateert de commissie zoals gezegd een grote afhankelijkheid van subsidies. Gezien de beperkte stedelijke en landelijke subsidiebudgetten en de overvraag hierbinnen is dit risicovol. Zo is de realisatie van een groot deel van de beoogde activiteiten sterk afhankelijk van de toekenning van het aangevraagde bedrag bij het ministerie van OC&W. Een analyse van de kans om financieel stabieler te worden zonder deze afhankelijkheid, ontbreekt. De mix van inkomstenbronnen vindt de commissie qua verscheidenheid goed, maar qua haalbaarheid niet. Binnen de inzet van zakelijke instrumenten had naar mening van de commissie meer aandacht besteed moeten worden aan versterking op ondernemerschap en duurzamere inkomstenbronnen, die de geschetste afhankelijkheid minder risicovol zou kunnen maken.

Taartrovers merkte in de aanvraag zakelijke kwaliteit als ontwikkeldoel aan. Daarom wordt binnen dit criterium tevens de kwaliteit van de ontwikkeling beoordeeld.
De beginsituatie wordt in de aanvraag helder omschreven. Taartrovers schrijft overtuigend over de noodzaak van zakelijke een organisatorische groei om de activiteiten te kunnen uitbreiden. De noodzaak ligt enerzijds in de grote vraag naar de activiteiten en anderzijds in de ambitie en het idealisme van Taartrovers zelf. De organisatie wil verder vooruit kunnen kijken, personeel aannemen en de bedrijfsstructuur verstevigen. De commissie onderschrijft deze noodzaak ten dele. De personele versteviging vindt de commissie een realistisch einddoel. Er wordt aannemelijk gemaakt dat hier structurelere geldstromen voor nodig zijn en er tijdelijke subsidie ingezet wordt om deze te verwerven. De Stichting wil als ontwikkelactiviteit toewerken naar een redelijke vergoeding voor alle medewerkers in 2021. Om deze ontwikkeldoelstelling goed te kunnen beoordelen had de commissie graag een specifiekere omschrijving van de knelpunten op dit vlak gezien. Dit had de noodzaak voor deze ontwikkeling kunnen versterken.

De beoogde uitbouw van een organisatiestructuur die past bij de toekomstige omvang van de activiteiten, vindt de commissie nog weinig concreet uitgewerkt. Onduidelijk blijft wat er precies structureel binnen de organisatie moet worden veranderd en wat er tijdelijk kan worden gedaan met de ontwikkelsubsidie. Zo is er veel focus op het realiseren van structurele middelen voor de toekomst, maar hoe Taartrovers haar eigen expertise op dit vlak wil uitbouwen, blijft onduidelijk. Er wordt een externe, professionele schrijver van subsidieaanvragen aangetrokken, maar ook hoe de organisatie hier duurzaam van denkt te leren en deze kennis in de organisatie gaat borgen wordt in de aanvraag niet uitgelegd. Taartrovers zet ruim in op cursussen voor haar medewerkers. Het AFK acht deze inzet gegeven de grootte van de organisatie enigszins buitenproportioneel, en zou een eigen bijdrage in de vorm van ureninzet door de medewerkers passend vinden.

Publieksbereik      

De commissie beoordeelt het publieksbereik als goed.
Taartrovers richt zich met haar activiteiten expliciet op kinderen, waaronder heel jonge kinderen, kinderen die niet vaak in aanraking komen met cultuur en kinderen met een beperking. De activiteiten zijn toegespitst op deze doelgroepen. Er is daarbij sprake van goede publieksaantallen. Taartrovers maakt duidelijk dat zij erin slaagt dit publiek te bereiken en te raken. Doordat de organisatie haar programmering ontwikkelt in samenspraak met de doelgroep, sluiten de activiteiten goed aan op het publiek. Wel vindt de commissie, zoals eerder gezegd, dat meer reflectie wenselijk is op specifieke programmering, leeftijdsdifferentiatie en profilering voor de diverse doelgroepen die Taartrovers wil bereiken. Dit zou naar mening van de commissie nog actiever kunnen bijdragen aan een groter publieksbereik.

De organisatie werkt aan een zeer divers bereik, voor zowel wat betreft de kinderen als de te werven medewerkers. De commissie vindt het positief dat hier een aanpak voor geformuleerd wordt. De organisatie streeft ook naar groei van het publieksbereik. Dat lijkt de commissie realistisch, gezien de grote vraag van bijvoorbeeld vanuit filmtheaters buiten Amsterdam en scholen binnen Amsterdam. Om een groter, met name landelijk en internationaal bereik te creëren, wordt ook de opzet van een structuur voor distributie van films en activiteiten op grotere schaal en op reguliere basis genoemd als doelstelling. De commissie ziet dit op grond van het plan meer als een intentie dan een realistische marketingaanpak. De motivatie hiervoor vindt de commissie nog summier, en deze lijkt enigszins los staan van wat de organisatie normaliter met de programmering beoogt.

Taartrovers stelt dat het de afgelopen jaren nieuw publiek heeft weten te bereiken door de lancering van een nieuwe website en een investering in sociale media. De komende periode wil Taartrovers de samenwerking met scholen uitbreiden en verbreden met bijvoorbeeld het speciaal onderwijs. Deze verbreding vindt de commissie zeer positief. Ook wordt er ingezet op meer aandacht van lokale en landelijke pers -wat op zich een vrij traditionele marketingtool is- maar dan vanuit een inhoudelijk perspectief: hiermee kan Taartrovers vanuit haar expertise haar verhaal en over haar educatieve en zintuiglijke aanpak vertellen. De commissie vindt dit een overtuigende aanpak die een deel van de ouders goed zal bereiken. Daarnaast worden meer traditionele marketingtools gebruikt, zoals drukwerk en nieuwsbrieven De commissie mist in deze meer traditionele middelen scherpere doelstellingen op het gebied van profiel, bezoek en beleving in de aanpak van Taartrovers om de beoogde doelgroepen nog meer te bereiken. 

Bijdrage aan de veelzijdigheid van het cultuuraanbod in de stad

De commissie beoordeelt het criterium bijdrage aan de veelzijdigheid van het Amsterdamse cultuuraanbod als voldoende.
De commissie constateert dat er in het Kunstenplan veel organisaties opgenomen zijn die zich bezighouden met cultuureducatie. Als filmfestival voor de jonge doelgroep is Taartrovers ten opzichte van die aanbieders een toevoeging, zeker met het oog op de internationale samenwerking. Eveneens van toegevoegde waarde is de zintuigelijke benadering en de focus op de totaalervaring die een actieve manier van kijken stimuleert. Als festival met beeldcultuuraanbod, is de toegevoegde waarde minder evident. Het plan gaat in op de positionering van Taartrovers ten opzichte van Cinekid. Er worden inhoudelijke verschillen geschetst, maar er blijft naar mening van de commissie, bijvoorbeeld qua doelgroepen, ook gedeeltelijke inhoudelijke overlap tussen het aanbod van beide festivals. De beoogde samenwerking met Cinekid vindt de commissie dan ook interessant.

Conclusie

De commissie is positief over de aanvraag van Taartrovers. De ontwikkeling en uitvoering van de interdisciplinaire voorstellingen ziet zij echter als onderdeel van de reguliere activiteiten en acht zij daarom niet subsidiabel als ontwikkelactiviteit. Ook bij de voorgenomen ontwikkeling op zakelijk gebied, plaatst de commissie de nodige kanttekeningen.

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van stichting Taartrovers Film Festival gedeeltelijk te honoreren voor een bedrag van gemiddeld € 75.000 per jaar, waarvan € 13.750 per jaar voor de uitvoering van de ontwikkelactiviteiten en € 61.250 per jaar voor de reguliere activiteiten.

De aanvraag van Taartrovers is beoordeeld binnen de adviescommissie Visuele kunsten.