Stichting Nieuw Amsterdams Kinderkoor

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 61.286
Toegekend: € 0

Inleiding

Het Nieuw Amsterdams Kinderkoor (NAK) is een klassieke zangopleiding in koorvorm, voor kinderen en jongeren. Na vier jaar een Amsterdamse dependance van de Kinderkoor Academie Nederland geweest te zijn, werd de organisatie in 2009 zelfstandig. Het NAK beoogt een zo breed mogelijke groep kinderen en jongeren uit Amsterdam en omstreken toegang te bieden tot kwalitatief hoogstaand onderwijs in gehoortraining, klassieke zangtechniek, repertoirekennis en podiumpresentatie. Er wordt voor de leerlingen een zo professioneel mogelijke omgeving nagestreefd in de keuze van het podium, het orkest, de solisten, de regisseurs, de dirigenten en de acteurs. Daarnaast wil het NAK een katalysator zijn in de ontwikkeling en profilering van de (inter-)nationale kinder- en jeugdkoorwereld.

In de periode 2017-2020 wil het NAK, door professionalisering van de organisatie, het leerlingenaantal laten groeien tot 370 leerlingen in 2020, en daarnaast inzetten op intensievere samenwerking met andere producerende, educatieve en presenterende instellingen. De podiumprogrammering richt zich op educatie, publieksbereik en leerlingenwerving. Voorts wil de organisatie meer oudere kinderen en jongens aan zich binden, en in 2019 haar eerste SATB (sopraan-alt-tenor-bas)-concerten verzorgen.

Het NAK positioneert zich in Amsterdam en omstreken als enige klassieke kooropleiding, met als specialisatie opera voor kinderen vanaf 4 jaar. Omdat een auditie voor het kinderkoor niet nodig is, is het voor iedereen bereikbaar; middels het Jongerencultuurfonds ook voor minderdraagkrachtigen. De opleidingen van het NAK sluiten dankzij onderlinge samenwerking goed aan bij de vakopleidingen van het Conservatorium van Amsterdam (CvA). Daarnaast wordt er met andere Amsterdamse (top-)instellingen op het vlak van educatie, productie en presentatie samengewerkt aan kwalitatief hoogwaardige muziekeducatie en talentontwikkeling.

Voor 2017-2020 bestaan de activiteiten uit aanbod voor jonge starters (190 leerlingen vanaf vier jaar in kleuterklassen, het piccolikoor, het preludekoor en jongenskoor 1), opleiding (104 leerlingen vanaf zes jaar in concertkoor en jongenskoor 3, intermezzokoor en jongenskoor 2 en ouverture jeugdkoor 1 en 2) en talentontwikkeling (40 leerlingen vanaf 8 jaar in talentenkoor 1 en 2, Nieuw Amsterdams jongenskoor en Nieuw Amsterdams Jeugdkoor). Tevens zijn er extra activiteiten in het curriculum, zoals studieweekenden en koorreizen. In 2017, 2019 en 2020 worden de eigen producties Hänsel und Gretel of Capella Juvenalis pro Musica Antiqua en een Kerstspel gespeeld, en in 2018 een Kerstspel. In 2019 komt hier het tienjarig jubileumweekend bij.

Voor de Kunstenplanperiode 2017-2020 vraagt het NAK een jaarlijkse gemiddelde bijdrage aan het AFK van € 61.286.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als ruim voldoende. Het Nieuw Amsterdams Kinderkoor formuleert een duidelijke missie en doelstelling. Deze is gericht op het toegang geven tot en overdragen van klassieke zang, met als specialisatie opera, aan kinderen en jongeren. De activiteiten van de organisatie vloeien hier logisch uit voort. Er is sprake van een onderscheidende programmering, met een herkenbaar artistiek-inhoudelijk profiel, waarmee het koor zich duidelijk in de culturele keten van deze kunstvorm positioneert als educator en talentontwikkelaar. In het plan ontbreekt, naar mening van de commissie, echter een meer verdiepende artistieke visie op bijvoorbeeld de plaats van klassieke (koor)zang in de veranderende samenleving, crossovers met andere disciplines of experiment in het zoeken naar nieuwe manieren om dit genre vorm te geven. Ook vindt de commissie in het plan geen overstijgende visie terug op het belang van zang voor de ontwikkeling van kinderen en op de meerwaarde van kennismaking met de specifieke kunstvorm. De commissie respecteert de keuze voor een meer klassieke, traditionele visie op koorzang en de overdracht daarvan. Ze heeft echter wel de indruk dat deze benadering binnen de huidige eigen achterban meer zeggingskracht heeft dan voor eventuele andere, nieuwe deelnemersgroepen. Deze artistieke keuze kan een spanningsveld met de beoogde toegankelijkheid op leveren.

Het vakmanschap waarmee de activiteiten tot stand komen en worden uitgevoerd overtuigt de commissie. De internationale prijzen, zeer vaardige en professionele docenten en musici getuigen hiervan. De uitvoeringen tijdens belangrijke kunstevenementen zijn van hoge technische kwaliteit. Het NAK biedt een klassieke zangopleiding van eveneens hoge kwaliteit, vanuit een eigen didactiek. De combinatie van wekelijkse lessen met het opdoen van podiumervaring in een professionele omgeving, is effectief. De mogelijkheden voor doorstroming naar het kunstvakonderwijs zijn goed en de inspanningen van het NAK voor het behoud en de overdracht van de klassieke koortraditie vindt de commissie waardevol. Wel had zij graag gezien welke mogelijkheden het NAK onderzoekt om de brug te slaan naar een doelgroep die minder vanzelfsprekend aansluiting heeft bij het genre van de klassieke (koor)muziek.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende. Het valt te prijzen dat het NAK zeven jaar lang geen beroep heeft gedaan op publieke middelen, dankzij goede inkomsten uit onder andere private middelen en sponsoring. De begroting voor 2017-2020 geeft voldoende basis om de voorgenomen ambities te realiseren, maar naar mening van de commissie is er sprake van een hoge kostenstructuur. De directiekosten vormen de grootste post op de begroting. In het plan wordt niet onderbouwd waarom er 2,5 fte directie gewenst is op een organisatie van in totaal 6 fte die maximaal 370 leerlingen bedient. Zonder overtuigende taakomschrijving lijkt dit weinig efficiënt en niet in verhouding. Ook de (stijging van de) directiekosten in verhouding tot de totale personele beheerslasten acht de commissie hoog, mede in relatie tot het bereik.

Het NAK heeft een goede mix van inkomstenbronnen en een haalbaar doelpercentage eigen inkomsten. Lesgelden, private fondsen, sponsoring en het Jongerencultuurfonds weten het grootste deel van de kosten te dekken. Er wordt aangevraagd om de groei- en professionaliseringsambities waar te kunnen maken. De commissie mist in dezen de ambitie om met een helder stappenplan het bereik van het koor over de stad en van een (cultureel) meer diverse doelgroep te vergroten. En om zo de realisatie van de geformuleerde missie, om er voor alle kinderen van Amsterdam te zijn, aannemelijker te maken. Dit zou de commissie meer overtuigen van het belang van de inzet van publieke middelen. Hoewel het gevraagde percentage gelden uit het Amsterdamse Kunstenplan ten opzichte van de totale baten in verhouding is, bestaat er een disbalans tussen het feit dat deze kunstenplangelden de enige publieke baten zijn en een deel van de activiteiten en bezoeken van het NAK buiten Amsterdam plaatsvindt. In het plan wordt geen visie op en aanpak geformuleerd voor het opvangen van risico’s die financiële consequenties hebben.

De organisatie volgt de Governance Code Cultuur. Ze heeft geen concrete visie en aanpak op de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het toezicht.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als voldoende. Het NAK bedient naar vermogen en capaciteit (er zijn wachtlijsten) een groeiend deelnemersaantal en is een kwalitatieve publiekstrekker op het gebied van kinderkoorzang. De marketingstrategie om de voor het koor reguliere doelgroep te bereiken, is helder. Het NAK heeft een visie op de beoogde groei van het bereik. Op het gebied van deelnemers betreft dit met name de doelgroepen jongens, oudere kinderen en kinderen met een cultureel diverse achtergrond. Een duidelijke, per groep gespecificeerde strategie die de beoogde doelstellingen op dit vlak bewerkstelligt ontbreekt echter. Uit de aanvraag spreekt weinig kennis van de verschillende doelgroepen of samenwerking met partijen die deze wel bereiken. Het aangeboden product lijkt uitgangspunt te zijn in de gekozen werkwijze; uit de aanvraag blijkt geen afstemming van het aanbod op de verschillende doelgroepen. De commissie constateert een opvallende discrepantie tussen de doelstelling om een breed en cultureel divers (deelnemers)publiek te bereiken en de daadwerkelijke praktijk. Het koor bereikt verhoudingsgewijs een selecte groep Amsterdamse kinderen. De tot op heden gevolgde aanpak om dit te veranderen - teasercursussen in kansarme wijken, prijsbeleid en het Jongerencultuurfonds - lijkt tot op heden nog weinig overtuigende resultaten op te leveren. Er wordt geen publieksonderzoek gedaan.

De commissie is positief over het feit dat Het NAK voor een bredere dan de huidige doelgroep toegankelijk wil zijn. Zij leest echter in het plan geen inhoudelijke en marketingtechnische aanpak voor het bereiken van kinderen voor wie klassiek gezongen repertoire niet vanzelfsprekend is. Door de nadruk die in de binnenschoolse cultuureducatie momenteel op muziekonderwijs ligt, ligt meer contact met scholen of cultuureducatie-aanbieders die deze doelgroep wel bereiken in dezen voor de hand.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding als voldoende. Binnen de eigen discipline wordt goed samengewerkt met professionele partners als de Nationale Opera en Ballet, Muziekgebouw aan ’t IJ, Stichting Amsterdam Baroque Orchestra & Choir en Muziekschool Amsterdam. Het NAK heeft een belangrijke rol in de toeleiding van leerlingen naar een kunstvakopleiding en werkt hierin goed samen met het Conservatorium van Amsterdam. Met de stedelijke samenleving worden op zich verbindingen aangegaan in de vorm van coalities met maatschappelijke partners als het Jongerencultuurfonds, enkele scholen en Stadspas. De commissie mist echter een structurele, breder maatschappelijke verbinding met de stad middels partners - en actuele, grootstedelijke thematieken - die het bereik en de impact van het koor kunnen vergroten bij publiek dat de aansluiting minder snel uit zichzelf vindt.

De spreiding beoordeelt de commissie als zwak. Alle activiteiten en bezoeken vinden plaats in het centrum en stadsdeel Zuid. Het NAK stelt in de aanvraag de activiteiten uit te willen breiden naar de stadsdelen rondom de ring A10, waar veel kansarme kinderen en jongeren wonen. Deze intenties worden in het plan echter onvoldoende concreet gemaakt om de commissie ervan te kunnen overtuigen dat dit op korte termijn gerealiseerd zal worden.

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Stichting Nieuw Amsterdams Kinderkoor op grond van bovenstaande overwegingen niet te honoreren.