NEMO Science Museum

Erfgoed
Aangevraagd: € 225.000
Toegekend: € 0

Inleiding

NEMO heeft een bijna honderdjarige voorgeschiedenis. Sinds 2000 werkt deze organisatie met het huidige concept en onder de huidige naam aan het enthousiasmeren van een groot publiek voor (de geschiedenis van) wetenschap en technologie. De collectie van NEMO bestaat uit veelal werkende objecten over de geschiedenis van de relatie tussen mens en energie. NEMO noemt zichzelf een pionier op het gebied van laagdrempelige manieren van tentoonstellen en het activeren van bezoekers. NEMO wil dat bezoekers iets leren door te doen en nodigt het publiek uit om zichzelf en de wereld om zich heen te ontdekken en te onderzoeken. NEMO is naar eigen zeggen één van de vijf best bezochte Amsterdamse musea en kwalificeert zichzelf als een ‘sterk cultuurmerk’. NEMO is in Amsterdam het enige museum dat zich richt op wetenschap en technologie en zegt landelijk te fungeren als aanjager van vernieuwing van het onderwijs over wetenschap en technologie.

In de komende jaren wil NEMO zichzelf vernieuwen om meer samenhang, kwaliteit en impact te bewerkstelligen en aansprekender te worden voor volwassenen en gezinnen. Versterking van de museale identiteit is daarbij één van de drijfveren. Vanaf 2016 opereert NEMO dan ook onder de naam NEMO Science Museum. De kernactiviteiten zijn de museale functie, educatie en wetenschapscommunicatie.

NEMO wil de volle breedte van het verhaal van wetenschap en technologie laten zien en het publiek de relevantie daarvan laten ervaren. Dat impliceert het verbouwen en herinrichten van het museum en het vernieuwen van het tentoonstellings- en educatieprogramma. Dit vernieuwingsproces is al in 2015 ingezet. Elke verdieping krijgt een eigen thema: de basisprincipes van de wetenschap (Fenomena), de gemaakte wereld (Technium), waar we van gemaakt zijn (Elementa), de mens (Humania) en energie (Energetica). NEMO geeft aan dat de tentoonstellingen kostbaar zijn en bedoeld om lange tijd mee te gaan. Per verdieping zijn ‘ontdekruimtes’ voorzien waarin workshops kunnen plaatsvinden. Het nieuwe concept sluit aan bij actuele thema’s zoals klimaatverandering en langer leven.

Het dak van het museum wordt een vrij toegankelijk stadsplein en is te midden van weer en wind de tentoonstellingsruimte voor het thema Energetica. De museumwinkel en het restaurant worden vergroot. Onder de noemer talentontwikkeling richt NEMO zich op informeel leren en family learning. Op dit gebied paart NEMO onderzoek aan de praktische vertaling daarvan in de tentoonstellingen en in een groot aantal activiteiten voor scholen, groepen en gezinnen. Het museum wil zijn kennis over techniekonderwijs delen met docenten, andere partijen op het gebied van wetenschap en technologie en andere musea. Als podium voor de wetenschap organiseert het museum binnens- en buitenshuis live onderzoek, lezingen en evenementen voor uiteenlopende leeftijdsgroepen. NEMO is de organisator en deelnemer van het landelijke Weekend van de Wetenschap. Ten slotte is de ontsluiting en contextualisering van de collectie een speerpunt.

Voor de periode 2017-2020 vraagt NEMO een jaarlijkse subsidie van € 225.000 aan bij het AFK.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van NEMO als goed. NEMO heeft een gelaagd en overtuigend plan ingediend dat gebaseerd is op degelijk onderzoek. Het museum vindt dat een betere kwaliteit en belevingswaarde de komende jaren voorrang moeten krijgen boven vergroting van het bereik. De commissie onderschrijft die keuze. Zij constateert dat de tentoonstellingen de afgelopen jaren wat versnipperd waren en dat het museum door een gebrek aan diepgang de aansluiting miste met een ouder publiek. De grote drukte was bovendien nadelig voor de belevingswaarde. NEMO ziet al deze verbeterpunten onder ogen en beschrijft in het ondernemingsplan hoe deze worden aangepakt. De commissie vindt het goed en belangrijk dat NEMO daarbij de brug slaat naar actuele thema’s. De visie op de collectie heeft de commissie het minst overtuigd. Gerichte plannen voor de integratie van de collectie in de nieuwe tentoonstellingen ontbreken.

NEMO heeft zowel in Amsterdam als in Nederland een unieke positie. Te midden van de andere musea die zich bewegen op het terrein van wetenschap en techniek onderscheidt NEMO zich door de grote nadruk op interactiviteit, zijn geschiktheid voor kinderen en zijn ontwikkelende rol in het techniekonderwijs.

NEMO is op alle fronten een professionele instelling. Vooral op het gebied van interactiviteit, educatie en ondernemerschap is het vakmanschap uitstekend ontwikkeld. Het enorme succes in de laatste tien jaar laat zien dat de activiteiten van NEMO een grote zeggingskracht hebben voor een jong publiek. Dat het museum voor volwassenen minder te bieden heeft, wordt in het ondernemingsplan erkend en op een goede manier geadresseerd.

Zakelijke kwaliteit

De commissie Erfgoed beoordeelt de zakelijke kwaliteit van NEMO als zeer goed. NEMO is een goed lopend museum. Het museum heeft een duidelijke en goed onderbouwde zakelijke strategie geformuleerd, die gericht is op kwalitatieve vernieuwing en duurzame groei. NEMO opereert planmatig en prudent. Het is een sterke culturele ondernemer met hoge eigen inkomsten en een stevige basissubsidie vanuit het wetenschapsbudget van het ministerie van OCW. Voor de komende jaren voorziet men een verdere stijging van de inkomsten uit publiek, sponsoring en fondsen. Het museum is sinds 2010 gratis toegankelijk met een Museumjaarkaart. Dat heeft een stijging van de bezoekersaantallen veroorzaakt, maar drukte ook de inkomsten per bezoeker. In de komende jaren denkt het museum die ontwikkeling te kunnen ombuigen in een stijging dankzij de verzesvoudiging van de capaciteit van het restaurant, de invoering van een nieuw winkelconcept en een verhoging van de entreeprijs. De commissie vindt de beoogde stijging overtuigend onderbouwd. NEMO heeft de afgelopen periode geïnvesteerd in de capaciteit van de afdeling Development & Partnerships. Dat geeft de commissie vertrouwen dat ook de verhoging van de sponsorinkomsten haalbaar zal zijn.

De bedrijfsvoering oogt uitermate gezond. De begroting is realistisch en geeft voldoende basis om de vernieuwingsambities te kunnen realiseren. De commissie constateert dat de begroting over 2017-2020 structureel een positief exploitatieresultaat laat zien. Het voorziene exploitatiesaldo overstijgt het subsidiebedrag dat bij de gemeente Amsterdam is aangevraagd ruimschoots. Wat precies het doel is van de gevraagde gemeentelijke subsidie, maakt het ondernemingsplan niet duidelijk. Het museum beschikt over financiële buffers die ruim genoeg zijn om tegenvallers op te vangen. Op grond van deze constateringen is de commissie van mening dat NEMO de gevraagde subsidie niet nodig heeft om zijn plannen voor de komende jaren te kunnen verwezenlijken.

Bestuur en toezicht zijn adequaat ingericht. Het ondernemingsplan besteedt aandacht aan de culturele diversiteit in personeel en organisatie.

Publiek

De commissie beoordeelt NEMO als zeer goed ten aanzien van het criterium publiek. NEMO bereikt een groot publiek, zowel binnen- en buitenlandse toeristen als inwoners van stad en regio Amsterdam. De grenzen van de groei komen in zicht. De commissie onderschrijft deze constatering, die bepalend is voor de visie van NEMO op de duurzame opbouw van het publieksbereik. Hoewel men tot 2020 nog steeds rekent op en werkt aan groei, ligt het accent op de verbetering van kwaliteit en beleving, vooral voor de volwassen doelgroep. Daarbij baseert men zich op de resultaten van continu publieksonderzoek. Daaruit blijkt dat de vele volwassenen die het museum bezoeken NEMO toch vooral zien als dagje uit voor de kinderen. NEMO wil ervoor zorgen dat deze doelgroep zelf ook ervaart hoe fascinerend, leuk en nuttig wetenschap kan zijn en wil kinderen en ouders samen op ontdekking laten gaan. De commissie vindt deze visie overtuigend verwoord en goed uitgewerkt in het ondernemingsplan.

NEMO investeert veel in educatie, niet alleen in het bereik van scholen en groepen, maar ook in de ontwikkeling van methoden en technieken voor family learning en informeel leren. Daarin werkt men samen met wetenschappers en andere instellingen. De commissie vindt dat NEMO daarbij het maatschappelijk perspectief goed in het oog houdt. NEMO wil zijn bezoekers de basiskennis aanreiken om de belangrijkste ontwikkelingen en uitdagingen van deze tijd te begrijpen en in het eigen leven toe te passen.

Hoewel NEMO in het ondernemingsplan stil staat bij diversiteit, mist de commissie op dit punt een duidelijke visie. Dat wetenschap en technologie voor iedere Nederlander ongeacht afkomst relevant is, betekent nog niet dat het museum als vanzelf een cultureel divers publiek bereikt.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt NEMO als voldoende ten aanzien van het criterium verbinding. NEMO heeft vooral veel en stevige banden binnen het veld van wetenschap en technologie en het onderwijsveld. NEMO is een partner voor veel scholen in Groot Amsterdam. Met het Amsterdamse museale veld zijn er minder allianties. Door de openstelling van het dak en de ontwikkelingen op het Marineterrein in de onmiddellijke nabijheid van het museum, liggen er volgens de commissie voor de komende jaren kansen om de verbindingen in de stad te versterken.

De commissie beoordeelt NEMO als zwak ten aanzien van het criterium spreiding. NEMO werkt voornamelijk vanuit de eigen locatie in het centrum, maar bereikt ook daarbuiten publiek door de expositieruimte op Schiphol, het programma Codestarter en met activiteiten in samenwerking met De Balie en Paradiso. Op het totaal van het grote bezoekersaantal op de eigen locatie is dit bereik echter zeer bescheiden.

Conclusie

Ondanks de goede aanvraag en de overtuigingskracht van het ondernemingsplan adviseert de commissie de aanvraag van NEMO niet te honoreren.

De commissie heeft grote waardering voor NEMO en voor de hoge kwaliteit van het ingediende plan. NEMO heeft bij haar aanvraag een meerjarenbegroting ingediend die laat zien dat het museum elk jaar een positief resultaat verwacht dat groter is dan het subsidiebedrag dat het museum aanvraagt bij het AFK. Het museum beschikt over toereikende financiële reserves. In het ondernemingsplan wordt niet aangegeven waar men de aangevraagde subsidie voor wil aanwenden. Op grond daarvan concludeert de commissie dat de instelling structurele ondersteuning vanuit het kunstenplanbudget goed beschouwd niet nodig heeft. De commissie adviseert de aanvraag van NEMO om die reden niet te honoreren. Zij verwijst daarbij naar 1.6 lid 2 onder c van de regeling vierjarige subsidies. Hierin staat dat het bestuur de subsidie geheel of gedeeltelijk kan weigeren als de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen hetzij uit middelen van derden, kan beschikken om de activiteit te realiseren.