Jazz Orchestra of the Concertgebouw

Muziek / muziektheater
Aangevraagd: € 114.650
Toegekend: € 85.000

Inleiding

Het Jazz Orchestra of the Concertgebouw ziet zichzelf als een platform waar componisten, arrangeurs en improvisatoren hun ideeën kunnen realiseren. Het Jazz Orchestra of the Concertgebouw is een groot orkest voor grote zalen en wil voor jazz zijn wat het Koninklijk Concertgebouworkest is voor klassieke muziek: een orkest met een breed repertoire van gecomponeerde, geïmproviseerde en etnische muziek, hoge kwaliteit en een groot publiek, met een belangrijke publiekseducatie- en publieksgeleidingsfunctie. Het orkest zet zich in voor een prominentere plek van jazzmuziek in het culturele bestel. Uitgaande van deze visie is er een gedifferentieerde programmering ontwikkeld in de vorm van zeven verschillende series. Hiermee wil het Jazz Orchestra of the Concertgebouw de bezoeker met een algemene liefde voor muziek verleiden tot een eerste kennismaking met jazz en de liefhebber en hardcore jazzkenner ertoe bewegen om geen concert van het orkest voorbij te laten gaan. Er wordt een nauwe samenwerking onderhouden met het Conservatorium van Amsterdam, verbonden aan de talentontwikkelingslijnen uit het beleid van de organisatie. Het amateurveld, Muziekschool Amsterdam en amateur big bands in de regio worden betrokken als publiek bij het orkest en in een actieve rol bij talentontwikkelingsprojecten.

In de periode 2017-2020 zet het Jazz Orchestra of the Concertgebouw in op een aantal ontwikkelingen. De organisatie wil vaker zelf concerten produceren en coproducties initiëren. Het wil ook het orkest artistiek uitdagen met een nieuwe chef-dirigent, gastdirigenten, componisten en arrangeurs. Daarnaast bestaat de wens om de organisatie verder te professionaliseren en te verstevigen op het gebied van zakelijke leiding, marketing, bureauvoering en fondsenwerving. Ook zal de relatie tussen programmering en marketing worden versterkt en worden de banden met het publiek verdiept. Het Jazz Orchestra of the Concertgebouw verwacht de komende periode tussen de 40 en 45 concerten per jaar te kunnen realiseren, waarvan circa 40% in Amsterdam, en werkt toe naar een publiekstoename van 10% per jaar.

In het kader van het Kunstenplan 2017-2020 vraagt het Jazz Orchestra of the Concertgebouw een subsidiebedrag van gemiddeld € 114.650 per jaar.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als ruim voldoende. In het ondernemingsplan worden visie, missie en ambities duidelijk geformuleerd. Op artistiek-inhoudelijk vlak streeft het orkest naar een gedifferentieerde programmering. Deze bestaat uit verschillende programmalijnen. Zo is er onder andere: mainstream repertoire met de grote namen in de Grote en Kleine Zaal van het Concertgebouw, nieuw repertoire met bekende namen uit de jazzmuziek in het Bimhuis en aankomend talent in de serie Rhythm Changes in Muziekgebouw aan ‘t IJ. De commissie vindt de invulling van de artistiek-inhoudelijke visie echter weinig concreet. In het project Culture Clash (een concert-format waarin het publiek mee teruggenomen wordt naar de tijd dat de jazz een 'zeer energieke dans' was; een multimedia voorstelling met beelden van EYE, een live VJ en een DJ) ziet de commissie duidelijk de intentie om een breder publiek aan te spreken, maar artistieke inhoud en urgentie worden niet toegelicht.

In het ondernemingsplan wordt ook aangegeven dat talentontwikkeling onderdeel uitmaakt van de beoogde programmering. Talentontwikkeling vergt meer dan alleen een podium geven aan jonge musici. De commissie constateert dat dat besef aanwezig is: het plan voorziet ook in een masterclass in samenwerking met het conservatorium, voor studenten en alumni van de verschillende conservatoria. Daarin leren zij arrangementen te maken die ze ook zelf dirigeren. Dit voornemen is echter verder nauwelijks uitgewerkt.
De commissie constateert dat het orkest concerteert op hoog niveau en is overtuigd van het vakmanschap van de musici, de beoogde dirigenten en het ensemble. Zij heeft bovendien hoge verwachtingen van de artistieke meerwaarde van de nieuwe dirigent. 

Op het gebied van educatie wordt het project Jazz in Paradise opgezet, in samenwerking met Muziekschool Amsterdam. Dit project wordt echter nauwelijks toegelicht. Het orkest zegt te hechten aan de aansluiting op het amateurveld. Het plan echter vermeldt slechts dat ensembles van de muziekschool en amateurbands uitgenodigd worden voor het bijwonen van repetities en concerten van het arrangeerproject. De organisatie geeft aan zich te onderscheiden door zich te positioneren als platform, maar werkt ook dit in het plan niet verder uit. Het orkest onderscheidt zich volgens de commissie wel in het hoge niveau van de uitvoeringen. De zeggingskracht van het ensemble is sterk: het weet een breed publiek aan te spreken voor haar activiteiten en de commissie verwacht op basis van de voorliggende plannen dat het daarin ook de komende jaren zal weten te slagen.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende. De begroting bij de aanvraag laat zich lastig lezen en komt niet overeen met de cijfers in het ondernemingsplan. De deelbegrotingen zijn opgemaakt naar zaalgrootte en locaties, waardoor de kosten per project weinig inzichtelijk zijn. De bedrijfsvoering geeft aanleiding tot zorg. De commissie constateert dat het orkest relatief hoge beheerslasten heeft vergeleken met de totale kosten en in vergelijking met de voorgaande jaren. Bovendien is er sprake van een negatief eigen vermogen. De organisatie heeft obligaties (Jazzbonds) uitstaan, maar voor het terugbetalen daarvan is geen voorziening opgenomen in de meerjarenbegroting. Er wordt van uitgegaan dat deze obligaties voor een deel omgezet zullen worden naar een schenking, maar het is niet inzichtelijk gemaakt hoeveel mensen er daadwerkelijk gaan schenken. Bijna alle concerten leveren een verlies op voor de organisatie. De uitschieters daarin zijn de uitvoeringen in kader van het North Sea Jazz Festival. Voor Amsterdam geldt echter dat alleen voor de meer experimentele (en kwetsbare) programmering een tekort behaald wordt. De andere concerten, zoals bijvoorbeeld in de Grote Zaal van het Concertgebouw, kunnen in de ogen van de commissie zo goed als kostendekkend gerealiseerd worden.

De begroting voor de komende jaren laat zien dat de groei van het publieksbereik stagneert, terwijl de lasten meer dan verdubbelen ten opzichte van de gemiddelde lasten in 2015-2020. De commissie vindt dat deze lastenstijging slecht onderbouwd is en niet in verhouding staat tot het bereik dat het orkest genereert. De organisatie onderkent de noodzaak om op zakelijk vlak een professionaliseringsslag te maken. Zij ambieert een andere structuur en heeft inmiddels (in 2015) een zakelijk leider aangesteld, alsook een medewerker voor marketing en publiciteit. Verder wordt flexibiliteit nagestreefd om zo in te kunnen spelen op risico’s. Dit wordt gedaan door inzet van freelancers.

Stichting Jazz Orchestra of the Concertgebouw werkt met een bestuur. In het ondernemingsplan wordt aangegeven dat op dit moment aan een herziening van de statuten wordt gewerkt. Naar aanleiding van de ontwikkeling van het orkest als ambassadeur, voortrekker en talentontwikkelaar is de verbreding van de missie van de organisatie geformuleerd. Ook de hernieuwde inrichting van de structuur van de stichting is hierin opgenomen, conform de Governance Code Cultuur. De stichting kent vier organen: bestuur, directie, raad van advies en orkestraad. In de nieuwe statuten worden een rooster van aftreden, zittingstermijnen en profielen van bestuursleden opgenomen. Ook worden de verantwoording van directie richting bestuur en de rapportagecyclus hierin geregeld. De organisatie licht haar visie toe op de culturele diversiteit van het personeelsbestand en het toezicht.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als ruim voldoende. De organisatie heeft van 2010 tot en met 2015 een indrukwekkende (60%) groei van het publieksbereik gerealiseerd. De commissie heeft daar bewondering en waardering voor. In de aanvraag voor 2017-2020 gaat men uit van een kleinere stijging van het bezoekersaantal (10%). In de ogen van de commissie is dat een realistische inschatting, gezien het in haar ogen een uitdaging is om het huidige bezoekersaantal te behouden.

De organisatie heeft een heldere visie op de duurzame opbouw van publiek en investeert daar ook in. De organisatie heeft goed in het vizier uit welke doelgroepen het huidige publiek bestaat, mede dankzij een gedegen publieksonderzoek dat op regelmatige basis plaatsvindt (in het verleden maar ook in de toekomst). Het publiek bestaat voor een deel uit trouwe vaste bezoekers. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de lunchconcerten in het Concertgebouw. Hoewel de commissie onderschrijft dat het van belang is om dit trouwe publiek vast te houden, is het ook altijd nodig dat een organisatie nieuw publiek blijft aantrekken. Er is een strategie verwoord om nieuw publiek te kunnen bereiken, ook in samenwerking met partners (bijvoorbeeld podia), maar deze is in de ogen van de commissie mager. De commissie is van mening dat de serie Rhythm Changes zeker potentie heeft om een nieuwe doelgroep te bereiken. Concrete plannen daarvoor worden echter niet genoemd.

De commissie constateert dat de culturele diversiteit van het bereik in het plan geen aandacht krijgt.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding als voldoende. Het ensemble werkt meer dan voorheen samen met verschillende partners. Het gaat daarbij wel om voor de hand liggende partijen. Het orkest zet het in op talentontwikkeling en draagt met bijvoorbeeld de samenwerking met het conservatorium bij aan een samenhangende Amsterdamse cultuursector. De organisatie verbindt zich niet met stedelijke vraagstukken, bewoners of de buurt en/of andere maatschappelijke organisaties in de stad.

De commissie beoordeelt de spreiding als voldoende. De activiteiten zijn gepland in meerdere stadsdelen en niet uitsluitend in Stadsdeel Centrum en Stadsdeel Zuid. Het orkest behaalt meer dan de helft van het publieksbereik in andere stadsdelen.

Conclusie

De commissie adviseert gezien bovenstaande overwegingen de aanvraag van Stichting Jazz Orchestra of the Concertgebouw gedeeltelijk te honoreren voor een bedrag van € 85.000 per jaar. Dit bedrag is met name bedoeld ter ondersteuning van de meer risicodragende programmering in Amsterdam.