De Appel arts centre

BFNA
Aangevraagd: € 491.529
Toegekend: € 416.550

Inleiding

De Appel wil internationaal toonaangevend zijn en verknoopt met de stad. Als testlab beoogt de Appel een vooruitgeschoven positie in te nemen op het gebied van talentontwikkeling (kunstenaars én curatoren) en de productie van eigen tentoonstellingen en publieksprogramma’s. Als presentatieruimte organiseert de Appel jaarlijks ongeveer zes exposities en leidt daarnaast, als onderdeel van het kenniscentrum, curatoren op. De organisatie heeft met het Curatorial Programme een internationaal netwerk opgebouwd van voormalig deelnemers en tutoren. Op het gebied van cultuureducatie ontwikkelde de Appel samen met de Oude Kerk het educatieprogramma ART-ViSiT, gericht op zowel primair als voortgezet onderwijs. De Appel beheert en ontsluit het archief van de presentaties en performances die vanaf 1975 in De Appel hebben plaatsgevonden of door de Appel zijn geïnitieerd.

De Appel verbindt zich, naast (inter)nationaal, met vele instellingen in Amsterdam zoals de Rijksakademie, de Ateliers, Rietveld–Sandberg en de UvA. De organisatie werkt verder samen met kunstinstellingen als het Stedelijk Museum, de Oude Kerk, If I Can’t Dance en Pakhuis de Zwijger. De Appel is initiatiefnemer van manifestaties (symposiumfestival) en betrokken bij manifestaties (Public Art Amsterdam).

De komende periode richt De Appel de blik nadrukkelijk op de toekomst. De organisatie wil de meest extreme, experimentele vormen van hedendaagse kunst tonen, waarvan De Appel vermoedt dat ze vormgeven aan de toekomst of deze in elk geval denkbaar, bespreekbaar en voelbaar maken. Daarnaast komt er een publieksprogramma, waaraan kunstenaars – ook uit andere disciplines – bijdragen om context te geven aan de tentoonstellingen. Het programma als geheel vormt een meerjarig onderzoeksproject, waarvan de onderliggende vraag is wat de toekomst van de kunst en van het kunstinstituut is. Een deel van het publieksprogramma vindt plaats in Pakhuis de Zwijger. De Appel schuift daarnaast het archief naar voren als bron voor programmaonderdelen en wil daarmee ontmoetingen creëren en stimuleren. De educatie en publieksbegeleiding worden uitgebreid, om complexe kunst voor niet-specialisten toegankelijk te maken. De Appel investeert verder in samenwerkingsverbanden – stedelijk, nationaal en internationaal – om op alle niveaus een knooppunt voor de hedendaagse kunst te kunnen zijn. Om de groei van de bezoekersaantallen (duizend per jaar) door te zetten, wil de Appel herhaalbezoek stimuleren en nieuwe publieksgroepen aantrekken.

De Appel ontvangt in 2013-2016 meerjarige subsidie vanuit het Kunstenplan van de gemeente Amsterdam van € 416.550. De meerjarige subsidie van € 491.529 per jaar, die nu aan het AFK wordt gevraagd, is voor het geheel van activiteiten. De extra subsidie wordt aangevraagd om de functie van een curator (0,8 fte) structureel te kunnen bekostigen en voor het flexibel kunnen inhuren van expertise voor educatie en fondsenwerving.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als ruim voldoende. De Appel vervult in de ogen van de commissie een onderscheidende rol in de hedendaagse kunst in Amsterdam. De instelling is de enige presentatieruimte in de stad die ook een relevant, internationaal opleidingstraject aanbiedt voor curatoren en een lange geschiedenis heeft op het vlak van performance. Verder is de commissie van mening dat De Appel binnen Amsterdam de belangrijkste springplank voor kunstenaars is richting een museale carrière. De schaal en het vakmanschap van de organisatie maakt daarnaast dat De Appel een staat van dienst heeft, internationaal opereert en haar podium kan voorzien van presentaties, waar andere hedendaagse kunstinstellingen in Amsterdam de faciliteiten en het netwerk niet voor hebben.

De organisatie wil de komende periode de eigen toekomst en die van het kunstinstituut in het algemeen verkennen. De programmering vloeit logisch voort uit de visie. De Appel presenteert daarmee een heldere, maar in de ogen van de commissie ook een tamelijk algemene artistieke visie. Het instituut lijkt te breken met de traditie van de directeur-curator, die in voorgaande jaren bepalend was voor de inhoud van de programmering. Het instituut zelf is het middelpunt in de aanvraag, niet de artistieke visie van een gezichtsbepalende curator. Waarom De Appel kiest voor deze historische breuk, wordt opvallend genoeg niet benoemd in de plannen. De Appel geeft verder aan dat het instituut wereldwijd wordt gerespecteerd om de decennialange focus op performance en het prestigieuze Curatorial Programme. Wat de visie is op de ontwikkeling van deze beide pijlers, wordt in de aanvraag echter, gezien het belang ervan voor de organisatie, relatief summier beschreven. Er wordt alleen kort gesproken over een mogelijke samenwerking met If I Can’t Dance op het gebied van performances. Voor het opleidingstraject wordt alleen een aantal praktische wijzigingen beschreven. Dit terwijl volgens de jaarrekening 2015 er al meerdere jaren een heroriëntatie-traject loopt om het curriculum van het curatorenprogramma te actualiseren. De door de jaren heen opgebouwde autoriteit op de twee gebieden is naar mening van de commissie waardevol. Het voortbestaan van die autoriteit is echter niet vanzelfsprekend in de snel veranderende, wereldwijde context waarin De Appel opereert.

De activiteiten van De Appel hebben bovendien voldoende zeggingskracht, in de ogen van de commissie. Het curatorenprogramma is een gewilde opleiding. Tegelijkertijd is de zeggingskracht op het gebied van de tentoonstellingen wel betrekkelijker dan de organisatie zelf doet voorkomen in de aanvraag. De Appel is inderdaad goed in staat prikkelende en bijzondere tentoonstellingen te maken, maar zowel recensenten van landelijke pers als de commissie vinden dat de kwaliteit van de tentoonstellingen afgelopen kunstenplanperiode ook schommelde. De educatie-activiteiten, voor zowel kinderen als volwassenen, hebben een relatief bescheiden bereik. In het meerjarenplan stelt de instelling voor nieuwe activiteiten te ontwikkelen. Er is vanuit de commissie vertrouwen in het vakmanschap van de mensen die er nu werken, maar het is op dit moment niet opportuun om in activiteiten en personeel uit te breiden nu de reeds bestaande activiteiten, naar het oordeel van de commissie, concentratie nodig hebben om op overtuigend niveau te kunnen blijven.

Voor een onderscheidend profiel is de functie van de artistiek directeur van De Appel altijd van groot belang geweest. Wat de mening ook is over de recente leiderschaps- en bestuurscrisis, de commissie vindt dat De Appel als instituut schade heeft ondervonden van de kwestie. De onderscheidende waarde van De Appel staat hiermee onder druk. De Appel dient, naar mening van de commissie, de huidige programmering niet uit te breiden en op korte termijn een nieuwe artistiek directeur aan te stellen. De commissie adviseert het AFK dan ook een vinger aan de pols te houden over de te varen artistieke koers, ook gezien het negatieve advies van de Raad voor Cultuur.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende. De stichting kent, gekeken naar de jaarrekeningen van de afgelopen periode, een gezonde bedrijfsvoering. Er is een goede financiële uitgangspositie, de organisatie is op dit moment voldoende solvabel.

De commissie acht de begroting in beginsel realistisch. De commissie maakt zich echter zorgen over de begroting, omdat na indiening van de aanvraag bij het AFK is gebleken dat de Raad voor Cultuur negatief heeft geadviseerd over de aanvraag voor BIS-subsidie van de organisatie. Daarmee is het realisme van de begroting voor de aankomende beleidsperiode onder druk komen te staan. De Rijksbijdrage is de belangrijkste inkomstenbron van de instelling. De Appel krijgt, als het advies door de Tweede Kamer en de minister wordt overgenomen, in het positiefste geval circa € 345.000 minder dan begroot. Een substantieel bedrag. De Appel geeft in haar risicoparagraaf aan dat mochten de inkomsten tegenvallen, dat in eerste instantie gesneden wordt in de flexibele kosten. Verder worden uitblijvende inkomsten gecompenseerd met aanvragen bij private en publieke fondsen en worden reserves ingezet. Die maatregelen hadden in de ogen van de commissie toereikend kunnen zijn, maar voor de korting die de instelling nu boven het hoofd hangt is meer nodig om te kunnen compenseren. Er dient in dat geval een aangepaste begroting, activiteiten- en reorganisatieplan te komen.

Er is een realistische mix van inkomsten. De eigen inkomsten zijn de komende periode gemiddeld 26% van de totale baten. Hiermee voldoet De Appel net aan de gestelde norm door het AFK. Gezien de experimentele aard van de instelling ,vindt de commissie het te verklaren dat er relatief zwaar op publiek geld geleund wordt. Tegelijkertijd constateert de commissie dat vergelijkbare instellingen, als Witte de With, het zelfverdienende vermogen de afgelopen jaren veel beter hebben ontwikkeld. Om de inkomsten meer toekomstbestendig te maken kan en moet er, in de ogen van de commissie, meer gedaan worden door De Appel op dit vlak. In de plannen worden verschillende slimme voorstellen gedaan om de eigen inkomsten robuuster te maken. Iets wat de commissie dan ook positief stemt. Tegelijkertijd vindt de commissie dat deze ambitie zich nog onvoldoende vertaalt naar een evenwichtiger verhouding tussen publieke en private middelen.

Als gekeken wordt naar de organisatie, dan vindt de commissie het opvallend dat er van de adviezen van de commissie Swaab en de ontstane crisis weinig terug te vinden is in de aanvraag zelf. In de jaarrekening 2015 geeft de organisatie wel aan dat de organisatorische verbeteringen die de commissie Swaab voorstelt integraal worden geïmplementeerd. Dat vindt de commissie een positief signaal, maar de commissie had het sterker gevonden als er meer reflectie op de bestaande situatie was beschreven, gekoppeld aan concrete oplossingen.

Er is nauwelijks visie op de culturele diversiteit van het personeelsbestand en bestuur. Er wordt alleen aangegeven dat de Code Culturele Diversiteit daar waar mogelijk wordt toegepast. Wat dit concreet betekent, wordt niet toegelicht. Formeel gezien voldoet het bestuur aan de Governance Code Cultuur. Het vertrouwen in het bestuur en toezicht is in de afgelopen periode echter afgenomen in de ogen van de commissie. Dat het voltallige bestuur onlangs is opgestapt, biedt de organisatie een goede mogelijkheid het vertrouwen de komende periode te herstellen en de culturele diversiteit in de samenstelling van het bestuur te vergroten.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als ruim voldoende. De organisatie heeft een visie op en investeert in duurzame opbouw van publiek. De komende periode zet De Appel er op in bezoekers verdiepende ervaringen te bieden, de band met het kernpubliek verstevigen en de bezoekersgroei voortzetten. Het gemiddelde bezoekcijfer over de laatste drie jaar laat een forse stijging zien, ten opzichte van de kunstenplanperiode 2009-2012. Dit biedt vertrouwen dat die lijn doorgezet kan worden. Het verder stimuleren van de publieksgroei is in de ogen van de commissie ook echt noodzakelijk, als gekeken wordt naar het formaat van de instelling en de kosten voor de programmering.

De organisatie heeft op basis van een publieksonderzoek haar doelgroepen helder gedefinieerd. Wel denkt de commissie dat er nog behoorlijk wat kennis en tijd gestoken moet worden in het verder ontwikkelen van de strategie om die doelgroepen daadwerkelijk te bereiken. De centrale locatie van de instelling is een kans die het aannemelijk maakt dat meer inzetten op cultuurtoeristen kan lonen.

Het publieksbereik bestaat in de ogen van de commissie nog vooral uit vakpubliek. Tegelijkertijd ziet de commissie dat de instelling de afgelopen jaren veel sterker is geworden op het gebied van ontsluiting voor een breder publiek, door toegankelijkere informatie te verstrekken zowel in de tentoonstellingsruimte als op de website en meer aan publieksbegeleiding te doen. Dit alles zonder aan inhoud in te boeten. De organisatie zegt in de aanvraag weinig over het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad. Een cultureel divers publiek lijkt voornamelijk bereikt te worden via scholen en educatie.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding als goed. De Appel heeft sterke verbindingen met academies, universiteiten, debatplekken, grote kunstinstellingen en kleine initiatieven in de stad. De samenwerkingen worden de komende periode verder uitgebreid, door bijvoorbeeld te gaan werken met Pakhuis de Zwijger. De Appel verbindt zich verder met bewoners, door burendagen te organiseren. Ook wordt er op reguliere basis met maatschappelijke organisaties als universiteiten gewerkt.

De commissie beoordeelt de spreiding als zwak. Afgezien van de maandelijkse avond in Pakhuis de Zwijger vinden alle activiteiten plaats in stadsdeel Centrum.

Conclusie

Zoals gezegd is er vanuit de commissie vertrouwen in het vakmanschap van de mensen die er nu werken, maar vindt de commissie het op dit moment niet opportuun om in activiteiten en personeel uit te breiden. Verder is de commissie van mening dat De Appel de werving van eigen inkomsten dient te versterken. Dat wordt in de huidige situatie nog urgenter. De commissie adviseert, gezien bovenstaande overwegingen, de aanvraag van De Appel gedeeltelijk te honoreren voor het historische bedrag van jaarlijks € 416.550. Gezien de kanttekeningen bij de beoordeling, waaronder de omstandigheden met de nog aan te stellen artistiek directeur en de mogelijkheid dat de Rijksbijdrage wordt teruggebracht naar maximaal € 225.000, adviseert de commissie om aan de honorering de verplichting te verbinden om:

- uiterlijk 1 oktober 2016 aan het AFK ter goedkeuring voor te leggen:

   - een aangepaste begroting;

   - een aangepaste visie van de nieuwe directeur inclusief aangepast activiteitenplan;

   - een reorganisatievoorstel, waaruit blijkt dat de organisatie een gezonde bedrijfsvoering heeft die voldoende basis geeft om de voorgenomen programmering en het   beoogde publiek de komende vier jaar te bereiken, inclusief een visie op het omgaan met risico’s.

- uiterlijk 1 oktober 2017 een evaluatie te overleggen waaruit blijkt:

   - op welke wijze en in welke mate de aanbevelingen van de commissie Swaab zijn geïmplementeerd;

   - inzicht in de status van de reorganisatie;

   - inzicht in de status van het artistieke beleid en de realisatie van activiteiten;

   - inzicht in de financiële stand van zaken, inclusief inzicht in risico's en hoe deze te beheersen.