Grafisch Werkcentrum Amsterdam

Cultuureducatie
Aangevraagd: € 25.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Grafisch Werkcentrum Amsterdam (GWA) is een werkplaats en kenniscentrum op het gebied van grafisch erfgoed en cultuureducatie: boekdruk, typografie, boekbinden, hoogdruk en diepdruk. De stichting heeft als missie het grafisch erfgoed te behouden, en doet dit door de letterzetterij en de hoog- en diepdrukpersen in werking te houden, en de kennis erover door te geven aan volgende generatie(s) via cursussen, workshops, cultuureducatie en interdisciplinaire kunstprojecten.

GWA is sinds 2004 actief vanuit Amsterdam-Oost en werd opgericht in een tijd waarin grootschalig werd overgestapt naar digitale middelen. Computers en printers vervingen de drukpers en de initiatiefnemers toonden zich daadkrachtig om het historische en ambachtelijke materiaal, waarmee ze zelf waren opgeleid, te behouden voor de toekomst.

Voor de periode 2017-2020 wil GWA het groeiend aantal bezoekers en aanvragen voor ambachtelijk drukwerk bestendigen en eventueel uitbreiden. Het doel is om in 2021 op eigen benen te staan op een nieuwe locatie, met nog meer maatschappelijk draagvlak en een stabiele organisatie. Het overdragen van kennis heeft voor GWA de hoogste prioriteit, om zo een belangrijk deel van de Nederlandse geschiedenis te bewaren: de basis van het boek en de voor Amsterdam historisch belangrijke boekdrukkunst. De organisatie wil de geschiedenis van het vrije en gedrukte woord tastbaar houden en ontwikkelt daarnaast ook nieuwe initiatieven. GWA is een voor iedereen toegankelijke werkplaats en bereikt een mix van verschillende doelgroepen.

De beoogde programmering voor 2017-2020 bestaat uit de volgende segmenten:

- kennisoverdracht door cursussen op het gebied van letterzetten/drukken, boekbinden, linoleumsnede, etsen en combinaties daarvan, workshops aan kinderen en volwassenen;

- cultuureducatie en talentontwikkeling in het primair en voortgezet onderwijs, naschools aanbod, aanbod voor studenten van hogescholen en samenwerking met de Universiteit van Amsterdam;

- grafische expedities: speciale projecten in de vorm van tentoonstellingen, lezingen, technische innovaties en uitwisselingen met andere kunstdisciplines of specialisten binnen de grafische sector;

- GWA on the Road: drukken op locaties zoals beurzen, festivals en buurtinitiatieven;

- het bewaken van grafisch cultureel erfgoed: restauratie van en investering in persen, snijmachines en letters en het doorgeven van de kennis hierover middels cursussen en klassieke meester-leerling trajecten.

GWA vraagt in het kader van het Kunstenplan een bedrag aan van gemiddeld € 25.000 per jaar voor de periode 2017-2020.

Artistiek inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als voldoende. De prioriteit van GWA is het grafisch erfgoed levend te houden. In de aanvraag staat de overdracht van kennis met betrekking tot typografie, boekdrukkunst en andere historische grafische technieken centraal. Deze ambachtelijke elementen zijn goed uitgewerkt en vindt de commissie uniek en vanuit historisch perspectief van meerwaarde. De commissie mist echter een duidelijke artistieke of cultuureducatieve visie, en een overtuigende vertaling van een beoogde artistieke ontwikkeling naar het aanbod.

Het GWA benoemt zelf als haar kracht het vermogen om het oude met het nieuwe te combineren. Deze kracht ziet de commissie nauwelijks terug in de activiteiten. Het ondernemingsplan stelt dat kinderen door het ambachtelijk werken geconfronteerd worden met de ware betekenis van ‘nieuwe’ media. Deze verhouding tot nieuwe media en de technieken die de drukpers opgevolgd hebben, lijkt in de activiteiten nauwelijks aan bod te komen.

De zeggingskracht van het aanbod vindt de commissie in de huidige uitwerking beperkt. De nadruk op de ambachtelijke overdracht is ook hier overtuigender weergegeven dan de aansluiting bij de belevingswereld van de kinderen met aansprekende of verrassende activiteiten. In het project ‘afscheidsboek’ ziet de commissie wel meer verbinding tussen de belevingswereld van de leerling en het grafische eindproduct.

Het plan gaat niet in op in het primair onderwijs spelende ontwikkelingen, als het Basispakket Kunst- en Cultuureducatie, de in het onderwijs gewenste doorlopende leerlijnen of op de mogelijkheid om bij het reguliere curriculum van scholen aan te sluiten. Terwijl het plan het belang van de boekdrukkunst voor Amsterdam schetst, lijkt er in het cultuureducatieve aanbod niet vakoverstijgend gewerkt te worden door aan te sluiten bij bijvoorbeeld literatuur, geschiedenis, hedendaagse boekdrukkunst of onderwijsthema’s zoals de Gouden Eeuw.

De onderscheidende kracht van GWA ten opzichte van andere aanbieders is, naar de mening van de commissie, vooral gelegen in het historisch belang en het ambachtelijk vakmanschap, en minder in een sterke artistieke signatuur die zich uit in vernieuwende (cultuureducatie-)producten.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als zwak. Uit de aanvraag komt een beeld naar voren van een organisatie waarin de organisatorische structuur en de zakelijke kwaliteit geen gelijke tred houden met de toename van activiteiten. De financiële meerjarenaanpak is summier uitgewerkt en weinig gedetailleerd, wat de beoogde groei wel vereist. Er is sprake van hoge beheerslasten ten opzichte van de activiteitenlasten. Deze hoge beheerslasten zijn met name toe te wijzen aan de stijging van personele lasten en de hogere huisvestingskosten. Het plan stelt dat de organisatiestructuur gewijzigd zal worden. Het enige dat het plan hier concreet over weergeeft is dat vaste medewerkers een aantal vaste uren zullen krijgen. Hoe de organisatie er in gewijzigde vorm uit gaat zien, wordt niet duidelijk.

Er lijkt tot op heden nog geen zicht op een nieuwe locatie, terwijl de begroting hier wel van uitgaat. Een alternatief plan, voor wanneer deze locatie niet of later dan de beoogde planning gevonden wordt, ontbreekt. Dit is naar mening van de commissie uiterst relevant, daar het plan stelt dat dat een aantrekkelijkere, grotere locatie een voorwaarde is voor de groei. Door de combinatie van deze aspecten acht de commissie de begroting onvoldoende realistisch en haalbaar. De bedrijfsvoering van de organisatie in het verleden biedt de commissie in dit opzicht weinig vertrouwen. Zo zijn de gedaalde baten in 2014 ten opzichte van 2013 geen goede voorbode van de beoogde sterke batenstijging in de periode 2017-2020. De baten stijgen in 2015 wel, maar het brutobedrijfsresultaat blijft onder het niveau van 2013. De beoogde inkomstenstijging wordt daarbij - in aanvulling op de onzekere locatie - onvoldoende onderbouwd met een realistisch plan. Niet duidelijk is hoe de stapsgewijze uitbreiding van het aantal bedrijfsworkshops, cursussen, projecten en overige activiteiten opgebouwd zal worden. Dit geldt ook voor de beoogde ruime verdubbeling van inkomsten uit overige subsidies en fondsen. Om deze redenen vindt de commissie het niet aannemelijk dat, zoals GWA stelt, de AFK-subsidie tussen 2017 en 2020 daadwerkelijk tot nihil zal kunnen worden afgebouwd.

Met een negatief stichtingsvermogen in de jaren 2012-2014 is er geen buffer om calamiteiten op te vangen. Dit vindt de commissie een uiterst instabiele basis voor een verhuizing. GWA heeft enkele bestuurlijke verbeteringen toegepast, maar voldoet nog niet volledig aan de Governance Code Cultuur, vanwege het ontbreken van een gefaseerd rooster van aftreden en een evaluatie van het eigen functioneren van het bestuur. De organisatie vermeldt zich bij de sollicitatieprocedure voor nieuwe bestuursleden bewust te zijn van het belang van culturele diversiteit.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als voldoende. Uit de aanvraag en het meerjarenplan spreekt dat GWA een breed publiek bereikt met een aanbod van producties, talentontwikkeling en binnen- en buitenschoolse activiteiten. Met de Grafische Expedities wordt actief ingezet op het bereik van nieuwe doelgroepen en GWA on the Road maakt de organisatie letterlijk mobiel. Daarbij worden kruisbestuivingen tussen verschillende doelgroepen als amateurs en professionals gestimuleerd. Een duidelijke visie op het vasthouden van publiek ontbreekt volgens de commissie echter. Als aanpak wordt een diverse programmering genoemd, met onder andere losse workshops. Naar mening van de commissie was een meer verdiepende benadering per doelgroep of activiteitenonderdeel wenselijk geweest, met een stappenplan om concrete bereikcijfers te realiseren. Zo vraagt de benadering van en het contact houden met de scholen een duidelijke aanpak, die in het plan niet weergegeven wordt. De cijfers van het publieksbereik worden in het plan nauwelijks toegelicht. Het totale bereik acht de commissie laag. De beoogde groei is - ook na de verhuizing die mede tot doel heeft meer publiek te kunnen ontvangen en beter vindbaar te zijn - weinig ambitieus. De commissie kan dit niet verenigen met de wens van GWA om stadsdrukker van Amsterdam te worden. De commissie vindt het geen goed signaal dat uit publieksonderzoek blijkt dat publiek en deelnemers GWA minder goed weten te vinden vanwege prijsbeleid en ligging. Het ondernemingsplan biedt te weinig concrete, haalbare oplossingen om deze problematiek aan te pakken.

Hoewel een duidelijke visie op het gebied van culturele diversiteit ontbreekt, heeft GWA, met onder andere initiatieven, als de workshopserie gekoppeld aan lessen NT2, en projecten van niet-Nederlandstalige makers, voldoende aandacht voor culturele diversiteit.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding als voldoende. Als belangrijkste coalitiepartner wordt Amsterdams Grafisch Atelier genoemd; aanvankelijk projectmatig op het gebied van onder andere talentontwikkeling, maar GWA ziet verdergaande mogelijkheden op de langere termijn. Daarnaast noemt het plan het samenwerkingsverband Grafiek Amsterdam en een serie partners voor speciale projecten. Ook is sprake van samenwerking met kunstacademies. Hoewel de commissie de in het plan benoemde samenwerkingen op zichzelf interessant en veelbelovend vindt, valt op dat een uitwerking en langere termijnstrategie hiervoor grotendeels ontbreekt. Evenmin bevat het plan een uitgewerkte beschrijving van samenwerking met de stedelijke samenleving, terwijl deze er getuige de activiteiten wel is, bijvoorbeeld middels aansluiting bij buurtinitiatieven en het Indische Buurt Festival.

De spreiding beoordeelt de commissie als goed. Het merendeel van de activiteiten en bezoeken vindt plaats buiten het stadscentrum en stadsdeel Zuid, met de hoogste concentratie in Amsterdam-Oost. GWA on the Road is in alle stadsdelen inzetbaar. Voor een eventuele nieuwe locatie vanaf 2018, wordt ook buiten stadsdeel Oost gezocht en wordt de spreiding derhalve mogelijk anders.

Conclusie

Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert de commissie de aanvraag van
Grafisch Werkcentrum Amsterdam niet te honoreren.