Caspar Rapak

Theater
Aangevraagd: € 49.750
Toegekend: € 0

Inleiding

Theatergezelschap Stichting Caspar Rapak, onder artistieke leiding van Peter Zegveld, maakt voorstellingen waarin beeld en geluid de hoofdrol spelen. Opgeleid en werkzaam als beeldend kunstenaar, heeft Zegveld zijn werkterrein vanaf 1985 uitgebreid naar de levende en bewegende kunsten, zoals muzikale performances, geluidskunst, animatiefilms, (tv)filmpjes, jeugd- en volwassenentheater. Zegvelds theatervoorstellingen hangen samen met zijn visie op kunst: kunst is voor Zegveld een middel om de menselijke fantasie te vieren en tegelijkertijd grip op de werkelijkheid te krijgen. De kwaliteit van zijn werk ligt in het samenspel van mens en object en in de handmatigheid van, door hem zelf vervaardigde, objecten en machines. Zegveld werkt vanuit de overtuiging dat zintuiglijke ervaringen die door beeldende en auditieve media tot stand worden gebracht, in staat zijn om het publiek aan te spreken.

Kernactiviteit van Stichting Caspar Rapak is het schrijven, ontwikkelen en spelen van theatervoorstellingen voor middelgrote of kleine zalen en het ontwikkelen en realiseren van locatietheater, van theatrale installaties en van beeldende geluidsperformances. Daarnaast organiseert Stichting Caspar Rapak workshops voor kinderen van basisscholen in Amsterdam. Hierbij worden de kinderen door Peter Zegveld op speelse wijze bewust gemaakt van de manier waarop zij creatief kunnen omgaan met beeldende illusies en geluidseffecten. Bovendien begeleidt Zegveld jonge makers die aan het begin van hun loopbaan staan.

Stichting Caspar Rapak heeft haar basis in Amsterdam. Peter Zegveld vindt zijn inspiratie in de stad en speelt hier een groot deel van zijn voorstellingen in verscheidene circuits. Zijn publiek bereikt hij zowel in als buiten het theater. De optredens in de openbare ruimte zijn vrij toegankelijk voor iedereen en bereiken een brede doorsnede van de Amsterdamse samenleving.

In 2017-2020 zal Caspar Rapak één productie per jaar maken: Opera Naïef (2017), over de vormtaal die in de klassieke Opera gebruikt wordt; een samenwerkingsverband met Ulrike Quade in 2018, over het artistieke spanningsveld tussen de verschillende manieren waarop beide makers de bezieling van objecten benaderen; Object Subject (2019), een locatievoorstelling in de repetitieruimte van Studio Caspar Rapak, waarin de begrippen binnen en buiten, zowel concreet als sociaal/psychologisch, worden bepaald; en Dropping (2020), waarbij publiek, aan de hand van beeldende scènes, onvolledig en misleidend geïnformeerd wordt over tijd, plaats en handeling.

In de periode 2013-2016 is Caspar Rapak opgenomen in het Kunstenplan van de gemeente Amsterdam voor een bedrag van € 35.460 per jaar. Caspar Rapak vraagt in het kader van het Kunstenplan 2017-20120 een subsidie van € 49.750 per jaar.

Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als zwak. Caspar Rapak is een gezelschap waarin Peter Zegveld de spil vormt. Het gezelschap heeft, vanuit de persoonlijke drijfveren van Zegveld, in afgelopen periode een eigen artistieke signatuur laten zien, dat zich uit in veelvormig multidisciplinair beeldend werk. Uit het ondernemingsplan blijkt dat Caspar Rapak zich de komende kunstenplanperiode gaat richten op theater voor volwassenen in plaats van familietheater. De commissie vindt deze stap in de plannen onvoldoende verklaard met een artistiek -inhoudelijke visie, in relatie tot de positie van het gezelschap binnen de sector. In de activiteiten in de komende periode ontbreekt samenhang en wordt niet duidelijk in hoeverre de voorstellingen voor volwassenen binnen het genre beeldend theater onderscheidend zijn van andere makers.

Er is daarbij in de plannen tevens geen reflectie op hoe Caspar Rapak een ontwikkeling binnen dit genre teweeg wil brengen. De voorgenomen producties komen, in de optiek van de commissie, niet aantoonbaar voort uit een maatschappelijk engagement of de behoefte aan te sluiten bij de interesses van het beoogde publiek. Eerder uit persoonlijke ontwikkeling die Zegveld als maker door wil maken. Daarmee opereert hij als maker vrij solistisch en is er, naar mening van de commissie, te weinig oog voor aansluiting bij het publiek. Hierdoor mist de commissie strakkere keuzes in de voorstellingen, hetgeen ten koste gaat van de zeggingskracht van de voorstellingen van Caspar Rapak.

De commissie waardeert het vakmanschap van Zegveld, en met name de ambachtelijkheid waarmee hij zijn beeldend materiaal voor de voorstellingen zelf vervaardigt.

Zakelijke kwaliteit

De commissie beoordeelt de zakelijke kwaliteit als voldoende. De subsidie die in het kader van het Kunstenplan wordt aangevraagd, is bedoeld om de continuïteit van de bedrijfsvoering te waarborgen. De commissie is van mening dat de bedrijfsvoering, gezien de ambities, het beperkt aantal activiteiten en het feit dat de organisatie gecentreerd is rond een specifieke maker, niet op uitvoering van meerjarige plannen is ingericht.

De commissie concludeert uit de stukken dat de organisatie vooral projectmatig opereert. Deze projectmatige werkwijze is ook af te lezen uit de begroting, die is opgebouwd rond elke afzonderlijke productie. Het laat daardoor geen samenhangend meerjarenplan zien. De commissie vindt het daarom moeilijk te beoordelen of de meerjarenbegroting realistisch en haalbaar is. In de inkomstenmix valt op dat Caspar Rapak verwacht een hoog eigen inkomstenpercentage te behalen. In de ogen van de commissie is dit een risicovol streven, ook omdat geen aanpak wordt geformuleerd hoe de organisatie die wil bewerkstelligen. Uit de begroting blijkt dat subsidies en publieksinkomsten het grootste aandeel vormen van de inkomstenmix. Daarnaast zijn er inkomsten in natura. Een visie op het omgaan met financiële risico's ontbreekt. Naast de subsidie in het kader van het Kunstenplan, worden geen andere aanvragen bij publieke fondsen gedaan.

Het bestuur van de organisatie is op orde, al lijkt deze vooral te leunen op de maker Zegveld. De Governance Code Cultuur wordt nageleefd. Een visie op de diversiteit van het personeelsbestand en het bestuur ontbreekt.

Publiek

De commissie beoordeelt het criterium publiek als voldoende. Caspar Rapak verwacht komende periode een publieksgroei te realiseren. Deze beoogde publieksgroei lijkt vooral gerealiseerd te worden door de activiteiten die gratis toegankelijk en laagdrempelig zijn en plaatsvinden in de openbare ruimte.

Dit past volgens de commissie ook goed bij de werkwijze van Zegveld. Wat betreft de voorstellingen in de zalen wordt uit de plannen niet duidelijk hoe Caspar Rapak het bestaande publiek wil vasthouden en een nieuwe doelgroep wil bereiken. Zeker omdat de overstap gemaakt wordt naar volwassentheater en Zegveld vooral naam heeft gemaakt als theatermaker voor familievoorstellingen, is een herpositionering nodig.

Het vrij algemeen opgestelde marketingplan gaat onvoldoende in op deze ontwikkeling. De beoogde doelgroepen zijn nauwelijks gedefinieerd en de marketinginstrumenten zijn niet specifiek toegeschreven naar de activiteiten van de organisatie. Wel zal in de komende periode een marketingmedewerker aangesteld worden, maar de opdracht die deze meekrijgt ten aanzien van publieksbenadering wordt niet helder.

De commissie vindt het wel kansrijk dat per voorstelling specifieke publieksactiviteiten georganiseerd worden. De commissie onderschrijft dat het soort theater dat Zegveld maakt, in potentie een cultureel divers samengesteld publiek aanspreekt. Door het beeldende karakter en de taalloosheid, is het in potentie geschikt voor diverse publieksgroepen van verschillende leeftijd en achtergrond. Het is jammer dat de voorgenomen activiteiten voor publiek niet zijn gekoppeld aan een visie op het publiek dat Caspar Rapak daarbij wil bereiken.

Belang voor de stad: verbinding en spreiding

De commissie beoordeelt de verbinding met de stad als zwak. Behalve met Feikes Huis en Ulrike Quade Company, worden er geen concrete samenwerkingspartners benoemd. Ook wordt geen directe verbinding gelegd met de stedelijke samenleving, ondanks dat de aard van het werk van Caspar Rapak hier wel ingangen voor biedt. Zegveld zoekt zijn publiek wel op in de openbare ruimte en is daarmee goed toegankelijk voor de bewoners van de stad.

De commissie beoordeelt de spreiding als goed. Caspar Rapak ontwikkelt activiteiten in alle Amsterdamse stadsdelen. Hiermee draagt de organisatie goed bij aan de spreiding van het cultuuraanbod en publieksbereik ervan.

Conclusie

De commissie adviseert de aanvraag van Caspar Rapak niet te honoreren.