Amsterdam Light Festival

BFNA
Aangevraagd: € 300.000
Toegekend: € 0

Inleiding

Amsterdam Light Festival (hierna ook: ALF) beoogt mensen door lichtkunst te enthousiasmeren, inspireren en activeren. De organisatie cureert naar eigen zeggen monumentale lichtkunst in de openbare ruimte gedurende een langere periode in de winter. Jaarlijks bouwt het festival aan een programma waarin ze honderden kunstenaars samenbrengt om in cocreatie speciaal voor Amsterdam nieuwe lichtobjecten te creëren. De werken belichten elke editie een door het festival benoemd maatschappelijk thema. ALF ziet zichzelf als een sociaal en breed toegankelijk festival dat ca. 900.000 internationale en lokale bezoekers trekt. ALF claimt een belangrijke, authentieke positie in Amsterdam te hebben en zegt deze te danken aan de combinatie van hoge en lage kunst, van zelf maken en verspreiden, van uniek en toch breed toegankelijk zonder plat of commercieel te worden. ALF werkt samen met museale culturele partners, met educatiepartners zoals Tolhuistuin, Breitner Academie en de OBA en met maatschappelijke partners als Evean en Cordaan. Met de partners werkt ALF aan een programma waarmee ze een breed publiek verlichting willen brengen in hart en ziel.

ALF wil transformeren van een kunstproducerend festival naar een festival dat kunst, verhalen en intense ervaringen als integraal concept brengt. De jaarthema’s worden onderling verbonden om een groter verhaal te kunnen vertellen. Het overkoepelende thema is de mens en hoe die zich tot de wereld verhoudt. Jaarthema’s zijn achtereenvolgens: Mens (2021, ALF 10 jaar), Wereld (2022), Toekomst (2023) en Thuis (2024, Amsterdam 750 jaar). Daarbinnen wil ALF de lichtkunstwerken niet als losse objecten, maar in onderlinge samenhang tonen door de werken verhalend in verschillende zones te programmeren. Hiermee beoogt het festival een intensivering van ervaring of deelname bij het publiek te bewerkstelligen: van dwalen en wandelen, naar een echte beleving en het participeren in een project tot het cocreëren. Het wandelen en de wandeltour met gids of app zal extra aandacht krijgen, omdat de organisatie daarmee andere doelgroepen wil bereiken. Het meedoen wordt actief gestimuleerd met programmerings-, participatie- en educatieprojecten.

Amsterdam Light Festival ontvangt geen meerjarige subsidie binnen het Kunstenplan 2017-2020.
Voor de periode 2021-2024 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld 
€ 300.000 per jaar in het kader van het Kunstenplan.


Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als zwak.
De commissie heeft waardering voor de inzet, het grote bereik en het vakmanschap waarmee het lichtkunstfestival jaarlijks wordt neergezet. Het festival toonde volgens de commissie de afgelopen jaren een grote variatie van zowel nationale als internationale, jonge als gerenommeerde kunstenaars, zoals Ai Weiwei, Femke Schaap en Gabriel Lester. De kunstenaars wordt gevraagd om zich te verhouden tot een specifieke locatie in de stad. De commissie vindt dit brede palet van kunstenaars een goede keuze. De kwaliteit en bekendheid van gerenommeerde kunstenaars bieden een goede context voor de wat jongere en minder bekende makers die meedoen. De commissie constateert dat de organisatie heeft geprobeerd om meer artistieke eigenheid aan te brengen in de recente edities, met de aanstelling van een ‘creative director’ voor de periode van drie jaar. Zij vindt dat dit geleid heeft tot meer samenhang in de selectie en kwaliteit van de werken in het programma. Desondanks is de commissie niet overtuigd van de artistieke eigenheid van het voorliggende plan. De commissie vindt de voorgestelde thema’s, zoals What about the people? en Out of this world, weinig verrassend en prikkelend. Out of this world gaat bijvoorbeeld over de letterlijke en figuurlijke manier om buiten de grenzen van de aarde te treden. De organisatie wil Amsterdam op zijn kop zetten met deze editie, maar beschrijft noch een inhoudelijke context waarop de keus voor het thema is gebaseerd, noch een inhoudelijke verdieping waaruit duidelijk wordt wat er met het thema beoogd wordt. Voor de edities van 2020 en 2021 is er geen nieuwe creative director aangesteld en is Lucas de Man aangetrokken als gastcurator. De commissie ziet in Lucas de Man een veelzijdige regisseur, curator en performer en denkt dat hij een goede inhoudelijke bijdrage aan het festival kan leveren. Uit het plan wordt echter niet duidelijk welke artistieke signatuur zijn edities gaan hebben. Vermeld wordt dat De Man zich zal zich toeleggen op meer dramaturgie en storytelling, maar zijn specifieke hand wordt in het plan node gemist, waardoor niet duidelijk is wat zijn inbreng behelst en hoe die in het programma verankerd zal worden. Ook is nog niet duidelijk wie hem in de laatste drie jaar van het kunstenplan opvolgt. De commissie concludeert dat het festival in grote mate leunt op de kwaliteit van de kunstenaars en de externe curator, maar zelf een heldere artistieke visie ontbeert, en daarmee een beperkte artistieke eigenheid heeft. 

Amsterdam Light Festival benoemt en bereikt een brede doelgroep van dagjesmensen, Amsterdammers, kunstliefhebbers, studenten, kinderen en internationale bezoekers. Het festival wil facetten van de uitdagingen die de moderne mens op zijn pad tegenkomt op zodanige wijze belichten dat het troost biedt ‘in hart en ziel’ en handvatten geeft om anders te denken. De bezoekers kunnen het festival via een boottocht of een wandeling bezoeken. De commissie constateert dat vooral de laatste manier van presenteren beperkingen heeft. Daar waar de wandeling ruimte geeft voor een persoonlijke benadering van de bezoeker, is de tijd op de boot beperkt en het zicht op een kunstwerk niet altijd even goed. De commissie ziet dat de laagdrempeligheid van het evenement goed aansluit bij de doelgroep, maar constateert dat het festival vooral een beleving biedt en niet zozeer van grote artistieke betekenis is voor het publiek. Het toevoegen van een verbindend verhaal tussen de werken, zoals met Lucas de Man als curator wordt beoogd, zou de inhoudelijke impact voor het publiek kunnen vergroten. Omdat dit deel echter niet is uitgewerkt in de aanvraag is de commissie matig overtuigd van de artistieke betekenis voor het beoogde publiek en verwacht zij niet dat de werken handvatten zullen aanreiken om het publiek tot nieuwe inzichten te brengen, zoals het festival voor ogen staat. 

De organisatie wil het evenement transformeren tot een festival dat kunst, verhalen en intense ervaringen als integraal concept gaat brengen. Deze artistieke ontwikkeling wordt volgens de commissie in het plan nauwelijks uitgediept. De organisatie reflecteert niet op het verleden, waardoor het voor de commissie niet duidelijk is hoe de nieuwe ambities logischerwijs voortvloeien uit eerdere edities. Juist bij festivals is het van belang dat een organisatie zich niet verliest in de dwingende tijdsdruk van de jaarlijkse cyclus en dat men ruimte neemt voor reflectie. De organisatie wil zelf kunstingrepen doen - de zogenaamde verhalende onderdelen - die werken met elkaar verbinden. Het plan maakt niet duidelijk wat deze kunstingrepen inhouden, noch welke dramaturgische visie de organisatie daarop heeft. Het festival is naar eigen zeggen ook gaan cocreëren. Deze cocreatie vertaalt zich in een voor het festival nieuwe manier van produceren, waarin kunstenaars in een langer traject omringd worden door een technisch en productioneel team. De commissie ziet dit vooral als een goede professionaliseringsslag en niet zozeer als een artistieke ontwikkeling. Verder gaat het plan niet in op de mogelijkheden voor de intern artistieke medewerkers om zich professioneel te ontwikkelen. Aansluitend bij de eerdere constatering dat de inhoudelijke input vooral van buiten de festivalorganisatie komt, merkt de commissie op dat er geen zicht is hoe deze inhoud en de daaruit eventueel voortvloeiende artistieke ontwikkeling duurzaam in de organisatie worden geborgd.


Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als voldoende.
De komende jaren wil de organisatie actief inzetten op participatie en educatie. De commissie vindt dat de organisatie zich op het gebied van educatie goed verbindt met de stedelijke samenleving. Het festival gaat hierbij uit van cocreatie: nieuw is dat alle kinderen en jongeren uit de educatietrajecten mee gaan werken aan de publieksopening. Het is niet duidelijk hoe het educatietraject eruit ziet, wel is het eindproduct helder: een kunstwerk in de vaarroute. Voor de educatie werkt Amsterdam Light Festival samen met onder andere Stichting Schoolbuurtwerk en de Breitner Academie. Omdat de organisatie al educatietrajecten met deze partners uitvoert, heeft de commissie er voldoende vertrouwen in dat deze activiteiten succesvol zullen worden voortgezet. Daarnaast wil Amsterdam Light Festival een participatietraject met de buurt rondom de kunstroute opzetten. Hiervoor wordt een Buurtraad en een Kinderraad gevormd. Als uitgangspunt stelt het festival dat bewoners kunnen meedenken en -doen in de uitvoering van het festival. De aanvraag maakt echter niet duidelijk welke inbreng de bewoners hebben in het programma en de voorgestelde festivalthema’s. De bewonersbijeenkomsten hebben volgens de aanvrager vooral tot doel om klachten van bewoners rondom de route voor te zijn. De commissie ziet hierin een informerende en pragmatische benadering, en niet zozeer een verbinding met de stedelijke samenleving.

De commissie stelt vast dat het festival plaatsvindt in stadsdeel Centrum, en niet zoals de aanvrager aangeeft in stadsdeel Oost. Ook het merendeel van het publiek wordt in Centrum bereikt. Met het educatietraject is het festival actief in vijf verschillende stadsdelen buiten Centrum en Zuid. Twee voormalige festivalwerken zijn permanent in stadsdeel Nieuw-West geplaatst. Men wil een blijvende lichtkunstroute laten ontstaan langs de Sloterplas, in samenwerking met het stadsdeel en het bedrijfsleven. Met deze extra activiteiten draagt de organisatie enigszins bij aan spreiding van het cultuuraanbod in de stad.

De organisatie kiest voor Leefbare stad als eigen accent. Dit wordt ingevuld in termen van het stimuleren van betrokkenheid en het verbinden van bewoners en partijen in de stad. ALF stelt dat het festival veel fans heeft onder Amsterdammers en dat het sociale cohesie bevordert op de boot en door het sociale karakter van het festival. De commissie vindt dit een enigszins beperkte en vrijblijvende invulling van het accent, omdat het plan niet  refereert aan maatschappelijke vraagstukken die samenhangen met leefbaarheid. De commissie concludeert dat ALF het gekozen accent onvoldoende overtuigend uitwerkt. 


Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als onvoldoende.
De commissie vindt dat de organisatie in de afgelopen jaren bewezen heeft dat ze het productionele en technische vakmanschap in huis heeft om het festival te organiseren. Ze verwacht dat deze kwaliteit op zijn minst bestendigd blijft en dat het plan in praktische zin realistisch en uitvoerbaar is. Omdat de artistieke kennis na het vertrek van de artistieke leiding in de komende periode van buiten de organisatie komt, had de commissie een toelichting of reflectie verwacht over hoe de organisatie deze expertise op de langere termijn denkt te waarborgen. De organisatie geeft in het plan echter niet aan wie de curator wordt in de edities van 2022, 2023 en 2024, noch wordt duidelijk welke selectiecriteria bij de werving van de volgende gastcurator zullen worden gehanteerd. Met het oog op behoud van een basis voor artistieke kennis ziet de commissie dit als een gebrek aan vakmanschap. De commissie vindt dat de organisatie, met volgens het aanvraagformulier 16 fte personeel, royaal bemenst is. Het festival heeft een stevige bezetting op de productie. De commissie betwijfelt of het nodig is om alle kennis op het gebied van produceren in deze omvang permanent in huis te hebben. Ze concludeert dat het plan wel uitvoerbaar is, maar vindt de bezetting niet in verhouding en niet realistisch.

Het festival heeft qua bedrijfsvoering een aantal wisselende jaren achter de rug. Het grote tekort van de editie in 2017 lijkt in 2019 te zijn ingelopen. De stichting heeft nu een klein positief eigen vermogen. Dit ogenschijnlijk positieve resultaat is echter mede bewerkstelligd door een lening bij Flying Dutchman bv van bijna 2,5 ton. Tegelijkertijd heeft de stichting geld geleend aan de Light Art Collection bv, voormalig dochterbedrijf van de stichting. Het was volgens de commissie logischer geweest om deze constructie via de bv en buiten de stichting om te organiseren, zodat de schuld aan de stichting voldaan kon worden. Nu worden publieke middelen ingezet om een lening af te lossen waarover een hogere rente wordt betaald dan de rente die de stichting zelf ontvangt. Bovendien vindt de commissie het eigen vermogen van de stichting te klein voor de omvang van de begroting. Zij stelt vast dat dit de organisatie kwetsbaar maakt.
De stichting verwerft de kunstwerken en de Light Art Collection bv exploiteert enkele daarvan op basis van een licentieovereenkomst. Ondanks dat het plan meldt dat de exploitatie van de bv niet hoog renderend is had de commissie geïnformeerd willen worden over het doel van de constructie, de doelbestemming van een eventueel vermogen in de bv en de manier waarop de licentievergoeding wordt berekend, om helderheid te krijgen over de financiële stromen tussen de bv en de stichting. De organisatie gaat in het ondernemingsplan op geen van deze zaken in, noch op de feiten, noch op de risico’s. Daarom vindt de commissie de bedrijfsvoering van de organisatie niet gezond en is zij er niet van overtuigd dat deze voldoende basis geeft om het plan uit te voeren en de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren.

De begroting neemt iets af ten opzichte van eerdere jaren. Dit is in lijn met het uitgangspunt dat er geen groei van activiteiten is gepland. De commissie waardeert dat het festival een groot aandeel publieksinkomsten genereert, dankzij de vaste samenwerking met rederijen en het grote publieksbereik. Om inzicht te krijgen in de samenstelling van de eigen inkomsten, had de commissie meer toelichting verwacht op de onderliggende afspraken met de rederijen over hun afdracht of over het aandeel losse kaartverkoop. Ook voor het artistieke deel van de begroting is weinig specificatie aangeleverd. De post voor kunstwerken beslaat bijna de helft van de begroting, zonder dat hier een onderverdeling is gemaakt of een toelichting bij is gegeven. Hierdoor is het bijvoorbeeld niet duidelijk hoeveel van dit bedrag naar de kunstenaars gaat als honorarium. De personeelslasten zijn in de begroting niet apart gespecificeerd. De commissie gaat ervan uit dat deze verwerkt zijn in de projectposten. Hierdoor kan de commissie geen oordeel vormen over het realiteitsgehalte hiervan. De toelichtende paragraaf over de organisatie en financiën in het ondernemingsplan gaat op geen van bovengenoemde onderwerpen in. Wel staat er in deze paragraaf dat er gewerkt wordt met een sluitende begroting. Uit de begroting in het formulier blijkt echter dat er jaarlijks een overschot is van ruim € 80.000 dat voor het grootste deel wordt besteed aan buitengewone baten en lasten. Ook hierop ontbreekt een toelichting. 
De commissie constateert daarnaast dat educatie voor een groot bedrag in de begroting is opgenomen. Omdat de organisatie educatie niet als activiteit in het formulier heeft aangevinkt, is er geen zicht op het beoogde aantal leerlingen. In het plan wordt ook geen beschrijving gegeven van de activiteiten, behalve dat het om drie workshops en een kunstwerk op locatie gaat. Afgaande op de verstrekte informatie vindt de commissie het bedrag niet in verhouding staan tot de activiteiten en evenmin tot het aantal leerlingen dat de organisatie aangeeft in voorgaande jaren te hebben bereikt. De commissie concludeert dat de begroting onvoldoende inzicht geeft en dat de toelichting daarop ernstig tekortschiet. Zij beoordeelt de begroting daarom als niet realistisch en niet passend bij de voorgestelde activiteiten 

In de zeer korte paragraaf die aan de marketing is gewijd, ontbreekt volgens de commissie een strategie en een visie, terwijl er wel een aanzienlijk bedrag voor de marketing is opgenomen in de begroting. De aanvraag beschrijft slechts een aantal vernieuwingen die op dit gebied worden ingezet. Hierdoor is voor de commissie niet duidelijk hoe deze zijn ingebed in het marketingbeleid als geheel. De vernieuwing is gericht op het creëren van meer impact door een meer verhalende benadering en op het onderhouden van langer en intensiever contact met het publiek voor en na het festival. Hoe deze benadering wordt vertaald naar de communicatiemiddelen wordt niet beschreven. Het intensievere contact zal voornamelijk via digitale kanalen plaatsvinden. De nog te ontwikkelen app zou hier onderdeel van uit kunnen maken, maar vorm, inhoud en doel van deze app wordt niet toegelicht. De organisatie benoemt slechts in algemene termen - onder meer inwoners van Amsterdam en dagjesmensen in Nederland -  de doelgroepen. Daarnaast wil ze zich inspannen om onder andere minima en ouderen met een sociale en mobiliteitsdrempel te bereiken. Hoe de specifieke projecten en communicatie voor deze doelgroepen eruitzien, wordt niet beschreven. De commissie concludeert dat de marketingparagraaf voor een publieksfestival als het Amsterdam Light Festival ontoereikend is en beoordeelt deze als niet realistisch en niet passend om het beoogde publiek te bereiken.


Diversiteit en inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als onvoldoende.
Amsterdam Light Festival heeft naar eigen zeggen een internationale programmering en ontvangt via de open call plannen van kunstenaars over de hele wereld. Het festival wil bewuster gaan selecteren, kunstenaars uit ondervertegenwoordigde regio’s attenderen op de open call en in sommige gevallen gericht uitnodigen. De commissie vindt dat internationalisering van het kunstenveld hier wordt verward met culturele diversiteit. Ze mist in de aanvraag een heldere visie op de culturele diversiteit van het aanbod en de bijdrage die ALF daaraan denkt te kunnen leveren.

Op het gebied van het bereiken van een cultureel divers publiek ontbeert de organisatie volgens de commissie een heldere visie. Er worden in het plan geen specifieke doelstellingen en acties genoemd, anders dan de cultureel diverse leerlingengroep die de organisatie met educatietrajecten bereikt. De organisatie stelt dat een grotere diversiteit de natuurlijke consequentie is van de visie en werkwijze van de organisatie met kernwoorden als creëer, verbind en ontmoet. De commissie is van oordeel dat gerichte acties nodig zijn om een cultureel divers publiek te bereiken. De commissie constateert ook dat de aanvrager het bereiken van een breed publiek diverse malen uitlegt als het bereiken van een cultureel divers publiek. Hieruit blijkt dat de organisatie geen helder beeld heeft van het begrip culturele diversiteit, noch van cultureel diverse doelgroepen. Het plan draagt daarmee vrijwel niet bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek.

De organisatie constateert zelf dat er nog terrein te winnen is op het gebied van culturele diversiteit van de organisatie en het bestuur, omdat in het verleden vooral op gender is gestuurd bij de invulling van vacatures. De organisatie vindt zichzelf klein en verwacht daarom dat veranderingen langzaam zullen gaan. De commissie vindt dat de organisatie met de aangegeven fte’s en met ongeveer drie vacatures per jaar wel degelijk in staat moet worden geacht om op korte termijn veranderingen aan te brengen waarmee de culturele diversiteit in de organisatie wordt vergroot. De organisatie zegt onderzoek te gaan doen onder de medewerkers naar het imago van zichzelf als inclusieve werkgever. De commissie vindt dat erg naar binnen gericht en niet overtuigend. De commissie concludeert dat de organisatie geen effectieve aanpak heeft om te komen tot een meer cultureel diverse samenstelling van bestuur en organisatie. 


Conclusie

De commissie constateert dat Amsterdam Light Festival vanwege de beoordeling ‘onvoldoende’ bij het criterium Uitvoerbaarheid, niet voor subsidie in aanmerking komt.

De aanvraag is behandeld binnen de adviescommissie BFNA.